ECLI:NL:RBALK:2007:BB4830

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
4 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
93492 / KG ZA 07-52
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H. Warnink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen bollenbedrijf en curator over conservatoir beslag

In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar werd behandeld, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschappen NT Contractteelt B.V. en NT B.V. enerzijds en de curator, mr. Arthur Johannes Jacobus Sweens, anderzijds. De eiseressen vorderden de opheffing van een door de curator gelegd conservatoir beslag, dat was gelegd op 12 februari 2007. De curator had dit beslag gelegd in het kader van een faillissement van de vennootschap v.o.f. [bedrijf 1], waarbij de curator de vordering op € 500.000,-- had begroot. De eiseressen stelden dat de vordering van de curator ondeugdelijk was, omdat uit een concept onderzoeksrapport bleek dat de verdwenen bollen zich niet bij hen bevonden. De curator voerde verweer en stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de ondeugdelijkheid van zijn vordering.

Tijdens de zitting op 24 september 2007 werd duidelijk dat de eiseressen recentelijk de beslagen bollen zonder toestemming van de curator hadden gerooid, wat de curator betwijfelde. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de ondeugdelijkheid van de vordering van de curator en dat de gestelde vervangende zekerheid voor de curator niet voldoende was. De rechter weigerde de gevorderde voorziening en veroordeelde de eiseressen in de kosten van het geding, die op dat moment waren begroot op € 1.067,--. De uitspraak werd gedaan op 4 oktober 2007.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
FV/HW
KG nummer: 93492/KG ZA 07-52
datum: 4 oktober 2007
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
1. de besloten vennootschap NEW TULIP CONTRACTTEELT B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Bovenkarspel,
2. de besloten vennootschap NEW TULIP B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Bovenkarspel,
EISERESSEN IN KORT GEDING,
procureur mr. A.W.J. Castelijns,
advocaat mr. E.J.A. Vilé te Utrecht,
met als gevoegde partij aan de zijde van eiseressen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TULIP PHOENIX B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Bovenkarspel,
GEVOEGDE PARTIJ,
procureur mr. H.R.M. Jenné,
advocaat mr. J. Stam te Amsterdam,
tegen:
MR. ARTHUR JOHANNES JACOBUS SWEENS, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van v.o.f. [bedrijf 1], de besloten vennootschap
[bedrijf 2] en de besloten vennootschap [bedrijf 3],
kantoor houdende te Den Helder,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
procureur mr. A.J.J. Sweens.
Partijen zullen verder ook worden genoemd "NT Contractteelt", "NT B.V.", "Tulip Phoenix" respectievelijk "de curator".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 27 februari 2007 hebben eiseressen gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte concept-dagvaarding. Tulip Phoenix heeft een conclusie tot voeging aan de zijde van eiseressen genomen, waartegen niemand bezwaar heeft gemaakt.
De curator is vrijwillig verschenen en heeft de vordering bestreden.
Vervolgens is de zaak enige tijd pro forma aangehouden, ten einde partijen in de gelegenheid te stellen om de door hen ter zitting getroffen regeling nader uit te werken.
Bij brief van 3 september 2007 hebben eiseressen via hun procureur te kennen gegeven dat partijen geen schikking hebben getroffen en hebben zij om voortzetting verzocht. Naar aanleiding hiervan is op 24 september 2007 de mondelinge behandeling voortgezet.
Ter terechtzitting van 24 september 2007 is mr. Vilé niet verschenen, maar heeft mr. Stam verklaard dat hij op die zitting mede in plaats van mr. Vilé het woord voert.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van eiseressen een concept-dagvaarding en van alle zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
2.1 De v.o.f. [bedrijf 1] (hierna: de vof) is samen met haar vennoten op
17 juni 2004 in staat van faillissement verklaard. Mr. Sweens is in dat kader benoemd tot curator. De vof was een tulpenbollenbedrijf met een kwekerij en een broeierij. In de vof werden de eigen bollen gekweekt en in de besloten vennootschap [bedrijf 4] werden bollen ten behoeve van derden gekweekt.
2.2 Op de bollenkraam van de vof was ten tijde van het faillissement een stil pandrecht gevestigd ten behoeve van de Rabobank West-Friesland Oost (hierna: de Rabobank). Kort vóór het faillissement in 2004 heeft de Rabobank het pandrecht omgezet in een vuistpandrecht en heeft zij de bollen gerooid en verkocht.
2.3 Op 5 oktober 2005 is New Tulip Holding B.V. opgericht door Lucky Parrot B.V., Green Works Beheer B.V. en Tulip Phoenix. Enig bestuurder van Tulip Phoenix is [naam 1], de vader van [naam 2] en [naam 3]. Laatstgenoemden waren via hun besloten vennootschappen indirect vennoot van de vof.
2.4 New Tulip Holding B.V. is enig aandeelhouder van NT B.V.. Ook is op enig moment opgericht New Tulip Beheer B.V.. Van deze vennootschap worden de aandelen gehouden door Lucky Parrot B.V. en Tulip Phoenix. New Tulip Beheer B.V. is enig aandeelhouder van NT Contractteelt en van New Tulip Veredeling B.V..
2.5 Tussen voormelde vennootschappen en de familie [naam] enerzijds en de curator anderzijds is een geschil ontstaan, onder meer over de omvang van de bollenkraam van de vof ten tijde van het faillissement.
2.6 De curator heeft op 12 februari 2007 ten laste van eiseressen conservatoir derdenbeslag gelegd onder de Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A.. De vordering van de curator is in dat kader begroot op [euro] 500.000,--. Aan het beslag heeft de curator - samengevat - ten grondslag gelegd dat (1) uit de bollenadministratie van de failliete vennootschap v.o.f. [bedrijf 1] (hierna: de vof) is gebleken dat ongeveer 1/3 van de bollenkraam (omschrijving) niet in de boedel is aangetroffen en dat (2) de tulpensoort "Horizon" niet in de boedel is aangetroffen. De curator stelt in het verzoekschrift tot het leggen van voormeld beslag dat vanuit [bedrijf 4] en via Tulip Phoenix bollen zijn ingebracht in onder meer NT Contractteelt en NT B.V. en dat de boedel als gevolg van die handelwijze is benadeeld.
2.7 De curator heeft bij dagvaarding van 26 februari 2007 bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt, tegen [bedrijf 4], NT Contractteelt, New Tulip Beheer B.V., NT B.V., New Tulip Holding B.V., Tulip Phoenix, [naam 1], [naam 2] en [naam 3].
2.8 De curator heeft eerder, te weten op 22 december 2006, ten laste van voormelde rechtspersonen conservatoir beslag tot afgifte c.q. vervangende schadevergoeding gelegd op bloembollen.
2.9 In opdracht van [bedrijf 1], de Rabobank en de curator hebben [betrokkene 1] en [betrokkene 2] een onderzoek verricht naar de oogst, verwerking en aflevering van tulpen van de vof. De onderzoekers hebben op 5 september 2007 een concept rapport uitgebracht.
2.10 Op 8 augustus 2007 is een "verklaring betreffende aantreffen bollen uit failliete boedel bij New Tulip n.a.v. vergadering met onderzoekers 8 juni'07 op de Geerling" opgesteld. In deze verklaring is onder meer de volgende tekst opgenomen: "Ondergetekende concludeert dan ook, dat reeds op 8 juni '07 is komen vast te staan, dat zich bij New Tulip geen bollen [familie naam] bevonden". Deze verklaring is ondertekend door [naam 4] (directie NT B.V.), [naam 5] (juridisch adviseur[familienaam]/Phoenix) en [naam 6] (werkzaam bij Hobaho).
2.11 De curator heeft de hoogte van het bedrag waarvoor hij op 12 februari 2007 beslag heeft gelegd inmiddels beperkt tot [euro] 80.000,--.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 NT Contractteelt en NT B.V. vorderen, kort gezegd, opheffing van het op
12 februari 2007 door de curator gelegde conservatoire derdenbeslag, met veroordeling van de curator in de kosten van het geding.
3.2 NT Contractteelt en NT B.V. stellen zich, verkort weergegeven, op het standpunt dat de vorderingen waarvoor de curator beslag heeft gelegd onjuist en daarmee ondeugdelijk zijn. Uit het concept onderzoeksrapport van 5 september 2007 blijkt immers dat de verdwenen bollen zich niet bij hen bevinden. Dit wordt nog eens bevestigd in de verklaring van 8 augustus 2007. Daarbij komt dat de curator in de vorm van het door hem op 22 december 2006 gelegde beslag vervangende zekerheid heeft. NT Contractteelt en NT B.V. hebben een spoedeisend belang bij opheffing van het beslag, omdat zij als gevolg van het beslag niet in staat zijn op de lopende kosten voor de bedrijfsvoering - waaronder de loonkosten en de kosten van electriciteit - te voldoen. De bedrijfsvoering zou daardoor op korte termijn geheel moeten worden stilgelegd, alles aldus eiseressen.
3.3 Tulip Phoenix heeft zich bij conclusie tot voeging aan de zijde van eiseressen gevoegd en zich bij haar standpunt aangesloten.
3.4 De curator voert verweer op gronden die, voor zover voor de beslissing van belang, hierna aan de orde komen.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 Uitgangspunt in deze is dat een conservatoir beslag kan worden opgeheven indien summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van de vordering die aan dat beslag ten grondslag is gelegd, of voor zover het beslag gelegd is voor een geldvordering, indien voor die vordering voldoende zekerheid wordt gesteld.
Vooropgesteld wordt dat het concept onderzoeksrapport van 5 september 2007 onderschrijft dat er bollen verdwenen zijn. NT Contractteelt en NT B.V. leiden uit het concept rapport af dat de verdwenen bollen zich niet bij hen bevinden. De onderzoekers melden in het concept rapport een dergelijke conclusie echter niet. Bovendien is het slechts een concept, heeft de curator naar aanleiding daarvan vragen gesteld en hebben eiseressen een uitvoerige schriftelijke reactie op het rapport gegeven. Geenszins valt uit te sluiten dat het definitieve rapport nog zal worden aangepast. Onder deze omstandigheden kan op basis van het thans overgelegde concept rapport niet met voldoende mate van zekerheid vastgesteld worden waar de verdwenen bollen gebleven zijn. NT Contractteelt en NT B.V. stellen verder dat in de verklaring van 8 augustus 2007, die is opgesteld naar aanleiding van een bespreking over het concept rapport, expliciet is opgenomen dat de bollen zich niet bij hen bevinden. Op de verklaring ontbreken de handtekeningen van beide onderzoekers, zodat vooralsnog onvoldoende is gebleken dat die onderzoekers de inhoud van de verklaring daadwerkelijk ondersteunen. Aan de inhoud van die verklaring kan in deze daarom geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. Dat de vordering waarvoor de curator op 12 februari 2007 beslag heeft gelegd ondeugdelijk zou zijn, is op grond van het voorgaande onvoldoende gebleken. Hierbij is mede in aanmerking genomen de ondoorzichtigheid van de vennootschapsstructuur voor derden.
4.2 Ten aanzien van de gestelde vervangende zekerheid voor de curator in de vorm van het op 22 december 2006 gelegde beslag geldt het volgende. Ter zitting van
24 september 2007 is van de zijde van eiseressen toegegeven dat zij onlangs de beslagen bollen zonder toestemming van de curator en zonder met hem hierover overleg te voeren, hebben gerooid. Zij hebben weliswaar tevens verklaard dat de bollen in aparte kisten zijn opgeslagen in de schuur en dat door middel van stickers is aangeven dat het de beslagen bollen zijn, maar zij hebben verder verklaard dat een deel van de gerooide bollen binnenkort weer opgeplant zal worden en dat een deel gebroeid zal worden. De curator heeft echter betoogd dat bij die verwerking van de bollen de kans op vermenging van de bollen zeer groot is. Eiseressen hebben dit laatste niet weersproken, hetgeen mee brengt dat niet aannemelijk is geworden dat de bollen tijdens en na die verwerkingsprocessen aanwijsbaar zullen blijven als de beslagen bollen. Van de curator kan in redelijkheid niet gevergd worden dat hij met die dubieuze zekerheid genoegen neemt.
4.3 Op grond van al het voorgaande bestaat er thans onvoldoende grond voor opheffing van het op 12 februari 2007 gelegde beslag, zodat de onderhavige vordering wordt afgewezen. Eiseressen worden, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de kosten van het geding.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- weigert de gevorderde voorziening;
- veroordeelt NT Contractteelt en NT B.V. in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van de curator begroot op [euro] 251,-- aan verschotten en op [euro] 816,-- aan salaris procureur.
Gewezen door mr. H. Warnink, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 oktober 2007 in tegenwoordigheid van mr. F. Vermeij, griffier.