ECLI:NL:RBALK:2008:BD3885
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van verhaalsbijdrage in het kader van de Wet op de Lijkbezorging
In deze zaak heeft de gemeente Alkmaar een verzoek ingediend om in het kader van de Wet op de Lijkbezorging een verhaalsbijdrage vast te stellen voor de kosten van de begrafenis van een overleden vrouw. De gemeente heeft twee kinderen van de overledene aangesproken om een deel van de kosten te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente, op basis van artikel 22 van de Wet op de Lijkbezorging, gerechtigd is om de kosten van de begrafenis te verhalen op de nalatenschap en, bij ongenoegzaamheid, op de bloed- en aanverwanten die tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest. De rechtbank oordeelt dat de twee kinderen, [naam 1] en [naam 2], ieder voor een gelijk deel van de hoofdsom verbonden zijn, maar dat zij niet hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het volledige bedrag dat nog niet is betaald. De rechtbank heeft het verzoek van de gemeente om een verhaalsbedrag van € 1.907,23 ten laste van [naam 1] en [naam 2] afgewijzen, omdat niet aannemelijk is geworden dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zouden zijn. De beschikking is uitgesproken op 28 mei 2008, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente de kosten kan verhalen op de drie nog in leven zijnde kinderen van de overledene, maar dat de twee kinderen met wie geen betalingsregeling is getroffen, niet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het volledige bedrag. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.