RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Zaaknr/repnr.: 264440 \ OA VERZ 08-84 (FZM)
Uitspraakdatum: 13 juni 2008
Beschikking in de zaak van:
de besloten vennootschap KWS Infra B.V., statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Vianen
verzoekende partij
verder ook te noemen: KWS
gemachtigde: mr. L.M. van der Sluis, advocaat te Utrecht
[werknemer], wonende te Heerhugowaard aan de [adres]
verwerende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. B.D. Roelink, advocaat te Hoofddorp
KWS heeft op 18 april 2008 een verzoekschrift ingediend.
Daar heeft [werknemer] bij verweerschrift op gereageerd.
Met het oog op de te houden terechtzitting heeft [werknemer] nog producties overgelegd.
De mondelinge behandeling heeft in deze plaatsgevonden op 2 juni 2008. Van het verhandelde is aantekening gehouden.
De inhoud van deze processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is heden uitspraak bepaald.
Op grond van de stukken staat het navolgende tussen partijen vast.
1. KWS is een onderneming die zich onder meer richt op de aanleg, reconstructie en onderhoud van verhardingen: wegen, paden, terreinen etc.
2. KWS maakt deel uit van Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V.
3. [werknemer], geboren op 3 februari 1962, is op 16 februari 1987 bij de rechtsvoorganger van KWS in dienst getreden.
4. Hij verdiende laatstelijk een bruto maandsalaris van € 5.852,26, exclusief vakantiegeld en emolumenten, waaronder een bonus.
5. [werknemer] was procuratiehouder / bedrijfsleider bij de vestiging van KWS te Heerhugowaard.
6. KWS heeft [werknemer] op staande voet ontslagen op 21 februari 2008. KWS beschuldigt [werknemer] van overtreding van artikel 6 van de mededingingswet, bestaande uit het maken van afspraken over dan wel het onderling afstemmen van en/of uitwisselen van informatie over te hanteren inschrijfcijfers bij twee aanbestedingen op Texel met een andere aannemer.
7. Bij vonnis in kort geding tussen partijen gewezen op 28 maart 2008 is de vordering van [werknemer] tot wedertewerkstelling en doorbetaling van het loon toegewezen op straffe van een dwangsom.
8. KWS heeft het vonnis niet uitgevoerd en hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.
9. Vervolgens heeft dezelfde rechter in kort geding de dwangsom verbonden aan het niet naleven van het vonnis verhoogd.
10. KWS is nog steeds in gebreke het vonnis na te leven.
11. De kwestie is in onderzoek bij het NMA.
12. KWS verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden, voor zover rechtens vereist, op grond van gewichtige redenen, bestaande uit primair een dringende reden en subsidiair veranderingen in de omstandigheden.
13. Zij baseert haar verzoek mede op de hiervoor weergegeven vaststaande feiten en omstandigheden. KWS stelt voorts samengevat het navolgende. In oktober 2007 was sprake van een onderhandse eerdere aanbesteding betreffende een project in Oudeschild, Parkeren en Meer, waarbij een offerte voor meer dan € 100.000,00 werd uitgebracht.
[werknemer] heeft een prijsaanbieding gedaan en heeft daartoe een offerte laten maken door een onderaannemer. Deze onderaannemer, [onderaannemer] heeft zelf vervolgens ook een offerte uitgebracht. Deze handelwijze komt in strijd met de mededingingswet. Ter zake is [werknemer] door KWS gewaarschuwd.
Voorts heeft [werknemer] opnieuw in januari 2008 de regels overtreden bij het project "grasbetontegels voor de Postweg", eveneens bij de gemeente Texel. Ook in dit geval heeft [werknemer] met [onderaannemer] overleg gehad over de aan te bieden prijs. [onderaannemer] hebben naast KWS ook een offerte uitgebracht. [werknemer] heeft de prijzen van deze onderaannemer voor het leggen van grasbetontegels beschermd, door de gegevens van deze onderaannemer te betrekken bij de offerte en de prijs op te hogen. [werknemer] heeft ook de interne regels overtreden. Hij dient bij een aanneemsom van meer dan € 100.000,00 overleg te voeren met de vestigingsdirecteur. Dit heeft hij nagelaten.
14. Naar aanleiding van deze constateringen en vermoedens heeft KWS een onderzoeksbureau opdracht gegeven een onderzoek ter zake in te stellen. Er is een rapport uitgebracht en uit de diverse afgelegde verklaringen valt de juistheid van de beschuldigingen jegens [werknemer] af te leiden. Daarop heeft ontslag op staande voet plaatsgevonden. De handelwijze van [werknemer] vormt een dringende reden, ook voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover rechtens vereist. Van KWS kan redelijkerwijs niet worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst laat voortduren.
KWS wijst in dit verband naar de historie, de bouwfraude affaire, en betoogt dat de regels strak gehandhaafd dienen te worden.
15. [werknemer] voert uitgebreid en gemotiveerd verweer.
Hij verzet zich tegen de verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [werknemer] betwist de door KWS aangevoerde feiten en omstandigheden, welke zij aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd. Hem valt niet te verwijten dat hij de regels van de mededingingswet heeft overtreden. De wel gebleken feiten en omstandigheden zijn geoorloofd. Indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden acht [werknemer] toekenning van een vergoeding redelijk, waarbij hij de factor C op 5 stelt redelijk. Dit komt neer op een bedrag van € 853.532,22. Bij de bepaling van dit bedrag gaat [werknemer] overigens uit van de gebruikelijke factoren. Bij de omvang van zijn salaris telt hij een bonusuitkering mee van gemiddeld € 7.766,00 per jaar.
KWS heeft bestreden dat aan [werknemer] een vergoeding toekomt.
16. Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de kantonrechter als volgt.
17. De kantonrechter overweegt in de eerste plaats dat gebleken is dat het onderhavige ontbindingsverzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in de artikelen 7:647, 7:648, 7:670 en 7:670a van het Burgerlijk Wetboek [BW] of enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
18. Partijen hebben, zowel ten overstaan van de kortgedingrechter als ter gelegenheid van de onderhavige procedure, buitengewoon uitgebreid aandacht gegeven aan de vraag of [werknemer] al dan niet artikel 6 van de mededingingswet heeft geschonden.
Naar het oordeel van de kantonrechter is zulks zonder nader onderzoek en zonder uitgebreide bewijslevering niet komen vast te staan. Slechts het rapport van het door KWS ingeschakelde bureau is ter zake voorhanden. Op dit eenzijdige onderzoek heeft [werknemer] geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Hij is slechts in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen nadat het onderzoek was afgerond. Geheel onvoorbereid werd hij op het kantoor van KWS te Vianen geconfronteerd met de beschuldigingen en kreeg hij de gelegenheid zijn visie te geven. De kantonrechter begrijpt dat [werknemer] deze handelwijze als een overval heeft beschouwd. Het onderzoek is uitsluitend gebaseerd op verklaringen van werknemers van KWS. De onderaannemer en de gemeente Texel zijn daarbij niet betrokken geweest.
19. Thans is de zaak in onderzoek bij de NMA. Volgens KWS zullen de resultaten van het onderzoek nog maanden op zich laten wachten. Als de zaak zonneklaar was geweest, zoals KWS wil doen geloven, dan ligt het voor de hand dat de NMA eerder met haar bevindingen naar buiten zou komen. De kwestie is buitengewoon precair en de beantwoording van de vraag of [werknemer] zich schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten gedragingen zal afhangen van tal van soms gedetailleerde feiten en omstandigheden. Menigeen weet zich de langdurige enquêtes in de zogenaamde bouwfraudezaak te herinneren. Ook [werknemer] heeft recht op een behoorlijke verdediging en op "gelijkheid van wapens". Ook hij zal bijvoorbeeld in de gelegenheid gesteld dienen te worden getuigen te doen horen. Daarvoor is plaats in de bodemprocedure, welke thans reeds tussen partijen aanhangig is.
20. Naar het oordeel van de kantonrechter is thans onvoldoende komen vast te staan, op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting, dat de verweten gedragingen hebben plaatsgevonden. De arbeidsovereenkomst zal dan ook niet worden ontbonden op grond van een dringende reden. Indien [werknemer], mogelijk, zijn limiet heeft overschreden en ten onrechte geen overleg heeft gevoerd met de vestigingsdirecteur nu het een aanbesteding van meer dan € 100.000,00 betrof, is dat onvoldoende redengevend om een dringende reden aan te nemen. Dit geldt temeer nu [werknemer] altijd goed heeft gefunctioneerd en niet is gebleken van eerdere onrechtmatige handelwijze.
21. Gelet op alle omstandigheden, de ernstige verstoorde arbeidsrelatie, zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden wegens gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in de omstandigheden.
22. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende duidelijk geworden dat een vruchtbare samenwerking tussen partijen niet meer mogelijk is. KWS heeft ervoor gekozen twee kortgedingvonnissen naast zich neer te leggen. Zo zeer hecht zij er kennelijk aan dat [werknemer] niet meer terugkeert binnen haar onderneming. Het lijkt er veeleer op dat KWS niet meer terug kan/wil komen op de eerder door haar ingeslagen weg. Zij had [werknemer] toch ook op non-actief kunnen stellen met behoud van salaris in afwachting van de resultaten van het onderzoek van de NMA. Dat zij zulks niet heeft gedaan en ervoor gekozen heeft rechterlijke oordelen naast zich neer te leggen, leidt ertoe dat de kantonrechter van oordeel is dat de redenen welke tot de ontbinding leiden uitsluitend aan KWS te wijten zijn. De kantonrechter acht de handelwijze van KWS zeer verwijtbaar. Ook het feit dat zij aan het personeel kennis heeft gegeven van het ontslag op staande voet van "een medewerker" zonder dat is komen vast te staan dat deze zich daadwerkelijk schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten gedragingen acht de kantonrechter uiterst laakbaar. KWS heeft geen deugdelijke reden gegeven voor deze actie. Bij de bepaling van de omvang van de vergoeding dient de vraag of er ongeoorloofd is gehandeld in dit geval noodzakelijkerwijs in het midden te worden gelaten. De kantonrechter acht de handelwijze van KWS zeer verwijtbaar.
23. Op grond van alle hiervoor weergegeven omstandigheden en voorts gelet op de gebruikelijke omstandigheden, zoals de lengte van het dienstverband en de leeftijd van [werknemer] acht de kantonrechter een vergoeding van € 515.000,00 bruto billijk.
24. Alle overige stellingen van partijen werpen geen ander licht op de beoordeling van dit geschil en deze behoeven derhalve geen bespreking meer.
25. Op de voet van artikel 7:685 lid 9 BW worden partijen van de voorgenomen beslissing in kennis gesteld en is KWS bevoegd het verzoek binnen hierna te noemen termijn in te trekken.
26. Er zijn termen aanwezig de proceskosten tussen partijen te compenseren. Ingeval KWS evenwel haar verzoek intrekt, zal zij de proceskosten van [werknemer] dienen te dragen.
De beslissing
Bepaalt dat de termijn, waarbinnen KWS haar verzoek zal kunnen intrekken [i.c. door middel van een schriftelijke mededeling (eventueel bij faxbericht) aan de griffier en in afschrift aan de (gemachtigde van de) wederpartij], zal lopen tot en met 30 juni 2008.
Voor het geval haar verzoek niet binnen die termijn zal hebben ingetrokken:
Ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor zover rechtens vereist, met ingang van 1 juli 2008.
Kent aan [werknemer] ten laste van KWS een vergoeding toe van € 515.000,00 bruto.
Bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen.
Wijst het meer of anders verzochte af.
Voor het geval haar verzoek binnen die termijn zal hebben ingetrokken:
Veroordeelt KWS in de proceskosten, die aan de zijde van [werknemer] worden vastgesteld op € 400,-- voor salaris gemachtigde, waarover KWS geen BTW verschuldigd is.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.B. Rip, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 juni 2008 in het openbaar uitgesproken.