ECLI:NL:RBALK:2009:BI5097

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
9 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
279042 - CV EXPL 08-3754
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over gebreken aan tweedehands auto na levering

In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], wegens gebreken aan een tweedehands auto die hij op 10 april 2008 had gekocht. De auto, een Buick Regal 2.8 Limited uit 1990, vertoonde direct na levering diverse gebreken, waaronder een lek oliefilter, een defecte accu en een onjuiste kilometerstand. Eiser heeft de gebreken gemeld bij gedaagde, maar deze was niet bereid om de klachten binnen een redelijke termijn te verhelpen. Eiser heeft daarom de auto door een derde laten repareren, wat hem kosten heeft opgeleverd van € 1.787,39. Eiser vorderde deze kosten van gedaagde, met de wettelijke rente en proceskosten.

Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat de auto zodanige gebreken vertoonde dat deze niet veilig aan het verkeer kon deelnemen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de verplichtingen van de verkoper onder artikel 7:17 lid 1 BW, dat bepaalt dat de verkoper een zaak moet leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. De kantonrechter oordeelde dat de gebreken die eiser heeft genoemd niet zodanig ernstig waren dat de auto niet veilig aan het verkeer kon deelnemen, vooral omdat de auto op 16 april 2008 APK-goedgekeurd was.

De kantonrechter heeft verder overwogen dat eiser niet eerst gedaagde in de gelegenheid heeft gesteld om de gebreken te herstellen voordat hij de auto door een derde liet repareren. Dit is in strijd met artikel 7:21 lid 6 BW, dat bepaalt dat een koper de verkoper eerst schriftelijk moet aanmanen om binnen een redelijke termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. Aangezien eiser deze procedure niet heeft gevolgd, kon hij gedaagde niet aansprakelijk stellen voor de gemaakte kosten.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van eiser afgewezen en hem in de proceskosten verwezen, die voor gedaagde op nihil zijn vastgesteld. De uitspraak is gedaan door kantonrechter J.H.A.C. Everaerts op 9 maart 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 279042 \ CV EXPL 08-3754
Uitspraakdatum: 9 maart 2009
Vonnis in de zaak van:
[naam], wonende te [woonplaats]
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. L. Bosch, advocaat te Hoorn
(toevoeging nr. 4GZ0467)
tegen
[naam], [adres]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
Het procesverloop
[eiser] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 29 september 2008 (met producties). Op 6 oktober 2008 is er een herstelexploot aan [gedaagde] betekend.
[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd onder overlegging van producties.
Ingevolge het tussenvonnis van 3 november 2008 is er op 6 februari 2009 een comparitie na antwoord gehouden. Ter zitting zijn verschenen [eiser], bijgestaan door zijn gemachtigde, en [gedaagde], bijgestaan door haar chef werkplaats [naam]
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
De vordering
1. [eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.787,39 te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
2. [eiser] heeft aan zijn vordering het volgende ten grondslag gelegd. Op 10 april 2008 heeft [eiser] bij [gedaagde] voor een bedrag van € 2.750,00 een Buick regal 2.8 Limited gekocht met als bouwjaar 1990. De auto is op 16 april 2008 APK goedgekeurd. Volgens [eiser] vertoonde de auto direct na levering diverse gebreken. Zo bleef bijvoorbeeld het servicelampje branden, was het oliefilter lek, bleek de olie niet ververst, en was de linker steekas hoorbaar. Verder bleek de accu stuk en moesten de bougies worden vervangen. Tenslotte was de kilometerstand niet correct en bleek de bedrading van de auto bloot en door elkaar te liggen. De auto was, aldus [eiser], een gevaar voor de verkeersveiligheid. [eiser] heeft deze klachten bij [gedaagde] gemeld, maar zij was niet bereid om deze klachten binnen redelijke termijn te verhelpen. [eiser] zag zich daarom genoodzaakt om zijn auto door een derde te laten repareren. De daarmee gemoeide kosten bedragen € 1.787,39. [eiser] is van mening dat [gedaagde] voor deze schade aansprakelijk is.
Het verweer
3. [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd strekkende tot afwijzing van de vordering. Daarop zal hierna bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De standpunten van partijen
4. De standpunten van partijen zijn bekend uit hun schrifturen en zijn nader toegelicht ter gelegenheid van de op 6 februari 2009 tussen partijen gehouden comparitie na antwoord. Een en ander wordt hier als herhaald en ingelast beschouwd.
De beoordeling van het geschil
5. In dit geding staat centraal het antwoord op de vraag of [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de met [eiser] gesloten koopovereenkomst, dit omdat de auto in materieel opzicht niet aan de koopovereenkomst beantwoordt.
6. Ingevolge artikel 7:17 lid 1 BW is de verkoper verplicht een zaak af te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. In geval een (tweedehands) auto wordt gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen zal als regel moeten worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst, indien als gevolg van een eraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren. Deze regel kan onder omstandigheden uitzondering lijden indien bijvoorbeeld de koper geacht kan worden het risico van gebreken te hebben aanvaard. Gesteld noch gebleken is dat dit laatste zich in dit geval heeft voorgedaan. Dat de auto door [gedaagde] zonder garantie is verkocht acht de kantonrechter hiervoor niet voldoende.
7. In zijn arrest van 8 juli 2005 (NJ 2006,22) heeft de Hoge Raad hieraan toegevoegd dat uit de zojuist weergegeven maatstaf niet het omgekeerde volgt, te weten dat ingeval een auto niet zodanige gebreken heeft dat gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren, daaruit zou volgen dat de auto wèl aan de overeenkomst beantwoordt, ook indien deze, zoals [eiser] in het onderhavige geval heeft aangevoerd, nog andere gebreken heeft.
8. De kantonrechter acht in de eerste plaats door of namens [eiser] niet aannemelijk gemaakt dat de auto zodanig ernstige gebreken vertoonde dat hij daarmee niet veilig aan het verkeer had kunnen blijven deelnemen. Vast staat dat de auto op 16 april 2008 is goedgekeurd zodat er in beginsel van mag worden uitgegaan dat daarmee vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid met de auto kon en mocht worden gereden. De APK-keuring is primair een veiligheidskeuring ter beoordeling of de auto in mechanisch en technisch opzicht voldoende veilig is om de weg op te mogen, doch daarbij is zeker bij een oude auto bepaald niet uitgesloten, dat er na korte tijd alweer reparaties moeten worden verricht (Gerechtshof Den Bosch 8 februari 2005, NJF 2005, 282). Uit het betoog van [eiser] kan weliswaar worden afgeleid dat hij van mening is dat de onderhavige auto naar zijn mening niet had mogen worden goedgekeurd, doch een en ander is niet nader onderbouwd. Voorts overweegt de kantonrechter dat, ook indien er vanuit wordt gegaan dat het juist is wat [eiser] heeft betoogd, te weten dat de auto direct na levering verschillende mankementen vertoonde, daarmee nog niet zonder meer is gegeven dat de auto vanuit veiligheidsoverwegingen niet geschikt was voor deelname aan het verkeer. Namens [eiser] zijn in zijn inleidende dagvaarding een aantal klachten genoemd die zich naar zijn zeggen vrijwel direct na levering hebben geopenbaard, doch zonder nadere toelichting welke in het onderhavige geval ontbreekt wettigt de aard van deze klachten niet de conclusie dat zonder reparatie dan wel vernieuwing van de bewuste onderdelen niet meer met de auto had mogen en kunnen worden gereden.
9. Het vorenstaande laat evenwel onverlet dat ook de door [eiser] genoemde klachten een bron van ergernis kunnen zijn, zeker indien deze klachten zich zo kort na aankoop manifesteren. Daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de auto door [gedaagde] was afgeleverd onder de mededeling dat de auto “in prima conditie verkeert”. Een koper mag immers afgaan op de door een deskundig geachte professionele verkoper gedane mededelingen en op hem rust ter zake van de juistheid van die mededelingen – bijzondere omstandigheden daargelaten welke zich hier naar het oordeel van de kantonrechter niet voordoen – geen onderzoeksplicht. [eiser] mocht er mitsdien op vertrouwen dat aan hem een goede tweedehandsauto werd verkocht, zij het dat hij er van zijn kant rekening mee moest houden dat hij een oude auto zonder garantie kocht, zodat hij niet erop mocht rekenen dat hij in het geheel gevrijwaard zou blijven van welke reparatie dan ook.
10. [eiser] vordert in de eerste plaats vergoeding van de kosten van een nieuwe accu (zie de factuur van Van der Linden van Sprankhuizen d.d. 23 mei 2008, inleidende dagvaarding, productie 8) en van de vervanging van een motorkapkabel en wisserbladen (zie de factuur van hetzelfde bedrijf d.d. 22 mei 2008, inleidende dagvaarding, productie 8). Gesteld noch gebleken is evenwel dat [eiser] dienaangaande – alvorens een en ander door een derde te laten repareren – contact met [gedaagde] heeft opgenomen dan wel haar heeft aangemaand een en ander te herstellen. Blijkens de stukken heeft [eiser] zich schriftelijk op 29 mei 2008 tot [gedaagde] gewend middels een e-mail en daarin heeft hij te kennen gegeven dat deze onderdelen al waren vervangen (zie inleidende dagvaarding, productie 4). Ditzelfde geldt voor de vervanging van de bougies (factuur van Autobedrijf [...] d.d. 22 juli 2008, inleidende dagvaarding, productie 8). Blijkens een schrijven van [eiser] gedateerd 12 juni 2008 (inleidende dagvaarding, productie 5) waren op dat moment de bougies al vervangen. [eiser] heeft zich derhalve kennelijk eerst tot een derde bedrijf gewend en daarna pas weer tot [gedaagde]. Gegeven het bepaalde in artikel 7:21 lid 6 BW kan hij alsdan evenwel niet [gedaagde] voor zijn schade aanspreken. Ingevolge artikel 7:21 lid 6 BW is een koper immers eerst dan bevoegd om het herstel door een derde te laten plaatsvinden en de kosten daarvan op de verkoper te verhalen indien hij de verkoper bij schriftelijke aanmaning een redelijke tijd heeft gegund om aan zijn verplichting tot herstel van de afgeleverde zaak te voldoen. Het voorgaande betekent dat toewijzing van de gevorderde schade op deze punten niet voor toewijzing in aanmerking komt.
11. Later heeft [eiser] door [het autobedrijf] ook (onder meer) de sensors van de auto doen vervangen (zie voornoemde f[het autobedrijf]). Ook deze kosten wenst [eiser] op [gedaagde] te verhalen. Dienaangaande overweegt de kantonrechter het volgende.
12. Vast staat dat [gedaagde] in verband met de reparatie van een andere klacht met [eiser] de afspraak had gemaakt dat de auto begin juli 2008 zou worden nagekeken, dit omdat de chef werkplaats van [gedaagde] dan weer terug zou zijn van vakantie en laatstgenoemde een en ander zelf wilde doen. [eiser] heeft evenwel om hem moverende redenen medio juni 2008 aan [gedaagde] medegedeeld dat hij zolang niet wilde wachten en hij heeft – naar eigen zeggen ter comparitie – de auto op 16 juni[het autobedrijf] gebracht. Vast staat dan ook dat [eiser] zelf ervoor heeft gekozen om de[het autobedrijf] te brengen. Door of namens [eiser] is niet aannemelijk gemaakt dat van hem niet kon worden verlangd om de reparatie door [gedaagde] welke begin juli stond gepland af te wachten. Vervolgens is kennelijk op inst[het autobedrijf] besloten om tot vervanging van de sensors over te gaan waarna de auto tot medio juli 2008 in die garage heeft gestaan omdat er onderdelen moesten worden besteld. Onder deze omstandigheden kan [eiser] de kosten gemoeid met de vervanging van de sensoren niet op [gedaagde] verhalen. Dat de relatie tussen [gedaagde] en [eiser] inmiddels vertroebeld was maakt dat niet anders. [gedaagde] heeft immers ook de noodzaak van vervanging van de sensors gemotiveerd betwist en [eiser] heeft de gegrondheid van deze betwisting niet kunnen ontkrachten. Door of namens [eiser] is niet althans onvoldoende nader toegelicht wat er precies mis was met de sensoren zodat onduidelijk is gebleven waarom de se[het autobedrijf] moesten worden vervangen. Op dit punt is evenmin een concreet en voldoende gespecificeerd bewijsaanbod gedaan.
13. Het vorenstaande geldt ook voor de vervanging van de steekas in september 2008 (zie de factuur van Unique U.S.A. van 15 september 2008).
14. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de vordering van [eiser] niet voor toewijzing in aanmerking. [eiser] wordt in deze procedure mitsdien in het ongelijk gesteld en zal daarom met de proceskosten worden belast.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Verwijst [eiser] in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 maart 2009 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter