ECLI:NL:RBALK:2007:BB6996

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
13 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
219328 CV EXPL 06-2265
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 13 september 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wonen Texel en een huurder. De Stichting vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurder, gelegen aan [adres] te Den Burg, gemeente Texel, vanwege ernstige overlast die de huurder aan omwonenden veroorzaakte. De overlast bestond uit het slaan met deuren, hard hoesten, schreeuwen, het afsteken van vuurwerk en andere vormen van geluidsoverlast, die zowel overdag als 's nachts plaatsvonden. De omwonenden voelden zich hierdoor bedreigd en hebben herhaaldelijk de politie ingeschakeld.

De huurder had eerder al een waarschuwing ontvangen van de Stichting en was bekend met zijn overlastgevende gedrag. Ondanks herhaalde verzoeken om de overlast te staken, bleef de huurder zich misdragen. De Stichting legde verschillende getuigenverklaringen en politieverslagen voor, waaruit bleek dat de overlast aanhield en dat omwonenden zich genoodzaakt voelden te verhuizen.

De kantonrechter oordeelde dat de overlast, zowel in duur als in omvang, zodanig ernstig was dat dit de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter benadrukte dat de lichamelijke of psychische constitutie van de huurder geen beletsel vormde voor aansprakelijkheid. De rechter besloot de huurovereenkomst te ontbinden en de huurder te veroordelen tot ontruiming van de woning, met machtiging aan de Stichting om dit, indien nodig, met behulp van de sterke arm te doen. Tevens werd de huurder veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 219328-06-2265 TvW
Uitspraakdatum: 13 september 2007
Vonnis in de zaak van:
Stichting Wonen Texel te Den Burg, gemeente Texel
eisende partij
verder ook te noemen: de Stichting
gemachtigde: J. van der Vlies, gerechtsdeurwaarder te Den Helder
tegen
[gedaagde] te Den Burg, gemeente Texel, [adres]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [huurder]
gemachtigde: mr. J.R. Gal, advocaat te Amsterdam.
Het tussenvonnis
In deze zaak is op 4 januari 2007 een tussenvonnis uitgesproken.
De kantonrechter blijft bij hetgeen daarin is overwogen en beslist.
Het verdere procesverloop
Ter voldoening aan het tussenvonnis heeft de Stichting als getuigen [getuige 1] en [getuige 2] voorgebracht .
[huurder] heeft afgezien van contra-enquête.
Van voormelde verhoren is proces-verbaal opgemaakt.
Beide partijen hebben hierna elk nog een conclusie genomen.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
1. [huurder] huurt van de Stichting een woning aan het adres [adres] te Den Burg;
Op 19 december 2005 heeft de Stichting [huurder], via een gerechtsdeurwaarderkantoor, een schriftelijke waarschuwing gezonden, inhoudende dat [huurder] (wederom) overlast heeft veroorzaakt en hem gesommeerd deze per heden te staken. Daarnaast heeft zij een ontbindingsverzoek in het vooruitzicht gesteld indien [huurder] in gebreke zou blijven;
2. De Stichting vordert de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden, met veroordeling van [huurder] om het gehuurde te ontruimen met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken -voor zover deze laatste niet het eigendom van de Stichting zijn- en onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van de Stichting te stellen, met machtiging om, zo [huurder] daarmee in gebreke mocht blijven, deze daartoe te noodzaken met behulp van de daartoe bevoegde macht, een en ander op kosten van [huurder], met veroordeling van [huurder] in de kosten van deze procedure.
De Stichting legt aan haar vordering ten grondslag dat [huurder] in weerwil van eerder gemaakte afspraken wederom overlast heeft bezorgd aan omwonenden door:
- het slaan met deuren
- het bonken en dreunen tegen de muur en op de trap
- hard hoesten en overgeven
- hard praten
- luide televisie en/of radio
- schreeuwend geuite, verregaande lasterlijke en liederlijke taal en beledigingen aan het adres van omwonenden
- het afsteken van vuurwerk en dit richting de omwonenden gooien.
3. Volgens de Stichting vindt de overlast op alle uren van de dag en nacht plaats. De omwonenden voelen zich hierdoor bedreigd en hebben zich genoodzaakt gevoeld de politie (andermaal) in te schakelen. Ook zijn er omwonenden die om die reden verhuisd zijn. De omwonenden hebben zich schriftelijk tot de Stichting gewend. Onder de namens de Stichting overgelegde stukken bevinden zich onder meer:
- een brief gedateerd 28 juli 2006 en een brief van 3 augustus 2006 van de bewoners van nr 21;
- een rapportage van de politie Noord-Holland Noord, gedateerd 14 juli 2006, inhoudende onder meer:
"Op grond van artikel 30 Wpolr deel ik u, uitsluitend ten behoeve van uw verzoek, in het kort en in het algemeen het volgende mede. De politie heeft al enkele jaren geregeld bemoeienis met de bewoner van het adres - onafhankelijk van het adres [adres] in Den Burg (gemeente Texel). E.e.a. vloeit voort uit zijn zorgelijke psychische gesteldheid, (er wordt gesproken over "wandelende tijdbom") en zijn overvloedige drank- en drugsgebruik. Hij is onder behandeling (geweest) van de GGZ en de psychiatrie en opgenomen geweest in de Willibrordusstichting in Heiloo. Op 12 juli 2006 meldde een buurman dat hij in de nachtelijke uren luide knallen had gehoord, vermoedelijk veroorzaakt door het afsteken van zwaar vuurwerk door bewoner. Hij had daarna niet meer kunnen slapen en was bang voor bewoner. Omdat hij de veiligheid van zijn vrouw en kinderen niet meer kan garanderen, heeft hij tijdelijk onderdak gezocht op een ander adres. In de tuin van bewoner en het pad achter de tuin trof de politie een lont en papiersnippers aan van (een) zogenaamde nitraatbom(men). Bewoner verklaarde niets met het - afsteken van het - vuurwerk te maken te hebben."
- een rapportage van de politie Noord-Holland Noord, gedateerd 8 februari 2007, inhoudende onder meer:
"Onder verwijzing naar mijn aan de Stichting Wonen Texel gestuurde brief no. P200601842, dcl. 14 juli 2006, deel ik u, op grond van artikel 30 Wpolr, uitsluitend ten behoeve van uw verzoek, in het kort en in het algemeen het volgende mede. Na 14 juli 2006 heeft de politie nog enkele malen bemoeienis gehad met de bewoner van het adres - in relatie tot het adres [adres] in Den Burg (gemeente Texel) . Deze bemoeienis had te maken met door buren en omwonenden gemelde (geluids)overlast bestaande het maken van lawaai door gebonk op de wanden/muren, het lopen over de trap en het afsteken van vuurwerk. De overlast is door de politie niet geconstateerd. I.v.m. de zorgelijke psychische gesteldheid van bewoner heeft de politie een aantal keren contact gehad met familie, huisarts en GGZ."
- een rapportage van de politie Noord-Holland Noord, gedateerd 3 april 2007, inhoudende onder meer
"Onder verwijzing naar mijn brieven no. P200601842, dd. 14 juli 2006 en P200700402, dd. 8 februari 2007, deel ik u, op grond van artikel 30 Wpolr, uitsluitend ten behoeve van uw verzoek, in het kort en in het algemeen het volgende mede. Op 24 maart 2007 heeft de politie bemoeienis gehad met de bewoner van het adres - in relatie tot het adres [adres] in Den Burg (gemeente Texel). Deze bemoeienis had te maken met overmatig gebruik van alcohol en medicijnen (mogelijk een poging tot zelfdoding) waardoor opname in het ziekenhuis en later in het psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk was. Met assistentie van de politie is bewoner per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd."
- een brief namens de bewoners van nr 19, inhoudende onder meer:
"De situatie van de buurman van [A.] is nagenoeg bekend en is door het laatste incident, de explosies, de bekende druppel. Daarnaast speelt dat inmiddels ook van de zijde van de politie vernomen is dat deze buurman een "wandelende tijdbom" is. Het is ronduit stuitend te noemen dat, ondanks andersluidende afspraken, de politie op een 112 telefoontje niet adequaat heeft gereageerd. De politie heeft inmiddels haar excuses aangeboden.
Gezien de precaire en dreigende situatie aan de [adres] door toedoen of vanwege de buurman aan [adres] --- is er voor [A.] en haar gezin geen woongenot meer van hun woning aan de [adres nr. 19]. De woning is dan ook op 12 juli 2006 halsoverkop verlaten. [A.] heeft besloten, mede op mijn advies, om de huur voor [adres nr. 19] niet meer te voldoen zolang het ontbreken van woongenot uitblijft. (........)
Graag ontvang ik van u op zeer korte termijn een bevestiging dat de huur niet betaald hoeft te worden zolang het woongenot aan de [adres nr. 19] uitblijft."
4. Naast de waarschuwingsbrief van 19 december 2005 heeft de Stichting [huurder] diverse malen verzocht de overlast te staken, maar [huurder] heeft hieraan volgens de Stichting geen gehoor gegeven. In het huurcontract, gedateerd 24 juni 2004, is de volgende clausule opgenomen:
"In aanmerking nemende dat:
- de [huurder] in het verleden overlast aan derden heeft veroorzaakt;
- dat partijen het erover eens zijn dat [huurder] ervoor zal zorgdragen dat het gehuurde en het daarbij horende erf naar behoren zal worden onderhouden c.q. verzorgd;
- dat verhuurder en [huurder] het erover eens zijn dat, wanneer verhuurder constateert dat de woning en het daarbij behorende erf ernstig worden verwaarloosd, [huurder] slechts éénmaal een schriftelijke waarschuwing van verhuurder krijgt en het geconstateerde onmiddellijk dient te herstellen;
- dat verhuurder en [huurder] het erover eens zijn dat, wanneer [huurder] overlast veroorzaakt en verhuurder een schriftelijke melding hiervan ontvangt van een omwonende, [huurder] slechts éénmaal een schriftelijke waarschuwing van verhuurder krijgt en onmiddellijk de overlast dient te staken;
- dat verhuurder en [huurder] het erover eens zijn dat, wanneer [huurder] na deze schriftelijke waarschuwing weer overlast veroorzaakt, dit feit aangemerkt dient te worden als een ernstig toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze huurovereenkomst die ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt."
5. De overlast betekent dat het woongenot van de omwonenden ernstig wordt geschaad, dat (enkele van) de omwonenden als gevolg van de overlast lichamelijke en/of psychische spanningen ondervinden. Reeds één [huurder] heeft de huur om die reden opgezegd en anderen overwegen eveneens te vertrekken. [huurder] handelt volgens de Stichting in strijd met de wet en de bepalingen in de (nadere) huurovereenkomst.
De Stichting heeft voorts een overzicht overgelegd dat betrekking heeft op de eerder aan [huurder] verhuurde woning aan het [vorig adres] en dat begint met een melding van overlast op 13 juni 2001 en vervolgens een 20-tal mutaties laat zien inhoudende klachten van buren over onder meer lawaai-overlast, eindigend op 30 juli 2003. Daarnaast heeft de Stichting een overzicht overgelegd met betrekking tot de onderhavige woning welk begint op 24 juni 2004 en melding maakt van een aantal incidenten waaronder het ingooien van ruiten door [huurder], schreeuwen, drankmisbruik en lawaai. De laatste melding betreft een klachtbrief van de buren van eind november 2006.
De Stichting heeft [huurder], nadat hij zijn vorige woning, wegens overlast moest verlaten de huidige woning aangeboden.
Volgens de Stichting duurt de overlast nog steeds voort. Na de gehouden comparitie van partijen zijn er weer meldingen gekomen. Er zijn al buren van [huurder] verhuisd. Deze woning staat al geruime tijd leeg want de Stichting durft het niet aan deze te verhuren zolang [huurder] er nog woont.
Gelet hierop is er volgens de Stichting sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst aan de zijde van [huurder]. [huurder] gedraagt zich niet als een goed [huurder].
6. [huurder] heeft de vordering gemotiveerd betwist. Aan de Stichting is vervolgens opgedragen te bewijzen dat [huurder] de gestelde overlast heeft veroorzaakt.
Hiertoe heeft de Stichting een tweetal getuigen laten horen.
[getuige 2], woonconsulent bij de Stichting heeft onder meer verklaard:
"In mijn functie als senior woonconsulent ben ik sedert een aantal jaren bekend met de situatie van [huurder]. Zelfs al sinds zijn eerste woning bij ons. Vanuit mijn functie ga ik kijken en informeren wanneer mensen bij mij problemen of overlast melden. Ik overleg u een tweetal papieren van de politie met betrekking tot een recent incident. Van [getuige 1] en de andere buren heb ik regelmatig meldingen ontvangen van overlast van [huurder]. De buren aan de andere kant van [huurder] zijn in juli vorig jaar via een spoedurgentie aanvraag verhuisd naar een andere woning. Zij waren zo bang voor het onvoorspelbare gedrag van [huurder] dat zij niet langer in de woning durfde te blijven. Zij hadden een kindje in de kleuter leeftijd. Deze familie moest altijd om hun huis te bereiken of te verlaten voor het huis van [huurder] langs en dat is ze te veel geworden. Ze durven ook niet te getuigen. De woning staat sinds augustus leeg. Wonen Texel durft de woning niet te verhuren zolang [huurder] daar nog woont. Ik wil u nog melden dat er twee weken wederom een incident is geweest. Wij zijn door de politie benaderd dat er een incident was geweest. Het is mij gebleken dat hij in de nacht de deur met een klauwhamer heeft bewerkt, twee binnendeuren en een voordeur, hij is midden in de nacht opgehaald door de politie plus ambulance. Er was weer een opname geïndiceerd maar hij is volgens mij de volgende dag al naar huis gegaan. De betreffende buren zijn allemaal ontzettend bang voor zijn onberekend gedrag en ik kan u uit eigen ervaring vertellen dat dat in de vorige woning ook zo was. (...)"
[getuige 1], bewoonster van nr 21 heeft onder meer verklaard:
"Ik ben de directe buurvrouw van [huurder]. Onze woonkamers en onze slaapkamer grenzen aan elkaar. Ik woon er sinds 1 februari 2003. [huurder] is in oktober 2005 naast ons komen wonen. We hadden er niet meteen last van want hij trok er nog niet meteen in; zijn ouders waren de woning aan het opknappen en schoonmaken. Drie maanden a een halfjaar later is hij in de woning getrokken. Ook toen hadden we nog niet meteen last van hem, maar een paar maanden daarna begonnen wij last te krijgen van heel hard hoesten van [huurder]. Dit is echt heel hard en niet normaal hoesten. Zo hard zelfs tot overgeven toe. Het was niet alleen hard maar ook smerig. Het was vooral 's nachts en het hield ons uit de slaap. Daarna begon het bonken op de muren. Dat was ook vaak 's nachts en ook vaak iedere nacht. Je hoort dan een paar bonken een tijdje stilte en dan weer bonken. Ik hoor dat op de muren die wij delen. Ik hoor ook dan wel dat er om vier uur 's nachts met een enorme herrie het zolderluik wordt opengedaan. Ik schrik me dan rot. Ook praat hij heel hard aan de telefoon of met vrienden. Die vrienden komen dan 's avonds tussen 10 en elf op bezoek en gaan pas tussen 4 en 7 uur weer weg. Dan wordt er door hun allemaal heel hard gepraat en worden daar wakker van en kunnen dan niet meer slapen. Soms vallen we al niet eens meer in slaap. Ik heb de laatste twee jaar geen nachtrust meer gehad en mijn vriend zeker niet. Wij werken alle twee, mijn vriend moet vroeg op om de boot van 7 uur te halen en omdat ik in een hotel werk, werk ik ook wel in het weekend.
Het is wel zo dat de huizen gehorig zijn maar de overlast komt voornamelijk omdat hij zo heel luidruchtig leeft.
Ik heb er wel eens wat van gezegd maar dat heeft niet geholpen. Verder wil ik nog vertellen over een incident van eind juli vorig jaar. Ik lag eindelijk te slapen toen ik door mijn vriend werd wakker gemaakt. Mijn vriend zei de buurman wordt gek. Ik hoorde de buurman toen heel hard op de muren slaan en dreigementen naar ons roepen. Hij zei dat hij met een hamer op de muur aan het rammen was en of we het goed konden horen. "Je krijgt me mijn huis niet uit. Ik heb vijf advocaten en ik heb zat geld." Verder zei ook zoiets van dat hij ons wel zou krijgen en dat hij ons wat aan zou doen en hij riep er achteraan stelletje idioten. Ik ben toen achter de bank gaan zitten en heb 112 gebeld. We waren zo nerveus dat we in de auto zijn gaan zitten om op de politie te wachten. We hebben toen die nacht bij de ouders van mijn vriend geslapen. De politie heeft er toen eigenlijk niets aangedaan.
U vraagt mij naar mijn ervaringen van de laatste maanden. In december en januari was [huurder] ongeveer 8 weken zelf niet in de woning, maar toen had hij er een vriend ingezet en die maakte zeker zoveel lawaai, voornamelijk 's nachts. Ik heb daarover nog de buurtconcierge benaderd. [huurder] is nu sedert ongeveer 8 weken weer zelf in de woning en ik moet zeggen dat het in het begin wel wat rustiger was, maar nu zitten we weer op het oude niveau. (...)
Er was nog een ander incident in december 2005. Wij kwamen 's middags thuis en zagen [huurder] vanaf de bushalte aanlopen, zwalkend en mompelend. Het leek alsof hij een borrel te veel ophad. Wij gingen allemaal ons huis binnen en nog geen uur later hoorde ik veel gestommel en gebonk en daarna glasgerinkel in de huiskamer. Het klonk alsof er iemand alles van tafel veegde. Later bleek mij dat het raam in de achterdeur kapot geslagen was en ook het glas van de voordeur was kapot en de poortdeur hing uit zijn voegen. (...)
Het huis aan de andere kant van [huurder] staat al 3/4 jaar leeg. Die buren zijn verhuisd omdat ze er niet meer tegen konden. Vooral die buurvrouw durfde eigenlijk niet meer langs het huis van [huurder] te lopen. Mijn vriend en ik zijn door het gebeuren heel erg moe overdag. Ik ben er ook erg bang voor dat mijn vriend door concentratieverlies op zijn werk in de metaal een ernstig ongeluk zal krijgen.
Ik zou heel graag in deze woning willen blijven wonen maar als het nog lang zo door gaat kan ik het niet meer volhouden en zou ik moeten verhuizen.
Vooral dat [huurder] zo onvoorspelbaar is, maakt ons extreem nerveus en gespannen."
7. [huurder] heeft afgezien van contra-enquete.
De door De Stichting bij conclusie na enquête overgelegde stukken worden buiten beschouwing gelaten (tardief)
Volgens [huurder] zijn de meeste klachten afkomstig van de bewoners van nummer 21. Het is volgens [huurder] een feit van algemene bekendheid dat wanneer iemand zich ergert aan geluid dit steeds beter hoorbaar wordt.
8. Met [huurder] moet worden geoordeeld dat de meeste klachten en verklaringen, waaronder ook die ten overstaan van de kantonrechter afgelegd, afkomstig zijn van de buren van nummer 21. Dat is ook niet zo vreemd omdat deze buren nog steeds overlast ervaren en de andere buren zijn verhuisd. Dit huis staat al die tijd leeg, zodat hier ook niemand last kan hebben van [huurder]. Dat neemt niet weg dat de inhoud van de verklaringen van de bewoners van nummer 21 op zichzelf reeds voldoende kan zijn voor de vaststelling dat [huurder] ernstige overlast bezorgt.
Mede in combinatie met de overige verklaringen en overgelegde stukken hierboven aangehaald, in het bijzonder ook de politieverslagen, is voldoende komen vast te staan dat [huurder] ernstige overlast heeft bezorgd aan zijn (directe) buren en dat deze overlast tot op heden voortduurt. Hierdoor is [huurder] gedurende langere tijd en in ernstige mate tekortgeschoten in zijn wettelijke verplichting zich ten aanzien van het gebruik van de woning als een goed [huurder] te gedragen. Dit klemt te meer nu hij reeds eerder wegens overlast een woning heeft moeten verlaten en hij een gewaarschuwd mens was. De Stichting heeft conform de uit haar maatschappelijke functie voortvloeiende sociale verplichtingen de huidige woning via een urgentiecommissie bij voorrang aan [huurder] ter beschikking gesteld. Meer kan van haar thans niet worden gevergd. Gelet op dit oordeel kan in het midden blijven of het wel of niet door of namens [huurder] ondertekenen van de bijzondere bepalingen in de huurovereenkomst gevolgen heeft in deze procedure.
Dat de overlast en met name ook het lawaai zijn oorzaak vindt in de lichamelijke dan wel psychische constitutie van [huurder] kan hem niet baten, nu dit volgens de wet (artikel 6:165 van het Burgerlijk Wetboek) geen beletsel vormt voor aansprakelijkheid.
De kantonrechter is van oordeel dat de hiervoor omschreven overlast zowel wat duur als wat omvang betreft zodanig ernstig is dat de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen daardoor wordt gerechtvaardigd. Het woonbelang van [huurder] moet wijken voor het belang van de Stichting dat haar andere huurders gevrijwaard blijven van overlast als waarvan hier sprake is.
De vordering ligt derhalve voor directe toewijzing gereed en [huurder] dient als de in het ongelijk te stellen partij te worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
Ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst.
Veroordeelt [huurder] om het perceel aan het adres [adres] te Den Burg, gemeente Texel, te ontruimen, te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken -voor zover deze laatste niet het eigendom van de Stichtint zijn- en onder overgave der sleutels ter vrije beschikking van de Stichting te stellen, met machtiging aan de Stichting om, zo [huurder] daarmede in gebreke mocht blijven, deze daartoe te noodzaken met behulp van de sterke arm, een en ander op kosten van [huurder].
Veroordeelt [huurder] in de proceskosten, die tot heden voor de Stichting worden vastgesteld op een bedrag van € 894,47 [inclusief BTW indien en voorzover door [huurder] verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 525,00 voor salaris van de gemachtigde van de Stichting en € 3,60 voor getuige taxe [waarover [huurder] geen BTW verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 september 2007 in het openbaar uitgesproken.