ECLI:NL:RBALK:2007:BB4172
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot uitvoerbaar verklaring beslagverlof in civiele zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 20 september 2007 uitspraak gedaan over een verzoek van de vrouw tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van de man. De vrouw verzocht om de beschikking uitvoerbaar te verklaren op de minuut en op alle dagen en uren. Dit verzoek was gebaseerd op een achterstand in de alimentatiebetalingen door de man, die op grond van de echtscheidingsbeschikking van 19 december 2005 verplicht was om maandelijks een bedrag van € 304,50 per kind te betalen voor hun twee minderjarige kinderen. De vrouw vreesde dat de man ook andere kosten, zoals de overblijfkosten van de kinderen, niet zou betalen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de vrouw met de al eerder afgegeven grosse van de beschikking van 17 september 2007 tot beslaglegging kon overgaan. De rechter stelde vast dat er geen wettelijke basis was voor het afgeven van een minuut en dat de vrouw haar verzoek om uitvoerbaarheid op de minuut niet had onderbouwd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vrouw met de bestaande grosse tot beslaglegging kon overgaan, en dat het verzoek om uitvoerbaarverklaring op de minuut en op alle dagen en uren niet nodig was. Het verzoek werd dan ook afgewezen.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor het leggen van conservatoir beslag en de rol van de voorzieningenrechter in dit proces. De rechter wees erop dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voor conservatoire beslagen prevaleren boven de algemene regels voor executoriaal beslag. De beslissing van de voorzieningenrechter werd genomen in het kader van de bescherming van de belangen van de vrouw en de kinderen, waarbij de man werd aangesproken op zijn betalingsverplichtingen.