ECLI:NL:RBALK:2009:BJ7056

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
10 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
290008 CV EXPL 09-535
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.J. van de Sande
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Slecht werkgeverschap en ontijdig vertrek van uitzendkrachten

In deze zaak vorderde eiseres, een uitzendorganisatie, betaling voor de ter beschikking gestelde werknemers aan gedaagde, een land- en tuinbouwmechanisatiebedrijf. Gedaagde voerde verweer aan, stellende dat zij schade had geleden door het ontijdig vertrek van de werknemers, wat volgens hen het gevolg was van slecht werkgeverschap van eiseres. De kantonrechter oordeelde dat eiseres haar verplichtingen uit de overeenkomst was nagekomen, maar dat gedaagde voldoende aannemelijk had gemaakt dat het vertrek van de werknemers te maken had met het slechte werkgeverschap van eiseres. De kantonrechter wees de vordering van eiseres af en honoreerde het verweer van gedaagde, waarbij ook het verrekeningsverweer werd erkend. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, vastgesteld op € 350,00. De uitspraak vond plaats op 10 augustus 2009.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 290008 CV EXPL 09-535
Uitspraakdatum: 10 augustus 2009
Vonnis in de zaak van:
[naam]
wonende te Zetten
gemachtigde mr. O.J. Ingwersen, advocaat te Arnhem
eisende partij, hierna te noemen: [eiseres]
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Potveer B.V., statutair
gevestigd West 49 A te 1633 JD Avenhorn
gemachtigde mr. G.M. Terlingen, advocaat te Hoorn
gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde]
Het procesverloop
in conventie en in reconventie
[eiseres] heeft bij dagvaarding met producties van 11 februari 2009 in conventie een vordering ingesteld. [gedaagde] heeft in conventie bij antwoord verweer gevoerd en in reconventie een tegenvordering ingesteld met overgelegde producties. Vervolgens heeft [eiseres] van repliek in conventie gediend en in reconventie bij antwoord verweer gevoerd. Daarna is gediend van dupliek in conventie/repliek in reconventie en van dupliek in reconventie. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast. Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
in conventie en in reconventie
-[eiseres] heeft, als uitzendorganisatie van buitenlandse arbeidskrachten, onder toepasselijkheid van de door haar gehanteerde voorwaarden, aan [gedaagde], een land- en tuinbouwmechanisatiebedrijf, achtereenvolgens ter beschikking gesteld de uitzen[uitzendkracht 1]hten [...], beiden van Poolse nationaliteit.
-De te verrichten werkzaamheden bestonden uit het assembleren van machines.
-Nadat [uitzendkracht 1] na een zeer korte periode vertrok, werd door [eiseres] de daartoe geselecteerde assemblagemedewerker [uitzendkracht 2] voor detachering bij [gedaagde] voorgedragen.
-Met betrekking tot [uitzendkracht 2] werd overeengekomen een detacheringsperiode van ongeveer 3 maanden, ingaande 18 augustus 2008.
-[uitzendkracht 2] verscheen echter vanaf 8 september 2008 zonder enig afbericht niet meer op het werk.
-[eiseres] heeft voor de detachering van [uitzendkracht 2] bij facturen d.d. 25 augustus 2008, 1 september 2008 en 8 september 2008 aan [gedaagde] in rekening gebracht in totaal € 2779,20.
-Deze facturen zijn onbetaald gebleven.
Het geschil
In conventie
[eiseres] vordert, na vermeerdering van eis bij repliek, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 3.222,01, te vermeerderen met rente en kosten.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij, in ieder geval gedurende de weken 34, 35 en 36 van 2008, haar verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen, zodat zij recht heeft op betaling, welke, ondanks sommatie uitblijft.
Met betrekking tot de vervolgperiode heeft [eiseres] aangeboden om een nieuwe arbeidskracht te selecteren, waarop [gedaagde] niet heeft gereageerd.
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering.
Zij brengt naar voren dat de aard van haar productieproces met zich meebrengt dat nieuwe en onervaren medewerkers pas na een opleidings- en inwerkperiode volledig inzetbaar zijn. Nadat [uitzendkracht 1] voortijdig was verdwenen heeft [eiseres] de uitdrukkelijke toezegging gedaan dat, met het oog op de met het inwerken en de opleiding samenhangende inspanningen van [gedaagde], de uitzendmedewerkers voor een structurele periode gegarandeerd zouden worden.
Volgens [gedaagde] liggen de oorzaken van het ontijdig vertrek van eerst [uitzendkracht 1] en daarna [uitzendkracht 2] in het slechte werkgeverschap van [eiseres], zodat zij in de nakoming van haar verplichtingen uit de detacheringovereenkomst toerekenbaar is tekortgeschoten.
[gedaagde] beroept zich op verrekening met de door haar geleden bedrijfsschade, bestaande uit de kosten welke waren gemoeid met de opleiding en begeleiding van [uitzendkracht 2], welke zij begroot op € 3.373,65 inclusief btw.
In reconventie
[gedaagde] vordert veroordeling van [eiseres] tot betaling van
primair: € 594,45, onder voorwaarde dat in conventie het beroep op verrekening zal worden gehonoreerd, en
subsidiair: € 3.373,65, voor het geval in conventie het beroep op verrekening zal worden afgewezen.
De beoordeling
In conventie
[gedaagde] baseert haar klacht dat het voortijdig vertrek van eerst [uitzendkracht 1] en daarna [uitzendkracht 2] te maken heeft met slecht werkgeverschap van [eiseres] onder meer op de door haar van [eiseres] ontvangen e-mail d.d. 20 augustus 2008, waarin [eiseres] de hoop uitspreekt dat de nieuwe man ([uitzendkracht 2]) zal bevallen. [eiseres] voegt daaraan toe : “ondanks dat het goede werkers zijn en ondanks onze en jullie goede zorgen zijn het toch “varkens”.
De kantonrechter concludeert hieruit dat [eiseres] kennelijk niet over de voor haar activiteiten vereiste professionele attitude beschikt. Zij bemiddelt immers in de werkkracht van mensen en niet in die van dieren.
Daarmee is het door [gedaagde] gestelde verband tussen het ontijdig vertrek van [uitzendkracht 2] en het slechte werkgeverschap van [eiseres] voldoende aannemelijk geworden, zodat reeds daarom het verweer van [gedaagde] dat [eiseres] toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst gegrond moet worden geoordeeld.
Ook zal het verrekeningsverweer betreffende de door haar gestelde en ook voldoende aannemelijk geworden schade, bestaande uit gederfde inwerk- en opleidingsinspanningen, worden gehonoreerd.
Dit brengt met zich mee dat de vordering van [eiseres] dient te worden afgewezen.
In reconventie
De kantonrechter acht onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de schade van [gedaagde] groter is dan de vordering van [eiseres], zodat de vordering in reconventie zal worden afgewezen.
In conventie en in reconventie
[eiseres] zal als de voor het merendeel in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de gedingkosten, terwijl de proceskosten in reconventie wegens de nauwe samenhang van de zaak in conventie en die in reconventie worden vastgesteld op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
Wijst de vordering af.
in reconventie
Wijst de vordering af.
in conventie en in reconventie
Veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 350,00 voor salaris van de gemachtigde van [gedaagde], waarover [eiseres] geen btw verschuldigd is.
Verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van de Sande, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2009.
De griffier, De kantonrechter,