ECLI:NL:RBALK:2007:BB4766
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van een dierenhotel om namens de eigenaar van een hond op te treden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 14 maart 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een burgerlijke maatschap, eiseres, en een gedaagde, eigenaar van een hond. De eiseres had een vordering ingesteld tegen de gedaagde voor onbetaalde kosten van een dierenartsconsult dat had plaatsgevonden terwijl de hond van de gedaagde in een dierenhotel verbleef. De gedaagde stelde dat hij geen toestemming had gegeven voor de behandeling van zijn hond door de dierenarts en betwistte de bevoegdheid van het dierenhotel om namens hem op te treden.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de schijn had gewekt dat het dierenhotel bevoegd was om namens hem te handelen. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de gedaagde niet had betwist de factuur van de dierenarts te hebben ontvangen en dat hij tot aan de procedure nooit had gesteld dat het dierenhotel niet bevoegd was om op te treden. De rechter concludeerde dat de gedaagde de kosten van de behandeling diende te voldoen, ondanks zijn bewering dat hij geen toestemming had gegeven. De gevorderde rente en proceskosten werden eveneens toegewezen aan de eiseres.
De kantonrechter veroordeelde de gedaagde tot betaling van € 139,62 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast op € 223,82. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de belangrijke juridische overwegingen rondom de bevoegdheid van derden om namens een eigenaar op te treden in situaties waarin de eigenaar niet expliciet toestemming heeft gegeven.