ECLI:NL:RBALK:2009:BJ2403

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
26 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108687 / ES RK 09-208
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorzieningen in echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de vrouw een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Alkmaar met het verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw verzocht om het exclusieve gebruik van de echtelijke woning en een bijdrage in haar levensonderhoud. De man, die sinds 5 augustus 2005 gescheiden van de vrouw leeft, heeft de noodzaak van deze voorzieningen bestreden. Hij heeft de woning verlaten en sindsdien alle lasten van de echtelijke woning en de kosten van de vrouw blijven betalen, inclusief een wekelijkse bijdrage van € 275,-. De rechtbank heeft op 19 maart 2009 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De rechtbank overweegt dat voorlopige voorzieningen bedoeld zijn om in de moeilijkheden te voorzien die tussen echtgenoten kunnen ontstaan tijdens een echtscheidingsprocedure. De vrouw heeft echter de spoedeisendheid van haar verzoek niet onderbouwd, en er is geen reden om aan te nemen dat de situatie zal veranderen voordat de echtscheiding is uitgesproken. Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek om voorlopige voorzieningen. De beschikking is gegeven op 26 maart 2009 door de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
DW
zaak- en rekestnummer: 108687 / ES RK 09-208
datum: 26 maart 2009
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[naam vrouw],
wonende te Uitgeest,
verzoekende partij,
advocaat: mr.drs. J.P.M. Bol,
tegen:
[naam man],
wonende te Uitgeest,
gerekwestreerde.
Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is een verzoekschrift van de vrouw ingekomen waarin wordt verzocht voorlopige voorzieningen als bedoeld in artikel 822 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te treffen.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de man op voorhand zijn standpunt aan de rechtbank bekend gemaakt, alsmede stukken overgelegd die zijn standpunt onderbouwen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 maart 2009, alwaar zijn verschenen de vrouw, bijgestaan door mr. Bol, en de man, bijgestaan door mr. H.C.M.J. Karskens.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
De vrouw heeft een tweetal voorzieningen verzocht, te weten (naar de rechtbank begrijpt) dat zij bij uitsluiting van de man gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en dat de man een bijdrage levert in de kosten van haar levensonderhoud.
De man heeft de noodzaak van het treffen van voorlopige voorzieningen bestreden en daaraan het volgende ten grondslag gelegd:
Sinds 5 augustus 2005 wonen partijen gescheiden. De man heeft toen de woning, die aan hem in eigendom toebehoort, verlaten. In 2007 heeft de man een eigen woning gekocht. Sinds het vertrek van de man uit de echtelijke woning heeft hij alle lasten met betrekking tot deze woning voldaan. Daarnaast is hij alle lopende kosten ten behoeve van de vrouw blijven voldoen, waaronder de premie zorgverzekering, de kosten die samenhangen met het gebruik van de auto, vakantiegeld ten behoeve van de vrouw en heeft hij haar [euro] 275,= huishoudgeld per week betaald. Sinds zijn vertrek uit de echtelijke woning heeft de man ten behoeve van de vrouw een bedrag voldaan variërend van [euro] 28.917,= tot [euro] 33.917,= netto per jaar. De man voldoet deze kosten ten behoeve van de vrouw nog steeds en heeft ter zitting meegedeeld dat hij deze kosten blijft voldoen totdat in het kader van de gestarte echtscheidingsprocedure een definitieve regeling is getroffen.
De rechtbank overweegt als volgt:
Voorlopige voorzieningen zijn ordemaatregelen bestemd om te voorzien in de moeilijkheden die tussen echtgenoten rijzen wanneer een echtscheidingsprocedure aanhangig is of zal worden gemaakt. Uitgaande van de feitelijke situatie heeft de vrouw, hoewel zij daartoe uitdrukkelijk is uitgenodigd, de spoedeisendheid van de door haar verzochte voorzieningen niet onderbouwd. Voorts is niet gesteld, noch gebleken dat in de huidige situatie wijziging zal komen voordat de echtscheiding zal zijn uitgesproken en tussen partijen een definitieve regeling tot stand is gekomen.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de spoedeisendheid voor het treffen van voorlopige voorzieningen ontbreekt, zodat de vrouw in haar verzoek niet-ontvankelijke verklaard zal worden.
DE BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, lid van gemelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2009, in tegenwoordigheid van D.J. Witsen, griffier.