ECLI:NL:RBALK:2009:BI0268
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde van een woonark vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam
In deze zaak gaat het om de waarde van een woonark die door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam is vastgesteld op € 168.500,00. Eisers, de bewoners van de woonark, hebben bezwaar gemaakt tegen deze waardebepaling, omdat zij van mening zijn dat de waarde te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 26 november 2008, waarbij eisers in persoon aanwezig waren en de heffingsambtenaar vertegenwoordigd werd door J.C. Brijde en mr. N. Kell. De eisers hebben aangevoerd dat de waarde van hun woonark te hoog is in vergelijking met de eerder vastgestelde waarde van € 112.000,00 in 2003 en dat de marktwaarde zonder een vast ligplaatscontract slechts € 30.000,00 bedraagt. Daarnaast hebben zij foto’s overgelegd die de slechte staat van de steigers rondom hun woonark aantonen.
De rechtbank heeft overwogen dat de taxatiemethode die door de heffingsambtenaar is gehanteerd, waarbij de waarde van de woonark is vergeleken met verkoopprijzen van vergelijkbare woonarken, juist is. De rechtbank concludeert dat de woonarken voldoende vergelijkbaar zijn en dat de transactiedata dicht bij de waardepeildatum van 1 januari 2003 liggen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de ligging van de woonarken niet significant verschilt, hoewel eisers een bewakingsfunctie vervullen voor het terrein, wat heeft geleid tot een verlaging van de waarde met € 20.000,00. De rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de waardedrukkende factoren en dat de vastgestelde waarde van de woonark niet te hoog is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de waarde van de woonark zoals vastgesteld door de heffingsambtenaar in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 16 februari 2009 door mr. L. Boonstra, rechter, in tegenwoordigheid van O. Bergmans, griffier.