ECLI:NL:RBALK:2009:BJ2126

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
9 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
111241 / KG ZA 09-205
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verbod op vervreemding van pand door stichting NHKC in kort geding

In deze zaak, die werd behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar, hebben eisers, bestaande uit KCB en twee individuele kunstenaars, een kort geding aangespannen tegen NHKC en de gemeente Bergen NH. De eisers vorderden een verbod op de vervreemding van een pand dat in eigendom is van NHKC, met als argument dat het pand oorspronkelijk was verworven met middelen van KCB en dat NHKC was opgericht om dit pand voor KCB te beheren. De gemeente voegde zich aan de zijde van NHKC en voerde aan dat de vervreemding van het pand noodzakelijk was voor de voortgang van het project Museaal Centrum voor Kunst en Cultuur Bergen, waarvoor een subsidie van de provincie veiliggesteld moest worden.

Tijdens de zitting op 29 juni 2009 werd het verweer van NHKC en de gemeente gepresenteerd, waarin werd gesteld dat NHKC een zelfstandige stichting is met een doelstelling die de voorgenomen verkoop van het pand rechtvaardigt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd dat hun vordering in de bodemprocedure kans van slagen had. De rechter nam aan dat NHKC de bevoegdheid had om het pand te vervreemden, zoals vastgelegd in de statuten van de stichting. Bovendien werd opgemerkt dat de gemeente dringend behoefte had aan de verkoop om de subsidie veilig te stellen, wat de noodzaak van de vervreemding onderstreepte.

Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten. In reconventie werd KCB veroordeeld tot nakoming van een eerder ondertekende intentieverklaring, waarin was afgesproken geen initiatieven te ondernemen die de realisatie van het museaal centrum in gevaar zouden kunnen brengen. De uitspraak benadrukt de zelfstandigheid van stichtingen en de noodzaak van duidelijke statuten bij het nemen van beslissingen over eigendommen.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
CVZ/AS
KG nummer: 111241/KG ZA 09-205
datum: 9 juli 2009
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
1.[NAAM EISERES SUB 1],
wonende te Egmond aan Zee, gemeente Bergen NH,
2.[NAAM EISER SUB 2],
wonende te Bergen NH,
met als gevoegde partij aan de zijde van eisers:
3.de stichting KUNSTENAARS CENTRUM BERGEN,
gevestigd te Bergen NH,
EISERS IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
EISERES SUB 3 TEVENS VERWEERSTER IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
advocaat mr. M.C.A. Stoop te Heerhugowaard,
tegen:
1.de stichting STICHTING NOORD-HOLLANDS KUNST-CENTRUM,
gevestigd te Bergen NH,
GEDAAGDE IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
EISERES IN RECONVENTIE IN KORT GEDING,
advocaat mr. J.M. Blanco Fernández te Amsterdam,
met als gevoegde partij aan de zijde van gedaagde:
2.de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE BERGEN NH,
zetelende te Bergen NH,
GEDAAGDE IN CONVENTIE IN KORT GEDING,
advocaat mr. H.B. de Regt te Alkmaar.
Partijen zullen verder ook worden genoemd: eisers "[eisers]" respectievelijk "KCB" en gedaagden "NHKC" respectievelijk "de gemeente".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 29 juni 2009 hebben [eisers] in conventie gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
KCB heeft zich met instemming van gedaagden gevoegd aan de zijde van [eisers] en heeft zich aangesloten bij de vordering en de grondslagen daarvan, zoals deze in de dagvaarding zijn verwoord.
NHKC heeft de vordering bestreden en een eis in reconventie ingesteld tegen KCB. KCB heeft tegen die vordering verweer gevoerd.
De gemeente heeft zich met instemming van eisers aan de zijde van NHKC gevoegd. Zij heeft zich deels aangesloten bij het verweer door NHKC gevoerd en deels zelfstandig verweer gevoerd tegen de vorderingen van eisers.
De voorzieningenrechter heeft de voegingen toegestaan.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van [eisers] de originele dagvaarding en van de zijden van eisers, NHKC en de gemeente pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
in conventie en in reconventie
2.1 KCB is een kunstenaarsstichting gevestigd te Bergen NH. [eisers] behoren tot de in het kader van deze stichting werkende kunstenaars.
2.2 NHKC is een stichting die zich blijkens artikel 1 van haar statuten ten doel stelt "de stimulering van het kunstleven in Nederland, maar in Bergen (NH) in het bijzonder." In artikel 2 van de statuten is onder meer vermeld dat zij dit doel tracht te bereiken door " a. het ter beschikking stellen van gebouwen voor tentoonstellingen van voorwerpen van beeldende kunst, voor kunstmanifestaties van andere aard en voor verkoopruimte voor kunstwerken; b. het beheren respectievelijk doen beheren van kunstwerken en gebouwen als bedoeld onder a(...) g. alle andere wettige middelen welke het doel der stichting bevorderen;". In artikel 5 is bepaald dat het bestuur zo mogelijk samengesteld dient te zijn, voor de helft uit de kring van werkende leden, kunstlievende leden en donateurs van de stichting Kunstenaars Centrum Bergen, voor een vierde gedeelte uit personen uit de sfeer van subsidiërende overheden en voor een vierde gedeelte uit personen uit de sfeer van de Kamers van Koophandel en Fabrieken waarvan het werkgebied geheel of ten dele gelegen is in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal. In artikel 8 is onder meer bepaald dat het bestuur bevoegd is tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt."
De statuten zijn voor het laatst gewijzigd op 11 oktober 1983.
2.3 NKHC is eigenares van het pand [adres] te Bergen NH, (hierna: het pand). Het pand is in 1964 door de toenmalige eigenaar te koop aangeboden aan KCB. De benodigde koopsom is bijeengebracht door subsidiegelden van KCB, bijdragen van leden van KCB, schenkingen uit het bedrijfsleven en een hypothecaire geldlening. KCB besloot de eigendom van het pand onder te brengen in een stichting, NHKC, teneinde haar eigen aansprakelijkheid ten opzichte van het pand te beperken en betere subsidiemogelijkheden te creëren. Het pand wordt sindsdien gehuurd door KCB voor haar activiteiten.
2.4 Binnen de gemeente Bergen wordt al vele jaren gesproken over de ontwikkeling van een nieuw museaal centrum in de gemeente. In verband met deze plannen is op 3 oktober 2006 een intentieverklaring ondertekend door een zestal belanghebbenden, onder wie KCB, NHKC en de gemeente. Deze intentieverklaring houdt - voor zover hier van belang - onder meer het volgende in:
" Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1. Geen van de partijen zal in het proces op weg naar de nieuw op te richten stichting initiatieven ondernemen of laten gebeuren die de realisatie van het Museaal centrum voor Kunst en Cultuur Bergen in gevaar (kunnen) brengen.
2. De partijen hebben de plicht hun respectievelijke stichting zodanig te organiseren dat er vanaf de datum van ondertekening van deze intentieovereenkomst geen verplichtingen worden aangegaan waaruit schulden kunnen ontstaan dan wel schulden ontstaan die tot een verzoek op aanspraak op de begroting van de Gemeente Bergen zou kunnen leiden, of die wat betreft hun middelen realisatie van het centrum kunnen bedreigen c.q. onmogelijk kunnen maken, voor zover dit leidt tot een grotere exploitatielast voor de Gemeente Bergen, tot het moment van oprichting van het Kunstcentrum. (...)
(...)
8. Zo snel als mogelijk en wenselijk zullen de partijen de activiteiten en bezittingen van hun respectievelijke stichtingen inbrengen, dan wel ten dienste stellen aan de nieuwe Stichting Museaal Centrum voor Kunst en Cultuur Bergen of in de haar verbonden rechtspersonen."
De intentieverklaring is namens KCB ondertekend door haar voorzitter [naam 1] en door [naam 2]. Namens NHKC is de intentieverklaring ondertekend door haar voorzitter [naam 3] en door [naam 4].
2.5 Op 9 juni 2008 is een besluit algemeen bestuur stichting NHKC genomen, dat onder meer het volgende inhoudt:
" 1.3 Binnen het kader van de eerder door het NHKC (mede)ondertekende intentieverklaring d.d. 3 oktober 2006 is thans de vraag aan de orde of het NHKC bereid is dekking te verlenen voor een bedrag (geraamd op
[euro]] 1.000.000,-) als bijdrage in de initiële kosten van het MCB die totaal geraamd zijn op [euro]] 4.995.000,-. Deze gevraagde dekking is gebaseerd op de geschatte waarde van de locatie [adres] te Bergen, waarvan het appartementsrecht in eigendom van het NHKC is. (...).
2.1 Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen van de aanwezige bestuursleden als volgt:
Door het NHKC wordt een garantie verstrekt tot een maximaal bedrag van
[euro]] 1.000.000,- en voor een minimaal bedrag gelijk aan de (verkoop)opbrengst van de appartementsrechten van [adres] ter dekking van de initiële kosten van het Museaal Centrum zoals weergegeven in het bovenvermelde raadsvoorstel en de daarvan deel uitmakende Programma van Eisen. Dit echter onder de navolgende voorwaarden, waarop uitsluitend door het NHKC een beroep kan worden gedaan:
(...)
g) De betreffende nieuwe zakelijk gerechtigde stichting tot de onroerende zaken van het Museaal Centrum Bergen dient de huidige functies van het KCB en het SBK te huisvesten en te continueren, dit laatste al dan niet door middel van een andere separate stichting."
2.6 Op 24 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Bergen ingestemd met het dekkingsplan, zoals dat op dat moment voorlag te weten:
Provincie Noord-Holland [euro]] 1.800.000,-
Gemeente Bergen [euro]] 1.691.000,-
Opbrengst pand Berkenlaan 2(schatting) [euro]] 500.000,-
Opbrengst pand [adres] (schatting) [euro]] 1.000.000,-
Stelpost (overheveling vanuit voorbereidingskrediet)[euro]] 4.000,-
Totaal per heden beschikbare dekking [euro]] 4.995.000,-
2.7 In het kader van de voorbereidingshandelingen voor de verdere uitvoering van deze plannen is door de gemeente reeds een bedrag van [euro]] 200.000,- aan voorbereidingskrediet is betaald.
2.8 Bij brief van 19 september 2008 heeft gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland onder meer het volgende meegedeeld aan de gemeente:
" Wij hebben uw verzoek beoordeeld en gaan akkoord met het door u ingediende plan en het bijbehorende investerings- en dekkingsplan. Bij deze heeft u voldaan aan de verplichting om er voor te zorgen dat de financiële dekking van het Museaal Centrum voor Kunst en Cultuur Bergen rond is.
In uw brief geeft u wederom aan dat de start- en opleveringsdatum van de bouw van het museaal centrum zijn gewijzigd. U geeft aan dat de bouw zal starten na de zomer 2009. Wij verlenen u hierbij uitstel voor de start- en opleveringsdatum. U dient uiterlijk 1 december 2009 te starten met de bouw en de oplevering moet uiterlijk voor 1 december 2011 geschieden."
2.9 Op 9 juni 2009 heeft KCB een dagvaarding doen betekenen aan NHKC met betrekking tot een op 26 augustus 2009 aan te vangen bodemprocedure. In die bodemprocedure vordert KCB onder meer dat het besluit van NHKC van 9 juni 2008 vernietigd zal worden, alsmede dat artikel 8 van de statutenwijziging van het NHKC van 1979 en de latere wijziging van 1983 worden vernietigd voorzover deze zien op de bevoegdheid tot vervreemden en bezwaren van registergoederen en de bevoegdheid om zich als medeschuldenaar te verbinden of tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde te verbinden.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
in conventie en in reconventie
3.1 Eisers vorderen - kort samengevat - dat het NHKC verboden zal worden voorlopig, tot in de bodemprocedure definitief hieromtrent is beslist, het pand en de ondergrond aan het [adres] te Bergen NH te vervreemden of te bezwaren, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van NHKC in de kosten van deze procedure.
3.2 Eisers leggen hieraan ten grondslag dat het pand indertijd (in 1965) verworven was met geld ingebracht door KCB, dat NHKC indertijd feitelijk was opgericht om dit pand voor KCB te beheren en dat dit doel niet met zich meebrengt het vervreemden van dit pand, nota bene zonder instemming van KCB. Eisers menen op deze grond dat zij een rechtens te respecteren belang hebben bij het thans gevorderde verbod, dat er toe strekt te voorkomen dat NHKC hangende de bodemprocedure zal overgaan tot vervreemden of bezwaren van het pand. Zij achten verkoop van het pand op dit moment ook prematuur.
3.3 NHKC heeft verweer gevoerd. Zij heeft onder meer aangevoerd dat het pand eigendom is van NHKC en dat sinds de levering van het pand het KCB en het NHKC zelfstandige organisaties zijn geweest die ieder hun eigen beleid voerden. Zij heeft aangevoerd dat er in de loop der jaren een aantal statutenwijzigingen zijn doorgevoerd binnen NHKC en dat haar huidige doelstelling luidt "de stimulering van het kunstleven in Nederland, maar in Bergen (NH) in het bijzonder." Ook heeft zij er op gewezen dat in de statuten is vermeld "Zij tracht dit doel te bereiken door a. het ter beschikking stellen van gebouwen voor tentoonstellingen van voorwerpen van beeldende kunst, voor kunstmanifestaties van andere aard en voor verkoopruimte voor kunstwerken; b. het beheren respectievelijk doen beheren van kunstwerken en gebouwen als bedoeld onder a(...) g. alle andere wettige middelen welke het doel der stichting bevorderen;" Voorts heeft zij benadrukt dat in artikel 8 van de statuten expliciet de bevoegdheid van het bestuur is opgenomen om registergoederen te kopen, te vervreemden of te bezwaren, zonder dat daarbij enige beperking is opgenomen. Tot slot heeft zij betoogd dat zij zich tot op dit moment uitsluitend heeft uitgesproken over de bereidheid met de gemeente in onderhandeling te treden over verkoop van het pand aan de gemeente, maar dat er op dit moment nog geen verkoopovereenkomst bestaat.
3.4 De gemeente heeft zich aangesloten bij het juridische verweer van NHKC. Zij heeft daaraan toegevoegd dat het van het grootste belang is dat zij kan voortgaan met de voorbereidingen van het project Museaal Centrum Bergen, aangezien zij om de subsidie van de provincie veilig te stellen, uiterlijk vóór 1 december 2009 een aanvang met de bouw moet maken. Zij heeft er op gewezen dat haar eerder al uitstel is verleend van de datum waarop met de bouw begonnen moet worden en dat niet de verwachting bestaat dat uitstel nogmaals zal worden toegestaan, terwijl de uitvoering van het project financieel niet langer haalbaar zal zijn als zij de subsidie misloopt.
3.5 Voor zover voor de beslissing van belang zal hierna op de verschillende standpunten nader worden ingegaan.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
in conventie
4.1 De voorzieningenrechter zal veronderstellenderwijs aannemen dat eisers voldoende belang hebben om in hun vordering te kunnen worden ontvangen en zal zich concentreren op de vraag of de vordering in de bodemprocedure, die er onder meer toe strekt het besluit van 9 juni 2008 tot verkoop van het pand aan de gemeente Bergen te vernietigen, een zodanige kans van slagen heeft dat die verkoop hangende de bodemprocedure bij wege van voorlopige voorziening zou moeten worden verboden.
4.2 Onvoldoende bestreden is dat het NHKC een zelfstandige stichting is, met een doelomschrijving die de voorgenomen handelwijze mede bestrijkt. Voor zover op grond van de historie al zou moeten worden geoordeeld dat de oprichters van NHKC oorspronkelijk een beperkter en meer op de belangen van KCB toegespitst doel voor ogen hadden kan dat niet afdoen aan de duidelijke - en ruime -omschrijving van het doel als thans in de statuten neergelegd. KCB heeft niet gesteld dat de voorgenomen handelwijze niet kan strekken tot de stimulering van het kunstleven in Nederland en in Bergen in het bijzonder, en die gedachte ligt op zichzelf ook niet voor de hand, nu de provincie voor de stichting van het Museaal centrum een subsidie van 1,8 miljoen euro heeft toegekend.
4.3 Ook is tegenover betwisting onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat besluiten tot verkoop van het pand aan enigerlei bijzondere beperking zijn onderworpen. Dat brengt mee dat de vraag of het bestuur van het KCB met de voorgenomen gedragslijn heeft ingestemd relevantie mist.
4.4 In de bodemprocedure wordt ook nietigverklaring althans vernietiging gevorderd van het besluit waarbij het hiervoor geciteerde art. 8 in de statuten is opgenomen. Al aangenomen dat die vordering aan eisers toekomt - een aanname waarvoor overigens in ieder geval wat betreft [eisers] niet aanstonds gronden zijn te bedenken - en niet afstuit op verjaring, geldt dat niets is gesteld dat zou kunnen meebrengen dat het besluit waarbij art. 8 is opgenomen rechtens aantastbaar zou kunnen zijn. De door eisers gestelde historie kan dat niet meebrengen. Eisers miskennen dat beperkingen ten aanzien van de vrijheid van handelen van organen van een stichting die door de oprichters zijn beoogd slechts effectief zijn indien ze ook in de statuten zijn opgenomen.
4.5 De gemeente heeft onweersproken aangevoerd dat men uiterlijk 1 december 2009 met de bouw moet zijn begonnen om de toegezegde subsidie veilig te stellen en dat het voor de verdere voorbereiding nodig kan zijn dat het pand door NHKC vervreemd moet worden. Bij die stand van zaken mogen enige eisen worden gesteld aan de mate van waarschijnlijkheid dat de bodemprocedure tot een blokkade op de verkoop van het pand zal leiden. Hetgeen in 4.2 t/m 4.4. is overwogen kan tot geen andere slotsom leiden dan dat die waarschijnlijkheid er in onvoldoende mate is.
4.6 Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding aan de zijde van NHKC gevallen. De gemeente heeft afgezien van een kostenveroordeling ten aanzien van eisers. In de verhouding tussen eisers en de gemeente zullen de proceskosten derhalve worden gecompenseerd op de wijze als hierna te vermelden.
in reconventie
4.7 In de ook door KCB ondertekende intentieverklaring is onder meer overeengekomen dat men geen initiatieven zou ondernemen die de realisatie van het Museaal Centrum voor Kunst en Cultuur Bergen in gevaar zouden (kunnen) brengen. KCB heeft aangevoerd dat de intentieverklaring van 3 oktober 2006 achterhaald is en dat deze niet kan worden beschouwd als een bindende overeenkomst. Die stellingname - die onjuist is - zou voedsel kunnen geven aan de gedachte dat KCB zich aan de tekst van de intentieverklaring niets gelegen wil laten liggen. Dat brengt mee dat NHKC belang heeft bij toewijzing van haar vordering tot nakoming van de intentieverklaring. Die vordering wordt dan ook toegewezen, zodat de posities van partijen duidelijk zijn gemarkeerd. Aan de veroordeling zal echter geen dwangsom worden verbonden, nu de intentieverklaring op onderdelen zo ongespecificeerd is dat een met dwangsom versterkte veroordeling tot nakoming daarvan de rechtszekerheid te zeer in gedrang zou brengen.
4.8 KCB zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding, in reconventie gevallen.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
in conventie
- weigert de gevraagde voorzieningen;
- veroordeelt eisers in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van NHKC begroot op [euro]] 262,00 aan verschotten en op [euro]] 816,--;
- verklaart dit vonnis ten aanzien van deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten tussen eisers en de gemeente in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in reconventie
- veroordeelt KCB tot nakoming van de mede door haar ondertekende intentieverklaring van 3 oktober 2006,
- veroordeelt KCB in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van NHKC begroot op nihil aan verschotten en op nihil aan salaris advocaat;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- weigert de meer of anders gevorderde voorziening.
Gewezen door mr. A.H. Schotman, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2009 in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.