ECLI:NL:RBALK:2009:BJ7294
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van de vervolging wegens ziekelijke stoornis geestvermogens
Op 16 juni 2009 heeft de Rechtbank Alkmaar uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die verzocht om schorsing van de vervolging op grond van artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verdediging voerde aan dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, waardoor hij niet in staat zou zijn de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een ziekelijke stoornis die het agressieve gedrag van de verdachte ten tijde van de feiten volledig bepaalde, waardoor de ten laste gelegde feiten niet aan hem kunnen worden toegerekend.
Echter, de rechtbank oordeelde dat de situatie zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, Sv zich niet voordoet. Dit omdat er geen uitzicht bestaat op herstel van de geestelijke stoornis van de verdachte. Het voorschrift van artikel 16, lid 1, Sv is bedoeld om de verdediging te waarborgen voor verdachten die tijdelijk niet in staat zijn hun verdediging te voeren, maar bij wie uitzicht bestaat op herstel. De rechtbank heeft de deskundigen, die rapporten hebben uitgebracht over de geestelijke toestand van de verdachte, gehoord en hun bevindingen in overweging genomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de verdediging afgewezen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de verdachte en zijn raadsman, mr. J.J. Jorna, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. De rechtbank benadrukt dat deze beslissing geen einduitspraak betreft, maar een tussenvonnis waartegen hoger beroep slechts gelijktijdig met de einduitspraak is toegelaten.