ECLI:NL:RBALK:2008:BD5601

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
25 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102975 / KV RK 08-382
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot conservatoir beslag op onroerende zaak en bankrekening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 25 juni 2008 een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag afgewezen. Het verzoek was ingediend door Ster Videotheken Organisatie B.V. tegen de gerekwestreerde Ronald Johan, die een franchiseovereenkomst met Ster had. Ster verzocht om beslag te leggen op een onroerende zaak en op bankrekeningen bij de Rabobank, omdat zij vreesde dat de gerekwestreerde de onroerende zaak zou verduisteren. De voorzieningenrechter oordeelde dat Ster onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er gegronde vrees voor verduistering bestond. Ster had in haar verzoekschrift niet duidelijk onderbouwd waarop de vrees was gebaseerd. In een later verzoek stelde Ster dat de gerekwestreerde voornemens was om de onroerende zaak aan het verhaal van zijn schuldeisers te onttrekken, maar ook deze stelling werd niet voldoende onderbouwd. Daarom werd het verzoek tot beslag op de onroerende zaak afgewezen.

Daarnaast werd het verzoek tot beslag onder de Rabobank afgewezen, omdat een bankrekening niet kan worden aangemerkt als een vordering of roerende zaak van de gerekwestreerde. De voorzieningenrechter concludeerde dat Ster niet kon aantonen dat er sprake was van een rechtsverhouding die het leggen van beslag rechtvaardigde. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek van Ster afgewezen, waarbij de kosten voor de procedure voor rekening van Ster kwamen. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing bij verzoeken tot conservatoir beslag en de strikte eisen die de wet stelt aan de vrees voor verduistering.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
FV/LJS
KV RK nummer: 102975/KV RK 08-382
datum: 25 juni 2008
Beschikking van de voorzieningenrechter,
in de zaak van:
de besloten vennootschap STER VIDEOTHEKEN ORGANISATIE B.V.,
gevestigd te Bolsward,
VERZOEKSTER,
procureur mr. A. de Groot,
advocaat mr. J.O. Hovinga te Leeuwarden,
tegen:
Ronald Johan [GEREKWESTREERDE],
wonende te Wervershoof,
GEREKWESTREERDE.
Partijen worden hierna ook genoemd "Ster" respectievelijk "[gerekwestreerde]".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Op 20 juni 2008 is bij het bureau voorzieningenrechter van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift van de advocaat van Ster, strekkende tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [gerekwestreerde] op een onroerende zaak en onder derden.
Na telefonisch overleg met de griffier is Ster in de gelegenheid gesteld om het verzoek via haar procureur in te dienen en om het verzoek te wijzigen.
Vervolgens is diezelfde dag een gewijzigd verzoekschrift ingekomen via de procureur.
Op 23 juni 2008 is Ster, wederom na overleg met de griffier, in de gelegenheid gesteld om het verzoek te wijzigen. Diezelfde dag heeft Ster nogmaals een gewijzigd verzoekschrift ingediend.
Een afschrift van het laatste verzoek is aan deze beslissing gehecht.
2. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
2.1 Ster legt aan haar verzoek, samengevat, het volgende ten grondslag. Partijen zijn een franchiseovereenkomst met elkaar aangegaan. [gerekwestreerde] heeft die overeenkomst opgezegd bij brief van 28 mei 2006. Omdat deze opzegging in strijd is met de overeenkomst, is [gerekwestreerde] aan Ster een gefixeerde boete van
[euro] 100.000,-- verschuldigd. De opzegging heeft er tevens toe geleid dat Ster verplicht was tot het terugkopen van inventaris voor een bedrag van [euro] 56.950,--. [gerekwestreerde] moet dit bedrag aan Ster betalen. Bovendien laat [gerekwestreerde] een aantal facturen onbetaald en heeft Ster aan de nieuwe exploitant van de videotheek een vergoeding van [euro]18.000,-- moeten betalen wegens de erbarmelijke staat waarin de winkel is achtergelaten door [gerekwestreerde]. Op grond van het voorgaande wenst Ster beslag te leggen onder de Coöperatieve Rabobank Noord-Holland Noord U.A.(hierna: de Rabobank) en op het aandeel van [gerekwestreerde] in de onroerende zaak aan de [adresgegevens] te [plaatsnaam].
2.2 Met betrekking tot het gevraagde verlof om, zoals de voorzieningenrechter begrijpt, beslag te mogen leggen op het aandeel van [gerekwestreerde] in de eigendom van de onroerende zaak geldt het volgende. Artikel 725 Rv in samenhang met het bepaalde in artikel 711, eerste en tweede lid, brengt met zich dat Ster dient aan te tonen dat er vrees voor verduistering van de onroerende zaak bestaat en de grond waarop die vrees berust. Aanvankelijk had Ster in het verzoekschrift zich over de vrees voor verduistering in het geheel niet uitgelaten. Vervolgens heeft zij in het gewijzigde verzoek van 20 juni 2008 volstaan met te stellen dat er vrees voor verduistering bestond. Waar die vrees voor verduistering op is gebaseerd, bleek daaruit echter niet. In het verzoekschrift van 23 juni 2008 heeft Ster gesteld dat [gerekwestreerde] voornemens is om de onroerende zaak aan het verhaal van zijn schuldeisers, waaronder Ster, te onttrekken om de verhaalsmogelijkheden teniet te doen. Ster heeft niet onderbouwd waarop zij dit baseert. Daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat Ster onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van gegronde vrees voor verduistering. Het verzoek van Ster wordt op basis van het voorgaande afgewezen.
2.3 Ten aanzien van het beslag onder de Rabobank overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Ster vraagt in het verzoekschrift van 23 juni 2008 om beslag te mogen leggen op de rekeningen die Ster bij de Rabobank heeft. Artikel 718 Rv bepaalt dat een schuldeiser conservatoir beslag onder derden kan leggen op de in artikel 475 Rv bedoelde goederen. Uit laatstgenoemd artikel vloeit voort dat Ster beslag kan leggen op vorderingen die [gerekwestreerde] op de Rabobank mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen en op aan [gerekwestreerde] toebehorende roerende zaken die onder de Rabobank berusten en die geen registergoederen zijn. Een bankrekening als zodanig is niet aan te merken als een vordering van [gerekwestreerde] op de Rabobank. Evenmin is een bankrekening een roerende zaak. Daarom wordt ook dit verzoek van Ster afgewezen.
2.4 Al het voorgaande leidt tot na te melden beslissing.
3. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek af.
Gegeven door mr. L.J. Saarloos voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar op 25 juni 2008, bijgestaan door
mr. F. Vermeij, griffier.