RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer : 14.810540-06
Datum uitspraak : 18 maart 2008
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
[Verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1966,
postadres [adres], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
4 maart 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van
- de vordering van de officier van justitie, die ertoe strekt dat de rechtbank de verdachte onder bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland en/of het Leger des Heils afdeling reclassering;
- hetgeen door de verdachte en mr. R.J. Wortelboer, raadsman van de verdachte, naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is, nadat een vordering van de officier van justitie strekkende tot wijziging van de tenlastelegging is toegelaten, ten laste gelegd, dat
1.
hij tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen op een of meer verschillende tijdstippen
- in of omstreeks de periode van 01 oktober 2005 tot en met 19 december 2006
en/of
- in of omstreeks de periode van 04 oktober 2006 tot en met 18 oktober 2006
en/of
- in of omstreeks de periode van 03 oktober 2006 tot en met 18 oktober 2006
te Middenmeer, gemeente Wieringermeer in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meer anderen, te weten
- [slachtoffer 1] (meisjesnaam [naam]) en/of
- [slachtoffer 2] en/of
- [slachtoffer 3],
(telkens) door een of meer feitelijkheden en/of door misleiding en/of door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van haar/hun kwetsbare positie (telkens) heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit
de opbrengst van de seksuele handelingen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
die [slachtoffer 3] met en/of voor een derde
immers,
terwijl die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
(telkens)
- in een zwakkere economische en/of financiële en/of sociale positie
verkeerde(n) en/of
- de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende machtig was/waren en/of
- in Nederland niet bekend was/waren met de wijze waarop en/of de
omstandigheden waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden
en/of
terwijl het die [slachtoffer 3] (gelet op haar Braziliaanse
nationaliteit) niet was toegestaan in Nederland te verblijven en/of
werkzaamheden te verrichten
heeft verdachte die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] (telkens)
- overgehaald en/of voorgesteld en/of doen voorstellen en/of overhalen om
voor en/of bij hem en/of in zijn, verdachtes [naam bedrijf] in de prostitutie te gaan werken en/of in de prostitutie heeft
doen of laten werken en/of
- een prostitutiewerkplek in zijn, verdachte's, seksinrichting heeft
aangeboden en/of beschikbaar heeft gesteld en/of doen stellen en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen welk prijzen wij diende(n) te
hanteren in haar/hun prostitutiewerk en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat de verdiensten/opbrengsten
uit prostitutiewerkzaamheden op basis van een verdeling van ongeveer 50
procent voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] en 50 procent (exclusief belastingen) voor hem, verdachte,
verdeeld en/of
- doen geloven dat zijn, verdachte's aandeel in de opbrengsten/verdiensten van
die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
redelijk en/of gebruikelijk en/of gewoon was (in Nederland) (ter vergoeding
van de door hem geleverde diensten)
(waardoor) hij en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] (telkens) van hem, verdachte en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft/hebben gemaakt in ieder geval die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] in een, ten opzichte van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) afhankelijke situatie heeft/hebben gebracht
en/of
door welke feitelijkheden en/of door welke misleiding en/of door welk misbruik
van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welk
misbruik van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die
[slachtoffer 3]verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s), uit de opbrengsten van haar/hun seksuele handelingen met en/of voor een derde te bevoordelen
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- de verdiensten/opbrengsten van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] telkens ingenomen en/of haar/hun verdiensten/
opbrengsten geheel heeft doen afstaan en/of
- (vervolgens) die verdiensten/opbrengsten niet volledig heeft (terug)geven
aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
overgehaald het door haar/hun opbrengsten/verdiensten (telkens) af te staan
en/of af te geven en/of slechts genoegen te nemen met teruggave van
(maximaal) de helft van haar/hun verdiensten/opbrengsten;
2.
hij tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen op een of meer verschillende tijdstippen
in of omstreeks de periode van 01 september 2005 tot en met 06 maart 2006 en/of
in of omstreeks de periode van 19 juli 2005 tot en met 07 maart 2006
te Middenmeer, gemeente Wieringermeer in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meer anderen, te weten
- [slachtoffer 4] en/of
- [slachtoffer 5]
(telkens) door een of meer feitelijkheden en/of door misleiding en/of door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van haar/hun kwetsbare positie (telkens) heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s), te bevoordelen uit
de opbrengst van de seksuele handelingen van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] met
en/of voor een derde
immers, terwijl die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] (telkens)
- in een zwakkere economische en/of financiële en/of sociale positie
verkeerde(n) en/of
- de Nederlandse taal niet en/of onvoldoende machtig was/waren en/of
- in Nederland niet bekend was/waren met de wijze waarop en/of de
omstandigheden waaronder in Nederland in de prostitutie gewerkt kan worden,
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] (telkens)
- overgehaald en/of voorgesteld en/of doen voorstellen en/of overhalen om
voor en/of bij hem en/of in zijn, verdachtes [naam bedrijf] in de prostitutie te gaan werken en/of in de prostitutie heeft
doen of laten werken en/of
- een prostitutiewerkplek in zijn, verdachte's, seksinrichting heeft
aangeboden en/of beschikbaar heeft gesteld en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen welk prijzen wij diende(n) te
hanteren in haar/hun prostitutiewerk en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat de verdiensten/opbrengsten
uit prostitutiewerkzaamheden op basis van een verdeling van ongeveer 50
procent voor [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en 50 procent (exclusief belastingen)
voor hem, verdachte, verdeeld zouden moeten worden en/of
- doen geloven dat zijn, verdachte's aandeel in de opbrengsten/verdiensten van
die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] redelijk en/of gebruikelijk en/of gewoon was (in
Nederland) (ter vergoeding van de door hem, verdachte, geleverde diensten)
(waardoor) hij en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] (telkens) van hem, verdachte en/of zijn mededader(s), afhankelijk heeft/hebben gemaakt in ieder geval die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] in een, ten opzichte van hem, verdachte en/of zijn mededader(s), afhankelijke situatie heeft/hebben gebracht
door welke feitelijkheden en/of door welke misleiding en/of door welk misbruik
van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door welk
misbruik van de kwetsbare positie van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5], verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s), uit de opbrengsten van haar/hun seksuele handelingen met en/of voor een derde te bevoordelen
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- de verdiensten/opbrengsten van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] telkens ingenomen
en/of haar/hun verdiensten/opbrengsten geheel heeft doen afstaan en/of
- (vervolgens) die verdiensten/opbrengsten niet volledig heeft (terug)geven
aan die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/of
- die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] overgehaald het door haar/hun verdienste geld
(telkens) af te staan en/of af te geven en/of slechts genoegen te nemen met
teruggave van (maximaal) de helft van haar/hun verdiensten/opbrengsten;
3.
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2005 tot en met 07 maart 2006 te
Middenmeer, gemeente Wieringermeer, in ieder geval vanuit Nederland en/of
Hongarije,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
een advertentie in een Hongaarse krant heeft geplaatst en/of laten plaatsen in
welke advertentie (een) vrouw(en) in Hongarije werd(en) opgeroepen om in de
prostitutie te gaan werken in zijn, verdachtes [naam bedrijf]
door welke handeling(en) verdachte en/of zijn mededader(s)
[slachtoffer 6] heeft/hebben aangeworven, medegenomen of ontvoerd, met het oogmerk
die [slachtoffer 6] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te brengen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele
handeling(en) met of voor een derde tegen betaling.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zullen deze worden verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Voor de beoordeling of een feitencomplex als in deze zaak valt onder de strafbaarstelling van artikel 273a (oud) danwel artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht dient te worden vastgesteld of een verdachte een ander door dwang, door (dreiging met) feitelijkheden, door misleiding, door misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misbruik te maken van een kwetsbare positie, heeft gedwongen dan wel heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van zijn of haar seksuele handelingen. Dit vooronderstelt een zeker initiatief en actief handelen van verdachte.
Uit de beschikbare bewijsmiddelen is niet komen vast te staan dat verdachte door middel van de in de tenlastelegging ten aanzien van deze feiten genoemde dwangmiddelen en/of (dreiging met) feitelijkheden de genoemde personen heeft gedwongen dan wel bewogen tot het verrichten van seksuele handelingen. Alle in de tenlastelegging ten aanzien van feit 1 en feit 2 genoemde personen hebben verklaard vrijwillig en op eigen initiatief bij de club van verdachte te werken. Ook overigens blijkt op generlei wijze van enige activiteit van verdachte teneinde voornoemde personen te bewegen tot het verrichten van seksuele handelingen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat
3.
hij in de periode van 1 juli 2005 tot en met 7 maart 2006 vanuit Nederland een advertentie in een Hongaarse krant heeft laten plaatsen in welke advertentie vrouwen in Hongarije werden opgeroepen om in de prostitutie te gaan werken in zijn, verdachtes [naam bedrijf] door welke handeling verdachte [slachtoffer 6] heeft aangeworven, met het oogmerk die [slachtoffer 6] in een ander land, te weten in Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele
handeling(en) met of voor een derde tegen betaling.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
? Het proces-verbaal met nummer PL1030/06-134633 van 9 maart 2006, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam] en [naam].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 9 maart 2006 tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [slachtoffer 6], p. 34 e.v.:
V: Hoe kwam jij bij [naam bedrijf] terecht.
A: Ik had het financieel niet zo goed. Ik dacht ik kom even een poosje in Nederland werken. Ik las een advertentie van [naam] (de rechtbank begrijpt: [naam bedrijf]) in de krant. Dat was een krant in Hongarije.
V: Wat stond er in die advertentie in die krant in Hongarije.
A: Men adverteert in die krant onder het mom van consumptie. Iedereen weet dat het dan gaat om prostitutie. Het is een soort codenaam. Je mag namelijk niet adverteren voor prostitutie in Hongarije.
V: Voordat de politiecontrole was, had jij toen al klanten gehad?
A: Nee, ik was net aangekomen.
? Het proces-verbaal met nummer PL1030/06-134633 van 24 maart 2006, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam 1] en [naam 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 24 maart 2006 tegenover verbalisanten voornoemd afgelegde verklaring van [getuige 1], p. 9 e.v.:
V: Wat zegt het jou als ik het heb over een Hongaarse krant?
A: Dat heeft een vrouw genaamd [slachtoffer 1] voor mij gedaan. Die heeft voor mij een advertentie in een krant geplaatst. Ze zei: ik weet een krantje en daar kunnen we vragen of er vrouwen voor [naam bedrijf] kunnen werken.
V: Wie heeft die advertentie betaald?
A: Zij heeft hem betaald en ik heb haar terugbetaald voor die advertentie.
V: Wij kunnen dus stellen dat jij advertenties plaatste in een krant in Hongarije waarin jij vrouwen oproept om voor jou te komen werken. Deze vrouwen weten dan dat zij in de prostitutie gaan werken.
A: Ja natuurlijk, ik denk het wel. Ik spreek die taal niet.
6. STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
7. STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
8. MOTIVERING VAN DE STRAFFEN.
De rechtbank heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen:
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft in Hongarije een advertentie doen plaatsen door middel waarvan hij een prostituee heeft aangeworven met de bedoeling haar ertoe te brengen hier te lande seksuele handelingen te verrichten. Mensenhandel is een ernstig feit, terwijl verdachte in dit geval een initiërende rol had. Ter terechtzitting heeft verdachte geen blijk gegeven van enig inzicht in de strafwaardigheid van zijn gedrag.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 22 februari 2008, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder terzake van mensenhandel tot een werkstraf is veroordeeld.
Dit heeft de verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden te recidiveren.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 11 januari 2008 van W. Kruidhof als reclasseringswerker verbonden aan Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering te Amsterdam.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een voorwaardelijke vrijheidsstraf als ‘stok achter de deur’ op haar plaats is.
De rechtbank is van oordeel dat tevens een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, behoort te worden opgelegd, een en ander op de wijze zoals hierna in de rubriek BESLISSING zal worden aangegeven.
9. TOEGEPASTE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De op te leggen straffen gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 273a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING aangeduid, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders tenlaste is gelegd dan hierboven in de rubriek BEWEZENVERKLARING bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het bewezen verklaarde oplevert het hierboven in de rubriek STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZENVERKLAARDE vermelde strafbare feit.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 3 (drie) maanden.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt beslist.
Stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen verklaarde tot een taakstraf voor de duur van 50 (vijftig) uren.
Beveelt voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht dat in plaats van de taakstraf vervangende hechtenis wordt toegepast, welke vervangende hechtenis wordt vastgesteld op 25 dagen.
Bepaalt, dat deze taakstraf bestaat uit een werkstraf.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht, volgens de maatstaf van 2 uren voor elke dag.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.E. van Montfrans-Wolters, voorzitter,
mr. J. Westdorp en mr. K.G.F. van der Kraats, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.C. André-van Rijn, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 maart 2008.