ECLI:NL:RBALK:2009:BI5125

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
9 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
276181 - CV EXPL 08-2406
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.G. Vroom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst telefoondiensten en wanbetaling tussen Lindorff en gedaagde

In deze zaak vorderde Lindorff Purchase B.V., voorheen Transfair Purchase B.V., betaling van een bedrag van € 978,19 van de gedaagde, die in gebreke was gebleven met de betaling van zijn contractuele verplichtingen aan T-Mobile Netherlands B.V. De gedaagde had een overeenkomst met T-Mobile voor het gebruik van mobiele telecommunicatiediensten, maar betwistte het bestaan van deze overeenkomst. Lindorff stelde dat de overeenkomst rechtsgeldig was gecedeerd door T-Mobile aan hen, maar de gedaagde voerde aan dat de akte van cessie niet correct was en dat er sprake was van verschillende rechtspersonen. De kantonrechter oordeelde dat Lindorff niet voldoende bewijs had geleverd om de vordering te onderbouwen, aangezien de gedaagde het bestaan van de overeenkomst ontkende en Lindorff geen bewijsstukken had overgelegd die de stelling dat er een overeenkomst was gesloten, konden onderbouwen. De kantonrechter verwierp ook het beroep van de gedaagde op onbevoegdheid van de rechtbank, omdat de algemene voorwaarden van T-Mobile geen uitsluitende bevoegdheid voor de Geschillencommissie Telecommunicatie schepten. Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van Lindorff af en veroordeelde hen in de proceskosten van de gedaagde, vastgesteld op € 200,- voor het salaris van de gemachtigde van de gedaagde. Dit vonnis werd uitgesproken op 9 april 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 276181 \ CV EXPL 08-2406 \RvK
Uitspraakdatum: 9 april 2009
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Lindorff Purchase B.V., voorheen genaamd Transfair Purchase B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle
eisende partij
verder ook te noemen: Lindorff
gemachtigde: J. van der Vlies, gerechtsdeurwaarder te Den Helder
tegen
[naam], wonende te Den Helder
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A.J.J. van der Heiden, advocaat te Den Helder.
Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 2 september 2008;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is de uitspraak bepaald op heden.
Het geschil
1. Lindorff vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag ad € 978,19, rente en kosten rechtens.
2. Lindorff stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende.
[gedaagde] is op 13 februari 2008 een overeenkomst met T-Mobile Netherlands BV. voorheen handelende onder de naam Ben Nederland B.V., aangegaan voor bepaalde tijd terzake van het gebruik van het mobiele telecommunicatienetwerk van T—Mobile Netherlands B.V., hierna te noemen T-Mobile. [gedaagde] is door invulling en ondertekening van het contract bekend en akkoord met de Algemene Voorwaarden van T-Mobile.
[gedaagde] is met de nakoming van de contractuele betalingsverplichtingen per 29 februari 2008 in gebreke gebleven en derhalve in verzuim vanaf welke datum [gedaagde] op grond van de voorwaarden de overeengekomen rente ad 1,000% per maand verschuldigd is geworden.
3. T-Mobile is bij toerekenbare tekortkoming zijdens [gedaagde] op grond van haar algemene voorwaarden gerechtigd is de door haar aan [gedaagde] aangeboden diensten geheel buitengebruik te stellen, hetgeen op 27 mei 2008 is gebeurd. Omdat [gedaagde], ondanks aanmaning daartoe, binnen een termijn van 14 dagen na buitengebruikstelling de contractuele betalingsverplichtingen niet is nagekomen, heeft T-Mobile de overeenkomst conform voornoemde voorwaarden, na verloop van die termijn ontbonden.
T-Mobile heeft, naast achterstallige abonnements- en gesprekskosten, de nog te vervallen abonnementskosten van de lopende contractsperiode aan [gedaagde] gefactureerd, wegens geleden schade in de vorm van gederfde inkomsten ten gevolge van het voortijdig ontbinden van de overeenkomst, welke kosten [gedaagde] ingevolge artikel 6:74 BW is verschuldigd. Deze schade bestaat onder meer uit het door Lindorff geleden verlies alsmede de door haar gederfde winst.
4. T-Mobile Netherlands B.V. heeft de vordering op 19 juni 2008 aan Lindorff verkocht en gecedeerd, van welke cessie [gedaagde] schriftelijk in kennis is gesteld.
5. [gedaagde] heeft verweer gevoerd, op welk verweer- voor zover van belang- bij de beoordeling van het geschil wordt ingegaan.
De beoordeling
6. [gedaagde] voert aan dat de akte van cessie is gesloten tussen Ben Nederland B.V. en Transfair B.V. Transfair B.V. is geen Transfair Purchases B.V. Hoewel [gedaagde] daaraan de conclusie verbindt dat er sprake is van verschillende rechtspersonen, is de kantonrechter van oordeel dat dit laatste allerminst aannemelijk is. Veeleer is aannemelijk dat in de akte een andere handelsnaam is gebruikt. Hetzelfde geldt voor het verweer dat T-Mobile Netherlands nooit de naam Ben Nederland heeft gedragen. In dit geding heeft te gelden dat de onderhavige vordering rechtsgeldig is gecedeerd.
7. [gedaagde] doet daarnaast een beroep op de onbevoegdheid van de kantonrechter om kennis te nemen van het geschil, nu volgens de algemene voorwaarden de Geschillencommissie Telecommunicatie te Den Haag bij uitsluiting bevoegd is. Overwogen wordt dat bevoegdheidsverweren voor of bij de conclusie van antwoord gevoerd dienen te worden. Hoewel [gedaagde] het beroep op de onbevoegdheid pas doet bij conclusie van dupliek, is dat in deze zaak verschoonbaar, nu Lindorff pas bij repliek de beweerdelijk van toepassing zijnde algemene voorwaarden in het geding brengt. [gedaagde] kon de exceptie derhalve ook niet eerder opwerpen.
Het beroep op de onbevoegdheid van de rechtbank wordt echter verworpen omdat artikel 18 van bovengenoemde voorwaarden geen uitsluitende bevoegdheid van de Geschillencommissie Telecommunicatie schept. Dit artikel bepaalt immers: “Geschillen(…) kunnen zowel door de klant als door T-Mobile worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Telecommunicatie (…)”.
8. Daarnaast heeft [gedaagde] het bestaan van een overeenkomst met T-Mobile ontkend.
Het lag vervolgens op de weg van Lindorff om haar stelling dat wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen met bewijsstukken te onderbouwen. Dat heeft zij nagelaten. Lindorff heeft aldus haar stelling dat T-Mobile met [gedaagde] een overeenkomst heeft gesloten krachtens welke overeenkomst zij nog van hem bedragen te vorderen heeft, onvoldoende onderbouwd. Het gevorderde wordt daarom afgewezen.
9. [gedaagde] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering(en) af.
Veroordeelt Lindorff in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 200,- voor salaris van de gemachtigde van [gedaagde], waarover Lindorff geen BTW verschuldigd is.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G. Vroom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 april 2009 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter