ECLI:NL:RBALK:2008:BD0917

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
101352 KV RK 08-199
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder een vennootschap

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 29 april 2008 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [naam verzoekster] verzocht om verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder de besloten vennootschap Glasgroep [bedrijfsnaam 1] B.V. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat [naam gerekwestreerde] onrechtmatig had gehandeld door samen met een oud-werknemer een concurrerende vennootschap op te richten en daarbij vertrouwelijke informatie van [naam verzoekster] te gebruiken. De mondelinge behandeling vond plaats op 22 april 2008, waarna de voorzieningenrechter summier onderzoek heeft gedaan naar de vordering van [naam verzoekster]. De voorzieningenrechter oordeelde dat [naam verzoekster] voldoende onderbouwing had gegeven voor haar vordering, die was gebaseerd op een schaderapport van Ernst & Young, waarin de schade op een bedrag van € 1.249.618,- werd geschat. De voorzieningenrechter verleende vervolgens het gevraagde verlof tot het leggen van beslag, omdat [naam verzoekster] een vordering had die het gevraagde bedrag overstijgt. Het verweer van [naam gerekwestreerde] dat hij al voldoende zekerheid had voor de voldoening van de vordering werd verworpen, evenals zijn argument dat loonbeslag zijn financiële situatie onhoudbaar zou maken. De voorzieningenrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar op de grosse en wees het overige verzoek af.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
NB / HE
KV RK nummer: 101352 / KV RK 08-199
datum: 29 april 2008
Beschikking van de voorzieningenrechter,
in de zaak van:
de besloten vennootschap [NAAM VERZOEKSTER] GLAS NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Venlo,
VERZOEKSTER,
procureur mr. A.W.J. Castelijns,
advocaat mr. J.A.C.M. Vlaminckx te Venlo,
tegen:
[NAAM GEREKWESTREERDE],
wonende te Oudorp, gemeente Alkmaar,
GEREKWESTREERDE,
procureur: mr. C.A. Deenik.
Partijen zullen verder worden genoemd "[naam verzoekster]" respectievelijk "[naam gerekwestreerde]".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Op 4 april 2008 is bij het bureau voorzieningenrechter van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift van [naam verzoekster], strekkende tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Glasgroep [bedrijfsnaam 1]B.V., gevestigd en kantoor houdende te Utrecht, op alle gelden, geldswaarden en / of zaken die zij ten behoeve van [naam gerekwestreerde] onder zich heeft of zal verkrijgen.
Een afschrift van het verzoekschrift is aan deze beschikking gehecht.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 april 2008.
Heden is uitspraak bepaald.
2. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
2.1 [naam verzoekster] heeft aan haar verzoek, verkort en zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. [naam gerekwestreerde] heeft samen met de heer [naam], eveneens een oud-werknemer van [naam verzoekster], een concurrerende vennootschap doen oprichten onder de naam [bedrijfsnaam 2] B.V. [naam gerekwestreerde] heeft [naam verzoekster] ernstige schade toegebracht door ordners weg te nemen bij [naam verzoekster] en die onder te brengen bij Visiverre. Tevens heeft hij, in strijd met het geldende concurrentiebeding alsmede het beding dat hij tijdens het dienstverband geen nevenbetrekking mag hebben, werkzaamheden voor Visiverre verricht en opdrachtgevers van [naam verzoekster] bewogen om over te stappen naar [bedrijfsnaam 2]. Gelet op het vorenstaande heeft [naam gerekwestreerde] onrechtmatig gehandeld jegens [naam verzoekster] en dient hij de door haar geleden en te lijden schade te vergoeden. Uit het schaderapport dat is opgemaakt door Ernst & Young blijkt dat de schade (voorlopig) [euro] 1.249.618,- beloopt. Ter zekerstelling van haar vordering heeft [naam verzoekster] er belang bij om conservatoir (loon)beslag onder de werkgever van [naam gerekwestreerde] te doen leggen, alles aldus [naam verzoekster].
2.2 Uitgangspunt is dat de voorzieningenrechter het gevraagde verlof dient te verlenen, indien na summier onderzoek is gebleken dat [naam verzoekster] een vordering op [naam gerekwestreerde] heeft tot het bedrag waarvoor zij de voorzieningenrechter verzoekt deze te begroten en aan alle overige formaliteiten is voldaan.
2.3 [naam verzoekster] heeft de grondslag van de vordering uit hoofde waarvan zij beslag wil doen leggen voldoende gemotiveerd omschreven in het verzoekschrift. De hoogte van die gepretendeerde vordering heeft [naam verzoekster] gebaseerd op het rapport dat door Ernst & Young is opgesteld. Na summier onderzoek hiervan is gebleken dat [naam verzoekster] een vordering op [naam gerekwestreerde] heeft tot door [naam verzoekster] genoemde bedrag. [naam gerekwestreerde] heeft ter terechtzitting de hoogte van de door [naam verzoekster] gepretendeerde vordering bestreden. [naam gerekwestreerde] miskent evenwel dat de voorzieningenrechter in de onderhavige procedure geen ruimte heeft om uitvoerig inhoudelijk te toetsen of (de hoogte van) de vordering juist is, behoudens het summiere onderzoek. Of het door [naam gerekwestreerde] gevoerde verweer terecht is, kan in het bestek van deze procedure niet eenvoudig vastgesteld worden, zodat daaraan voorbij dient te worden gegaan.
2.4 [naam gerekwestreerde] heeft voorts aangevoerd dat [naam verzoekster] al over voldoende zekerheid voor de voldoening van haar gepretendeerde vordering beschikt, nu zij al conservatoir beslag heeft doen leggen op het woonhuis en de auto van [naam gerekwestreerde] en deze beslagen doel hebben getroffen tot een bedrag van ongeveer [euro] 460.000,-. Daarnaast heeft [naam verzoekster] voor dezelfde vordering ook ten laste van Van Diepen beslag doen leggen op diens woonhuis, die een overwaarde heeft van ongeveer [euro] 200.000,-, en een tweetal auto's. Dit verweer wordt eveneens verworpen. De gepretendeerde vordering van [naam verzoekster] overstijgt deze bedragen immers ruimschoots, zodat zij belang heeft om meer zekerheid te verkrijgen.
2.5 Ten slotte heeft [naam gerekwestreerde] aangevoerd dat hij in geval van loonbeslag de vaste lasten van zijn woning niet meer zal kunnen voldoen en hij en zijn echtgenote zullen moeten rondkomen van een inkomen dat onder het bijstandsniveau ligt. Ook dit verweer kan [naam gerekwestreerde] niet baten. De wet voorziet er immers in dat het beslag slechts geldig is voor het bedrag waarmee de inkomsten de beslagvrije voet overtreffen, zodat [naam gerekwestreerde] hiermee wordt geacht in zijn onderhoud te kunnen voorzien. Daarbij komt dat de beslagvrije voet op grond van artikel 475d lid 5 sub b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt verhoogd met de voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten, die niet in de norm voor de beslagvrije voet zijn verdisconteerd. Met deze omstandigheden heeft de wetgever dus al rekening gehouden.
2.6 Gelet op het vorenstaande is het verzoek toewijsbaar, zoals hierna te melden.
Het verzoek om deze beschikking uitvoerbaar te verklaren op alle dagen en uren zal evenwel worden afgewezen, nu [naam verzoekster] dit niet heeft onderbouwd.
3. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- verleent [naam verzoekster] verlof om conservatoir derdenbeslag te doen leggen onder de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Glasgroep [bedrijfsnaam 1] B.V., gevestigd en kantoor houdende te Utrecht, op alle gelden, geldswaarden en / of zaken die zij ten behoeve van [naam gerekwestreerde] onder zich heeft of zal verkrijgen;
- begroot de vordering van [naam verzoekster], inclusief rente en kosten, op een bedrag van [euro] 1.624.503,40 [zegge: één miljoen zeshonderdvierentwintigduizend vijfhonderddrie euro en veertig eurocent];
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar op de grosse;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Gegeven door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en door mr. H. Warnink uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 april 2008, bijgestaan door de griffier.