ECLI:NL:RBALK:2007:BB9383
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van der Perk
- B.H. Franke
- B. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in moordzaak met medeverdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Alkmaar op 5 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van moord op G. De tenlastelegging was dat de verdachte samen met een medeverdachte, S, opzettelijk en met voorbedachten rade G van het leven had beroofd. De officier van justitie stelde dat er sprake was van een vooropgezet plan tussen de verdachte en S, waarbij de verdachte niet heeft ingegrepen om S te weerhouden van het uitvoeren van het plan. De raadsman van de verdachte voerde echter aan dat er geen bewijs was voor een nauwe samenwerking of voorbedachte raad, en dat de verdachte niet had kunnen voorzien dat S gewelddadig zou optreden.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte in overweging genomen, evenals getuigenverklaringen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van medeplegen van moord, doodslag of zware mishandeling met voorbedachte raad. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.
Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waarop de vordering betrekking had. De rechtbank besloot ook dat er geen reden was om de vordering tot gevangenneming van de verdachte toe te wijzen, en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en op een openbare terechtzitting.