ECLI:NL:RBALK:2009:BK1181

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
8 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
291988 - CV EXPL 09-559
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst door woningbouwvereniging na strafrechtelijke veroordeling van huurder

In deze zaak vordert de Woningbouwvereniging "Anna Paulowna" de ontbinding van de huurovereenkomst met een echtpaar, nadat de man strafrechtelijk is veroordeeld voor het misbruik van een buurmeisje. De Woningbouwvereniging heeft een andere woning aangeboden, maar het echtpaar weigert deze woning te aanvaarden. De kantonrechter heeft op 8 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. De Woningbouwvereniging stelt dat het weigeren van de aangeboden woning in strijd is met goed huurderschap, terwijl het echtpaar aanvoert dat er geen grote onrust in de buurt is en dat de aangeboden woning niet geschikt is voor hen. De kantonrechter oordeelt dat de strafrechtelijke veroordeling van de man op zichzelf onvoldoende grond biedt voor wanprestatie jegens de verhuurder. Er is geen rechtsregel die bepaalt dat het plegen van een strafbaar feit in een woning automatisch wanprestatie oplevert. De Woningbouwvereniging heeft niet kunnen onderbouwen wat de wanprestatie van het echtpaar inhoudt, en de vordering wordt afgewezen. De kantonrechter wijst erop dat het weigeren van de aangeboden woning niet in strijd is met goed huurderschap, vooral gezien de omstandigheden van de zaak. De Woningbouwvereniging wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 291988 \ CV EXPL 09-559 WG
Uitspraakdatum: 8 oktober 2009
Vonnis in de zaak van:
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Woningbouwvereniging “Anna Paulowna” te Anna Paulowna
eiseres
verder ook te noemen: de Woningbouwvereniging
gemachtigde: mr. M.W. Kox, advocaat te Utrecht
tegen
[namen], beiden wonende te Anna Paulowna
gedaagden
verder ook te noemen: [gedaagden]
gemachtigde: mr. M. van der Himst, advocaat te Den Helder.
Het procesverloop
De Woningbouwvereniging heeft bij dagvaarding van 4 maart 2009 een vordering ingesteld.
[gedaagden] hebben bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter bij vonnis d.d. 11 juni 2009 een comparitie gelast, die is gehouden op 10 september 2009, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
1. De Woningbouwvereniging verhuurt sedert 29 november 1972 aan [gedaagden tevens echtpaar] een eengezinswoning te Anna Paulowna.
2. Bij (onherroepelijk) vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank te Alkmaar is [de man] veroordeeld voor het seksueel misbruiken van het toen negenjarige buurmeisje dat twee huizen naast [het echtpaar]] woonde.
3. [de man] is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 279 dagen waarvan 60 voorwaardelijk. Op 1 juli 2008 is [de man] in vrijheid gesteld.
4. Het betreffende buurmeisje is op 1 juli 2008 naar een andere woning verhuisd.
Het geschil
5. De vordering strekt tot ontbinding van de huurovereenkomst tussen de Woningbouwvereniging als verhuurster en [gedaagden] als huurders van de woonruimte [adres] te Anna Paulowna en ontruiming van het gehuurde, kosten rechtens.
6. De Woningbouwvereniging legt aan haar vordering ten grondslag dat van haar niet gevergd kan worden dat zij de huurovereenkomst met [gedaagden] voortzet aangezien [de man] zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt. De Woningbouwvereniging heeft een handtekeningenlijst van omwonenden ontvangen waarin deze hun bezorgdheid uiten. De omwonenden zijn bang voor herhaling. Aan [gedaagden] is een andere woning in een seniorencomplex aangeboden. De woning in het seniorencomplex is uitermate geschikt, nu daar weinig kinderen zullen komen. Door deze woning te weigeren hebben [gedaagden] laten zien dat zij niet willen meewerken aan een oplossing.
7. [gedaagden] hebben verweer gevoerd. Zij bestrijden dat er grote onrust is ontstaan in hun straat en buurt. Zij merken hier niets van. In het woonblok waar zij wonen is maar één persoon die de lijst heeft ondertekend. Niettemin zijn zij bereid te verhuizen naar een vergelijkbare woning. De hen aangeboden woning in het seniorencomplex is veel kleiner. [de vrouw] acht zichzelf met haar 58 jaar veel te jong voor een dergelijke woning. Gedaagden wonen al sinds 1972 in de woning en hebben er het nodige in geïnvesteerd. Zo is gelet op de gezondheidstoestand van [de man] - [de man] lijdt aan de ziekte van Parkinson en Meniere en is als gevolg daarvan aan het dementeren - de tuin onderhoudsvrij gemaakt en is de badkamer en het toilet aangepast. De Woningbouwvereniging wil geen andere dan de seniorenwoning aanbieden. De kans op herhaling wordt door [gedaagden] niet aanwezig geacht mede gelet op de gezondheidstoestand van [de man]. Zo kan hij zich enkel verplaatsten met een scootmobiel en verblijft hij twee volledige dagen in het Dagactiviteitencentrum van een verzorgingshuis.
De beoordeling
8. Het feit dat [de man] strafrechtelijk is veroordeeld wegens het misbruiken van zijn buurmeisje levert op zichzelf genomen onvoldoende grond voor wanprestatie jegens de verhuurder. Er bestaat geen rechtsregel die bepaalt dat het plegen van een strafbaar feit in een woning wanprestatie oplevert. De door de Woningbouwvereniging genoemde jurisprudentie verschilt qua casuïstiek in belangrijke mate van het onderhavige geval. De uitspraken met betrekking tot geweldpleging en overlast zien op situaties van periodes van overlast en diverse incidenten terwijl gedaagden 37 jaar in de woning wonen en zich steeds als een goed huurder hebben gedragen. Voorts heeft de Woningbouwvereniging desgevraagd niet kunnen onderbouwen wat de wanprestatie van [het echtpaar] inhoudt. De vordering die tegen [het echtpaar] is ingesteld dient derhalve te worden afgewezen.
9. De Woningbouwvereniging eist medewerking van gedaagden om te verhuizen naar een andere buurt in verband met de thans ontstane grote onrust. Indien al zou worden uitgegaan van de door de Woningbouwvereniging aangevoerde grote onrust, die door gedaagden gemotiveerd wordt betwist, dan moet tevens het risico op een hernieuwde grote onrust worden bezien. Immers zodra de nieuwe buren en de buurt op de hoogte zijn van de door [de man] gepleegde feiten zouden ook zij kunnen klagen bij de Woningbouwvereniging. Dat risico is in een kleine gemeente als Anna Paulowna betrekkelijk groot en namens de Woningbouwvereniging is ter zitting ook betoogd dat er onrust is ontstaan in heel Anna Paulowna. Het verhuizen van gedaagden naar een seniorenwoning in Anna Paulowna is dan ook naar het oordeel van de kantonrechter geen adequate oplossing. Tegen dat licht bezien is het weigeren van de aangeboden woning - dat gelijk wordt gesteld met het weigeren mee te werken aan een oplossing - niet in strijd met een goed huurderschap. Daar komt bij dat de Woningbouwvereniging niet bereid is gebleken een vergelijkbare woning aan te bieden omdat, zoals zij stelt, [de man] daar gelet op het door hem gepleegde delict geen recht op zou hebben. Door zich aldus op te stellen gaat de Woningbouwvereniging op de stoel van de strafrechter zitten. Onder omstandigheden - met name de situatie waarin het slachtoffer nog naast of vlakbij de pleger woonachtig is - kan het weigeren van een passende woning met een redelijke verhuiskostenvergoeding strijd opleveren met goed huurderschap. Van dit alles is in dit geval niet gebleken.
10. Dit betekent dat de vordering tegen [de man] eveneens wordt afgewezen.
11. De Woningbouwvereniging dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt de Woningbouwvereniging in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagden] worden vastgesteld op een bedrag van € 300,00 voor salaris van de gemachtigde van [gedaagden], waarover de Woningbouwvereniging geen BTW verschuldigd is.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 8 oktober 2009 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter