ECLI:NL:RBALK:2009:BK0253
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C. Haverkate
- E.J. van der Molen
- Y.M.I. Greuter-Vreeburg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak
Op 14 oktober 2009 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Alkmaar een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door de raadsvrouw van de verdachte, mr. E.P. Vroegh. Dit verzoek was gedaan in het kader van de strafzaak tegen de verdachte, die op dat moment gedetineerd was. De raadsvrouw voerde aan dat de rechtbank ambtshalve had beslist tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, en dat dit was gebeurd buiten aanwezigheid van de verdediging. De wrakingskamer heeft de argumenten van de raadsvrouw zorgvuldig overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de gronden voor wraking feitelijk onjuist waren. De voorzitter van de meervoudige strafkamer had namelijk verklaard dat de beslissing tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis niet ambtshalve was genomen, maar op verzoek van de officier van justitie. Bovendien was de verdediging niet buiten aanwezigheid van de rechtbank geweest, aangezien de raadsvrouw zich had laten waarnemen.
De wrakingskamer benadrukte dat het aan de rechtbank is om te bepalen wanneer zij op een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis beslist. De beslissing van de wrakingskamer werd genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. S. van Lingen, en werd uitgesproken in een openbare zitting. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en de zaak terugverwezen naar de meervoudige strafkamer in dezelfde stand als waarin deze zich bevond. De beslissing werd genomen door de leden van de wrakingskamer, die de argumenten van de raadsvrouw niet overtuigend genoeg vonden om het verzoek te honoreren.