ECLI:NL:RBALK:2007:BB7246
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering Verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorvoertuigen op basis van onvoldoende specialistisch rapport
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 18 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te Hilversum, en de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser had verzocht om een Verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorvoertuigen, maar het CBR weigerde deze op basis van een rapport van psychiater J.W. Peterse. Eiser stelde dat hij enkel door een arts was onderzocht en de psychiater niet had gezien of gesproken, wat volgens hem in strijd was met de eisen voor een specialistisch rapport zoals vastgelegd in de Regeling eisen geschiktheid 2000.
De rechtbank oordeelde dat het CBR de resultaten van het onderzoek niet ten grondslag had mogen leggen aan hun besluit, omdat eiser niet door de psychiater was gezien. De rechtbank benadrukte dat de psychiater zelf de te onderzoeken persoon moet hebben gezien om te kunnen spreken van een specialistisch rapport. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van het CBR en droeg hen op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd het CBR veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van een correcte uitvoering van medische keuringen en de noodzaak voor deskundigen om de betrokken personen zelf te onderzoeken. Dit is cruciaal voor de beoordeling van de geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen, vooral in gevallen waar alcoholmisbruik een rol speelt. De rechtbank stelde vast dat de rapportage van Peterse niet voldeed aan de vereisten, wat leidde tot de vernietiging van het besluit van het CBR.