ECLI:NL:RBALK:2009:BJ2406
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vaststelling van de gewone verblijfplaats van minderjarige kinderen na beëindiging van een affectieve relatie
In deze zaak heeft de rechtbank Alkmaar op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw tot vaststelling van de gewone verblijfplaats van haar twee minderjarige kinderen, die zijn geboren uit een affectieve relatie met de man. De vrouw heeft het verzoek ingediend omdat de man, hoewel hij de kinderen heeft erkend, geen gezag over hen heeft. De rechtbank overweegt dat een verzoek tot vaststelling van de gewone verblijfplaats van minderjarige kinderen kan worden gezien als een geschil over de uitoefening van gezamenlijk gezag, dat kan ontstaan door huwelijk. In deze procedure is echter vastgesteld dat de vrouw alleen met het gezag is belast, wat betekent dat er geen geschil bestaat over de uitoefening van gezamenlijk gezag. De rechtbank concludeert dat de vrouw niet-ontvankelijk kan worden verklaard in haar verzoek, ondanks de instemming van de man met het verzoek. De rechtbank heeft de vrouw derhalve niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om vaststelling van de gewone verblijfplaats van de minderjarigen bij haar.
De uitspraak is gedaan door mr. M.M. van Weely, lid van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer 108512 / FA RK 09-157. De vrouw is vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. N.J.M. Plat, terwijl de man niet is verschenen tijdens de procedure. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de belangen van de minderjarigen voorop stonden.