ECLI:NL:RBALK:2007:BB4894
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens niet-nakoming inlichtingenverplichting door zelfstandige
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 9 juli 2007 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.J.J. van der Heiden, en verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De zaak betreft de herziening van de WW-uitkering van eiser over de periode van 1 januari 1998 tot en met 25 juli 2001. Verweerder heeft besloten de uitkering te herzien omdat eiser niet heeft gemeld dat hij als zelfstandige werkzaam was, terwijl hij volgens verweerder minimaal 1225 uren per jaar als zelfstandige heeft gewerkt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit is door verweerder ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat verweerder terecht heeft aangenomen dat eiser aan zijn inlichtingenverplichting niet heeft voldaan. Eiser heeft in zijn belastingaangiften de zelfstandigenaftrek opgevoerd, wat impliceert dat hij aan de voorwaarden voor zelfstandig ondernemerschap voldeed. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij slechts tien uren per week werkte, zoals hij stelde. De verklaringen van zijn boekhouder en dochter ondersteunen het standpunt van verweerder dat eiser meer uren heeft gewerkt.
De rechtbank heeft ook de relevante wetgeving, met name de Werkloosheidswet (WW), in overweging genomen. Eiser heeft niet voldaan aan de verplichting om het UWV te informeren over zijn werkzaamheden als zelfstandige, wat heeft geleid tot een onterecht ontvangen uitkering. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder de herziening van de uitkering op goede gronden heeft uitgevoerd en dat er geen reden is om het bestreden besluit te vernietigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.