Uitspraak
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
JK/LJS
zaak- en rolnummer: 102906 / HA ZA 08-484
datum: 12 november 2008 (bij vervroeging)
Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht EASTERN SILK INDUSTRIES LTD,
gevestigd en kantoor houdende te Calcutta (India),
EISERES in de hoofdzaak bij dagvaarding van 23 mei 2008,
VERWEERSTER in het incident,
advocaat mr. R.R.F. van der Mark,
tegen:
[NAAM GEDAAGDE], h.o.d.n. PADMASHREE INTERNATIONAL,
wonende te Alkmaar,
GEDAAGDE in de hoofdzaak,
EISER in het incident,
advocaat mr. H.B. de Regt.
Partijen zullen verder worden genoemd "Eastern Silk Industries" respectievelijk "Padmashree International".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
in de hoofdzaak en in het incident
1.1 Eastern Silk Industries heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding, waarbij één productie is overgelegd.
1.2 Padmashree International heeft een incidentele conclusie strekkende tot het stellen van zekerheid genomen.
1.3 Ter rolle van 1 oktober 2008 is akte verleend van de omstandigheid dat Eastern Silk Industries niet van conclusie van antwoord in het incident heeft gediend.
1.4 Ten slotte is vonnis bepaald. De inhoud van al deze stukken geldt als hier ingelast.
2. DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
in het incident
2.1 Padmashree International heeft zekerheid gevorderd voor de betaling van de proceskosten waartoe Eastern Silk Industries kan worden veroordeeld, tot een bedrag van [euro] 2.725,--. Daartoe is gesteld dat Eastern Silk Industries is gevestigd in India en dat India geen partij is bij enig verdrag inzake de vrijstelling van proceskostenzekerheid als bedoeld in artikel 224 lid 2 sub a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarom is Eastern Silk verplicht de zekerheid te stellen.
2.2 Eastern Silk Industries heeft geen verweer gevoerd.
2.3 De rechtbank zal de vordering van Padmashree International tot het stellen van zekerheid van de proceskosten tot betaling waarvan Eastern Silk Industries zou kunnen worden veroordeeld toewijzen. Vaststaat immers dat Eastern Silk Industries is gevestigd in India en dat zich hier geen van de in artikel 224 lid 2 Rv bedoelde uitzonderingen voordoet. De rechtbank zal het bedrag tot welke de zekerheid wordt gevorderd echter toewijzen tot een bedrag van [euro] 2.180,--. Indien Eastern Silk Industries in de proceskosten wordt veroordeeld, zal dit namelijk - wat betreft het griffierecht - alleen het bij Padmashree International geheven vast recht omvatten, zijnde [euro] 545,--.
2.4 De rechtbank stelt de termijn waarbinnen Eastern Silk Industries aan de zekerheid moet voldoen ambtshalve op vier weken na de datum van het onderhavige vonnis. Hierbij benadrukt zij dat het ingevolge artikel 6:51 van het Burgerlijk Wetboek aan degene die zekerheid dient te stellen is, op welke wijze hij dat doet. Voorts wijst de rechtbank Eastern Silk Industries er op dat, indien niet binnen de gestelde termijn de zekerheid wordt gesteld, dit leidt tot verval van de bevoegdheid met het oog waarop de zekerheid moest worden gesteld en derhalve tot niet-ontvankelijkheid (artikel 616 Rv).
2.5 De rechtbank zal het oordeel over de kosten van het incident aanhouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak.
in de hoofdzaak
2.6 De hoofdzaak zal worden verwezen naar na te noemen roldatum voor het nemen van een conclusie van antwoord.
3. DE BESLISSING
De rechtbank:
in het incident
3.1 beveelt Eastern Silk Industries binnen vier weken na de datum van dit vonnis zekerheid te stellen voor de proceskosten tot een bedrag van [euro] 2.180,--;
3.2 houdt de beslissing omtrent de proceskosten aan;
in de hoofdzaak
3.3 verwijst de zaak naar de rol van 7 januari 2009 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. L.J. Saarloos en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
JK / LJS
zaaknummer / rolnummer: 102906 / HA ZA 08-484
datum: 25 februari 2009
Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht EASTERN SILK INDUSTRIES LTD,
gevestigd en kantoor houdende te Calcutta (India),
EISERES in de hoofdzaak bij dagvaarding van 23 mei 2008,
VERWEERSTER in het incident,
advocaat mr. R.R.F. van der Mark,
tegen
[NAAM GEDAAGDE], h.o.d.n. PADMASHREE INTERNATIONAL,
wonende te Alkmaar,
GEDAAGDE in de hoofdzaak,
EISER in het incident
advocaat mr. H.B. de Regt.
Partijen zullen hierna "Eastern Silk Industries" en "Padmashree International" worden genoemd.
1.Het verloop van het geding
In de hoofdzaak en in het incident
1.1.De rechtbank heeft bij vonnis van 12 november 2008 in het incident Eastern Silk Industries bevolen binnen vier weken na de datum van dat vonnis zekerheid te stellen voor de proceskosten tot een bedrag van [euro] 2.180,--. Voorts heeft de rechtbank de beslissing omtrent de proceskosten in het incident aangehouden en heeft zij de hoofdzaak naar de rol van 7 januari 2009 verwezen voor conclusie van antwoord.
1.2.Vervolgens heeft Padmashree International een incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid genomen.
1.3.Van de zijde van Eastern Silk Industries is, hoewel zij daartoe in de gelegenheid te is gesteld, geen reactie ingekomen.
2.De overwegingen
In de hoofdzaak en in het incident
2.1.De rechtbank handhaaft al hetgeen in het vonnis van 12 november 2008 is overwogen en beslist.
2.2.Padmashree International heeft onweersproken gesteld dat Eastern Silk Industries niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn zekerheid heeft gesteld van de proceskosten tot betaling waarvan Eastern Silk Industries zou kunnen worden veroordeeld, zodat dit vaststaat. Ingevolge het bepaalde in artikel 616 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - en zoals reeds aangekondigd in eerder genoemd vonnis - leidt dit tot verval van de bevoegdheid met het oog waarop de zekerheid moest worden gesteld en derhalve tot niet-ontvankelijkheid. De rechtbank zal daarom Eastern Silk Industries niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering in de hoofdzaak.
2.3.Nu Eastern Silk Industries niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal zij in de proceskosten van zowel de hoofdzaak als het incident worden veroordeeld. Door het niet (tijdig) stellen van de bevolen zekerheid, heeft Padmashree International zowel in de hoofdzaak als in het incident nodeloos kosten gemaakt.
De kosten aan de zijde van Padmashree International worden begroot op:
- vast recht [euro] 545,--
- salaris advocaat [euro] 836,-- (1,0 punt × tarief [euro] 384,-- en 1,0 punt x tarief [euro] 452,--) Totaal [euro] 1.381,--
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
3.De beslissing
De rechtbank:
In de hoofdzaak en in het incident
verklaart Eastern Silk Industries niet-ontvankelijk in haar vordering in de hoofdzaak;
veroordeelt Eastern Silk Industries in de proceskosten, aan de zijde van Padmashree International tot op heden begroot op [euro] 1.381,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertien dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.