ECLI:NL:RBALK:2009:BI4783

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
20 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
284659 CV EXPL 08-4843
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.J. van de Sande
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partiële ontbinding van overeenkomst inzake portretschilderij vervaardigd in China

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 20 april 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een meubeldetailhandel (eiseres) en een gedaagde die een portretschilderij had besteld. Gedaagde had op 17 augustus 2006 opdracht gegeven voor het vervaardigen van een portretschilderij van zijn kinderen en hun hond, met een overeengekomen prijs van € 369,00. Het schilderij, dat in China was vervaardigd, werd op 6 april 2007 gereed gemeld, maar gedaagde heeft het schilderij niet afgenomen en de factuur niet betaald. Eiseres vorderde betaling van € 444,00, inclusief buitengerechtelijke kosten.

Gedaagde voerde verweer en stelde dat het schilderij niet voldeed aan de verwachtingen, met name de weergave van zijn kinderen en de hond was niet natuurgetrouw. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een resultaatsverbintenis, waarbij de prestatie voornamelijk bestond uit het naschilderen van een foto. De kantonrechter concludeerde dat er een tekortkoming was in de uitvoering van de opdracht, maar dat deze tekortkoming niet zo ernstig was dat ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd was. In plaats daarvan werd een partiële ontbinding toegewezen, waarbij gedaagde slechts de helft van de overeengekomen prijs verschuldigd was, en hij zijn recht op het schilderij behield.

De kantonrechter wees de vordering van eiseres voor de helft toe en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

ECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 284659 CV EXPL 08-4843
Uitspraakdatum: 20 april 2009
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam], gevestigd en kantoorhoudende te [plaats]
gemachtigde: Van Arkel gerechtsdeurwaarders te Leiden
eisende partij, verder te noemen: eiseres
tegen
[naam], wonende [adres]
gedaagde partij, verder te noemen: gedaagde
verschenen in persoon
Het procesverloop
Eiseres heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding (met producties) d.d. 2 december 2008. Gedaagde heeft bij antwoord verweer gevoerd. Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 5 maart 2009, in aanwezigheid van partijen en de gemachtigde van eiseres. Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
- Gedaagde heeft op 17 augustus 2006 aan eiseres, een meubeldetailhandel, opdracht gegeven tot het doen vervaardigen van een portretschilderij, formaat 30 x 40 cm, naar het voorbeeld van een daartoe aan eiseres ter beschikking gestelde foto. De overeengekomen prijs bedroeg € 369,00.
- De bedoeling was een geschilderd portret van twee kinderen van gedaagde, in gezelschap van de tot het gezin behorende hond.
- De vermoedelijke levertijd bedroeg omstreeks 10 weken, welke termijn ongeveer samenviel van de verjaardag van gedaagdes echtgenote (en moeder van de kinderen) op 29 november 2006.
- Eiseres heeft het schilderij, via een tussenpersoon, doen vervaardigen in de Volksrepubliek China.
- Omstreeks 6 april 2007 was het schilderij gereed en werd aan gedaagde een factuur gezonden voor het overeengekomen bedrag.
- Het schilderij is tot op heden niet door gedaagde afgenomen.
- De factuur is evenmin betaald.
Het geschil
Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van € 444,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 369,00 vanaf 21 november 2007 tot aan de voldoening.
Het gevorderde bedrag is samengesteld uit de prijs van het schilderij en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten ad € 75,00.
Gedaagde voert verweer tegen de vordering.
Zijn echtgenote heeft (vergezeld van haar zus en moeder) het schilderij bij eiseres gezien. De gezichten van de kinderen en de haren van de hond waren niet natuurgetrouw; met name de gezichtsuitdrukking van beide kinderen is angstaanjagend weergegeven, terwijl gras op kinderlijke wijze is weergegeven (“plukjes gras als op een Japanse kalender”).
Volgens gedaagde komt het schilderij absoluut niet overeen met de foto.
Gedaagde heeft zich tot afname bereid verklaard, mits een en ander zou worden verbeterd.
Het getoonde voorbeeld was wel goed gelijkend.
De beoordeling
Gedaagde heeft er geen punt van gemaakt dat het portret niet tijdig (omstreeks de verjaardag van zijn echtgenote) gereed was. Van een fatale termijn is mitsdien geen sprake.
Eiseres heeft, zoals verzocht het schilderstuk en de foto ter zitting getoond.
In de visie van eiseres is het schilderij, zeker op enige afstand, van voldoende kwaliteit.
Volgens gedaagde, die het schilderij niet eerder had gezien, is er sprake van een tekortkoming omdat zijn zoon niet goed is geportretteerd. In mindere mate geldt dit ook voor de hond.
De kantonrechter stelt voorop dat de door eiseres op zich genomen verplichting kan worden gekenschetst als een resultaatsverbintenis nu de prestatie overwegend bestaat uit het (na)schilderen van een foto en in mindere mate om het artistieke gehalte daarvan.
Daaraan getoetst is de kantonrechter van oordeel dat de dochter prima is weergegeven, dat de hond een goed geschilderde Golden Retriever (doch volgens gedaagde niet zijn hond), terwijl de weergave van de zoon, zeker van dichtbij, minder geslaagd is te noemen.
Er is dan ook sprake van enige tekortkoming. De wettelijk uitgangspunt is dat in een dergelijk geval de opdrachtnemer, in dit geval de portretschilder, in de gelegenheid dient te worden gesteld om de geleverde prestatie te perfectioneren, hetgeen door een enkele retouche zeer wel mogelijk lijkt.
In de onderhavige situatie blijkt dit echter op praktische gronden onuitvoerbaar te zijn. Het door eiseres via een tussenpersoon getroffen arrangement met de (haar onbekende) Chinese uitvoerder voorziet daar niet in.
Een beroep op overmacht gaat in dit geval niet op. De onmogelijkheid om het portret te verbeteren komt in de gegeven omstandigheden voor rekening van eiseres, terwijl bovendien de Chinese schilder als haar hulppersoon is te beschouwen.
Gedaagde heeft ter zitting aangegeven het schilderij niet te willen afnemen. Het komt bij hem niet aan de wand.
De kantonrechter begrijpt dit als een beroep op ontbinding.
De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de ernst van de tekortkoming niet een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Gedaagde wist bij het aangaan van de transactie dat het schilderij in China zou worden vervaardigd, dus ook gedaagde moet zich er redelijkerwijs van bewust zijn geweest dat, indien het resultaat zou tegenvallen “ruilen”voor een beter exemplaar onmogelijk zou zijn.
De kantonrechter acht daarom gerechtvaardigd een partiële ontbinding van de overeenkomst, in dier voege dat gedaagde slechts de helft van de overeengekomen prijs verschuldigd is, overeenkomend met de kwaliteit van het schilderij.
De vordering van eiseres zal dan ook voor de helft worden toegewezen (waarbij gedaagde zijn recht behoudt op het schilderij).
De kantonrechter vindt onvoldoende grond van een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in dier voege dat zij ieder hun eigen kosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen kwijting te betalen € 184,50, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 december 2008 tot de dag van betaling.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2009.
De griffier, De kantonrechter,