ECLI:NL:RBALK:2009:BI3335
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunningvrij plaatsen van duiker en stuwen in watergang
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 5 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. C.E. Bos, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, vertegenwoordigd door mr. P.J.M. Hink. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 21 november 2007, waarin verweerder alsnog vrijstelling en bouwvergunning verleende voor het plaatsen van een duiker in de watergang, maar het bezwaar ongegrond verklaarde voor het plaatsen van zeven stuwen. Eiser stelde dat het plaatsen van de duiker en de stuwen niet bouwvergunningplichtig was en dat verweerder onbevoegd had gehandeld door een bouwvergunning te verlenen.
De rechtbank heeft de regelgeving omtrent bouwvergunningen, met name de Woningwet en het Besluit Bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb), in haar overwegingen betrokken. De rechtbank oordeelde dat de duiker en de stuwen die eiser wilde plaatsen, bouwvergunningsvrij waren, omdat deze bouwwerken geen openbare of publieke functie vervulden, maar wel onder de bouwvergunningsvrije categorieën vielen. De rechtbank vernietigde het besluit van verweerder van 21 november 2007 en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,00 werden vastgesteld, en het griffierecht van € 143,00 moest door de gemeente Bergen aan eiser worden vergoed.
De rechtbank benadrukte dat de regelgeving niet alleen van toepassing is op bouwwerken met een openbare functie, maar ook op andere bouwwerken die bijdragen aan de waterhuishouding. Dit oordeel was gebaseerd op de interpretatie van de relevante wetgeving en de nota van toelichting bij de wijziging van het Bblb. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van bouwvergunningplicht in vergelijkbare gevallen.