ECLI:NL:RBALK:2008:BD1620

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
10 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
230065 - CV EXPL 07-152
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na ontbinding van een mobiele telefoonovereenkomst wegens wanbetaling

In deze zaak vorderde KPN Mobile the Netherlands B.V. (hierna: KPN) betaling van een bedrag van € 3.483,04 van de gedaagde, die een mobiele telefoonovereenkomst met KPN had afgesloten. De overeenkomst werd ontbonden door KPN wegens wanbetaling, nadat de gedaagde, ondanks meerdere aanmaningen, de verschuldigde betalingen niet had voldaan. KPN vorderde naast de achterstallige betalingen ook de vervallen termijnen van de lopende contractperiode. De kantonrechter oordeelde dat de schadevergoeding die KPN kon vorderen, beperkt was tot het maandelijkse abonnementsbedrag over de resterende maanden tot maximaal een jaar, in overeenstemming met artikel 6:237 onder k BW, dat bepaalt dat een beding in de algemene voorwaarden dat een duur van meer dan een jaar bepaalt, vermoed onredelijk bezwarend te zijn.

De kantonrechter stelde vast dat de gedaagde, naast de achterstallige betaling, zeven en een halve maand abonnementskosten verschuldigd was. KPN had ook een aantal onbetaald gelaten facturen overgelegd, waaruit bleek dat de gedaagde in totaal € 849,28 verschuldigd was, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De kantonrechter oordeelde dat KPN niet had aangetoond dat de gevorderde schadevergoeding van meer dan € 3.000,00 gerechtvaardigd was, en dat de kosten van het ter beschikking gestelde toestel en gederfde winst niet konden worden meegenomen in de schadevergoeding.

Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 999,28 aan KPN, met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf de vervaldatum van de facturen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken door de kantonrechter R.C. Schlingemann op 10 januari 2008.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie
Zaaknr/rolnr.: 230065 07-152
Uitspraakdatum: 10 januari 2008
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap KPN Mobile the Netherlands B.V.
statutair gevestigd te 's-Gravenhage
eisende partij
verder ook te noemen: KPN
gemachtigde: Vermeer-Lagerveld & Van der Vlies, gerechtsdeurwaarders te Den Helder
tegen
[gedaagde]wonend te Den Helder
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M. van der Himst, advocaat te Den Helder
toevoeging: 4GB4277
Het procesverloop
KPN heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 10 januari 2007. [gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd. Vervolgens is gediend van repliek en dupliek, waarna beide partijen een akte hebben genomen. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast. Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
KPN en [gedaagde] zijn een overeenkomst aangegaan waarbij KPN aan [gedaagde] een mobiele communicatieaansluiting alsmede één of meer telefoonnummers beschikbaar heeft gesteld. [gedaagde] heeft, ondanks aanmaningen, nagelaten de ter zake verschuldigde betaling volledig te voldoen. Daarom heeft KPN, conform de toepasselijke algemene voorwaarden, de overeenkomst ontbonden en diende [gedaagde], naast de achterstallige betalingen, de vervallen termijnen van de lopende contractperiode te betalen.
KPN vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad € 3.483,04, rente en kosten rechtens.
[gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd dat, voor zover relevant, bij de beoordeling zal worden betrokken.
De beoordeling
De vordering in deze zaak betreft de schade als gevolg van het voortijdig beëindigen (ontbinden) van de overeenkomst door KPN wegens wanbetaling. Aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat de afkoopsom, zoals deze blijkt uit de bij akte overgelegde kopieën van facturen, aanmerkelijk is.
Het gaat te ver om een aanbieder van (mobiele) telefoondiensten te verplichten zich rekenschap te geven van de financiële positie van haar potentiële contractanten. Niettemin kunnen zij als consumenten wel bescherming ontlenen aan de wettelijke regeling ter zake van algemene voorwaarden en de daaraan ten grondslag liggende normen van redelijkheid en billijkheid.
In art. 6:237 onder k BW is bepaald dat een beding in de algemene voorwaarden dat in een overeenkomst als de onderhavige (met betrekking tot het leveren van telefoondiensten) een duur bepaalt van meer dan een jaar wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn, behoudens tegenbewijs van factoren of omstandigheden die een langere duur in beginsel rechtvaardigen -hetgeen is gesteld noch gebleken- of tenzij de wederpartij de bevoegdheid heeft de overeenkomst telkens na een jaar op te zeggen.
Dit berust op de gedachte dat de consument als wederpartij niet langer dan een jaar gebonden hoeft te zijn aan een overeenkomst zoals bedoeld in art. 6:236 onder j BW, ook al is de overeenkomst voor langere duur gesloten. Deze gedachte kan ook als uitgangspunt dienen bij het bepalen van wat een redelijke vergoeding is van de door KPN geleden schade, nu [gedaagde] reeds vóór afloop van dit jaar de betalingen heeft stopgezet (en KPN de overeenkomst heeft ontbonden).
Die vergoeding is dan te stellen op het maandelijkse abonnementsbedrag over de resterende maanden tot maximaal een jaar, dat wil zeggen tot 24 oktober 2007. [gedaagde] is derhalve, naast zijn achterstallige betaling, zeven en een halve maand abonnementskosten verschuldigd. Voor zover KPN met haar beroep op de algemene voorwaarden een hogere vergoeding meent te kunnen vorderen, is dat in strijd met het bepaalde in art. 6:237 onder i BW, waarvoor eveneens geldt dat KPN niets heeft gesteld, laat staan aangetoond, dat het daarin neergelegde vermoeden weerlegt. De kantonrechter acht het onaannemelijk dat de kosten van het ter beschikking gestelde toestel (schade) en de gederfde winst ruim € 3.000,00 rechtvaardigen.
Bij akte heeft KPN overgelegd de onbetaald gelaten facturen d.d. 19 december 2005 (€ 149,05), d.d. 23 januari 2006 (€ 86,39), d.d. 20 februari 2006 (€ 86,39), en ten slotte de eindafrekening in maart, d.d. 17 maart 2006 (€ 3.184,89, waarvan € 21,20 aan periodieke kosten). De vergoeding wordt vastgesteld op € 506,25 (gebaseerd op de volgens KPN maandelijks verschuldigde vaste kosten).
In totaal is [gedaagde] derhalve verschuldigd een bedrag van € 849,28, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen en gemaakte buitengerechtelijke kosten (die forfaitair worden vastgesteld op € 150,00, conform het bepaalde in het rapport Voorwerk II). Vast staat dat [gedaagde] reeds € 455,00 heeft voldaan, zodat zal worden toegewezen een bedrag ad € 999,28.
Nu beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten als na te melden worden gecompenseerd.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om aan KPN tegen kwijting te betalen een bedrag van € 999,28, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 849,28 vanaf de vervaldata van de facturen tot de dag van betaling.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Schlingemann, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en 10 januari 2008 in het openbaar uitgesproken.