ECLI:NL:RBALK:2008:BD1629

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
248420 - CV EXPL 07-4464
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten mobiele telefoon onder omstandigheden van redelijkheid en billijkheid

In deze zaak vorderde de naamloze vennootschap Orange Nederland N.V., voorheen bekend als Dutchtone N.V., betaling van € 1.030,29 van de gedaagde, die een mobiele telefoonabonnement had afgesloten. Orange stelde dat de gedaagde nalatig was in de nakoming van zijn contractuele betalingsverplichtingen, wat leidde tot de tussentijdse beëindiging van de overeenkomst. De gedaagde voerde echter verweer aan, stellende dat hij onder druk van derden het abonnement had afgesloten en dat andere telefoonmaatschappijen zijn overeenkomsten hadden ontbonden zodra zij van de omstandigheden op de hoogte waren gesteld.

De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de gedaagde niet vrijelijk de wil had gehad om het abonnement af te sluiten. De rechter erkende dat het onaanvaardbaar was dat Orange aanspraak maakte op de volledige kosten van het abonnement, gezien de omstandigheden waaronder het contract was aangegaan. De kantonrechter wees de vordering van Orange gedeeltelijk toe, waarbij de hoofdsom van € 412,69 voor de periode van gebruik van het abonnement werd toegewezen, evenals een bedrag aan wettelijke rente van € 24,37. De overige vorderingen, waaronder de buitengerechtelijke kosten, werden afgewezen.

De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. De rechter verklaarde de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, op 12 maart 2008.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 248420 \ CV EXPL 07-4464 \CP
Uitspraakdatum: 12 maart 2008
Vonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap ORANGE NEDERLAND N.V.
voorheen genaamd Dutchtone N.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag en Arnhem
tevens met diverse nevenvestigingen h.o.d.n. Orange Shop
eisende partij
verder ook te noemen: Orange
gemachtigde: Van Arkel, gerechtsdeurwaarders te Leiden
tegen
[gedaagde] wonende te Alkmaar
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. E.M. Diesfeldt, advocaat te Alkmaar.
Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 27 augustus 2007 met productie;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met productie;
- de conclusie van dupliek.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Het vonnis is bepaald op heden.
Het geschil
1. Orange vordert betaling van [gedaagde] van € 1.030,29, rente en kosten rechtens, en stelt hiertoe, zakelijk samengevat, dat [gedaagde] ondanks verzoeken daartoe nalatig is gebleven in de nakoming van de contractuele betalingsverplichtingen uit hoofde van een mobiele telefoonaansluiting. Op grond van de toepasselijke voorwaarden is Orange genoodzaakt geweest om de overeenkomst tussentijds te beëindigen ten gevolge waarvan [gedaagde] gehouden is tot betaling van de vaste periodieke kosten voor de resterende contractsduur. Orange vordert te dier zake een totaalbedrag van € 831,20. Voorts maakt Orange aanspraak op de tot 14 augustus 2007 vervallen wettelijke rente ad € 49,09 en de buitengerechtelijke incassokosten ad € 150,-, aldus in totaal € 1.030,29.
2. [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop -voor zover van belang- bij de beoordeling van het geschil nader zal worden ingegaan.
De beoordeling
3. Aangenomen moet worden dat tussen [gedaagde] en Orange een overeenkomst tot stand is gekomen. Weliswaar is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] niet daadwerkelijk de (vrije) wil heeft gehad het abonnement af te sluiten, omdat dit onder bedreiging door derden gebeurde, maar niet is gesteld waarom Orange er ten tijde van het aangaan van de overeenkomst niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [gedaagde] die wil niet had dan wel waarom Orange moest weten dat zij onder bedreiging van een derde het abonnement heeft afgesloten.
4. Vast staat dat Orange op 21 februari 2006 het telefoonnummer heeft geblokkeerd en op 25 februari 2006 kennis heeft gekregen van de omstandigheden waaronder het abonnement tot stand is gekomen. [gedaagde] stelt onbetwist dat de andere telefoonmaatschappijen, waarbij zij onder bedreiging telefoonabonnementen heeft afgesloten, direct nadat zij daarvan kennis kregen de overeenkomsten hebben ontbonden, terwijl Orange dit niet heeft gedaan. De kantonrechter begrijpt deze stelling als een beroep op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, die het onaanvaardbaar maken dat Orange onder de gegeven omstandigheden aanspraak blijft maken op het volledig uitfactureren van het abonnement.
5. De kantonrechter volgt [gedaagde] hierin ten dele. Aangenomen kan worden dat de factuur van 7 maart 2006 ad € 412,69 betrekking heeft op, naast abonnementsgeld van € 18,-, het gebruik van het abonnement. Die kosten zijn toewijsbaar. Orange heeft niets gesteld waaruit zou kunnen blijken dat de na die factuur in rekening gebrachte bedragen als daadwerkelijke kosten zijn te beschouwen. Onder de gegeven, hiervoor vermelde omstandigheden, vindt de kantonrechter het daarom onaanvaardbaar dat Orange aanspraak maakt op een vergoeding die betrekking heeft op de periode nadat het abonnement was afgesloten.
6. Het gevorderde aan netto hoofdsom is derhalve toewijsbaar tot een bedrag van € 412,69. Het bij dagvaarding gevorderde bedrag aan vervallen wettelijke rente zal aan dit bedrag worden gerelateerd en aldus tot een bedrag van € 24,37 worden toegewezen. Onvoldoende heeft Orange gesteld om aan te nemen dat zij buitengerechtelijke kosten heeft moeten maken, zodat die post zal worden afgewezen.
7. Nu partijen over en weer op onderdelen in het gelijk worden gesteld, zullen de proces-kosten worden gecompenseerd in dier voege dat ieder zijn eigen kosten draagt.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om aan Orange tegen kwijting te betalen een bedrag van € 437,06, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 412,69 vanaf 14 augustus 2007 tot de dag van betaling, een en ander tezamen een bedrag van € 5.000,- niet te bovengaande.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 12 maart 2008 in het openbaar uitgesproken.