ECLI:NL:RBALK:2009:BJ1960
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de Cao en de toepassing van artikel 7:668a BW in een arbeidszaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 8 juli 2009 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen [eiseres] en Stichting Skoop. [Eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestond tussen haar en Stichting Skoop, met terugwerkende kracht vanaf 15 januari 2002, en dat zij recht had op achterstallig salaris en andere vergoedingen. De kern van het geschil draaide om de uitleg van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Cao) en de toepassing van artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kantonrechter oordeelde dat de bepalingen in de Cao in dit geval onverenigbaar waren met de bepalingen van artikel 7:668a BW, die regels geeft over de gevolgen van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De rechter stelde vast dat de Cao expliciet afwijkt van de wettelijke bepalingen en dat Stichting Skoop niet in strijd met de wet handelde door [eiseres] arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te bieden.
De rechter concludeerde dat er geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand was gekomen, ondanks dat [eiseres] voldeed aan de voorwaarden voor een dergelijke overeenkomst volgens de wet. De vordering van [eiseres] werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van de uitleg van cao-bepalingen en de ruimte die werkgevers en werknemers hebben om afwijkende afspraken te maken.