ECLI:NL:RBALK:2009:BK7949

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
28 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
300968 CV EXPL 09-1392
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde zorgpremie door Univé

In deze zaak vorderde de Onderlinge verzekering Maatschappij Univé Zorgverzekeraar U.A. (hierna: Univé) van de gedaagde partij, wonende te Den Helder, betaling van een onbetaald gelaten deel van de basispremie zorgverzekering en een verstrekking. De vordering was ingesteld op 7 mei 2009 en betrof een bedrag van € 491,18, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De gedaagde had verweer gevoerd, maar dit werd als onvoldoende betwist beschouwd door de kantonrechter. Univé had haar vordering bij repliek nader onderbouwd, terwijl de gedaagde bij dupliek voornamelijk formele verweren en vragen had gesteld. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had aangetoond dat hij niet in verzuim was en dat hij niet aan zijn stelplicht had voldaan. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Univé toewijsbaar was, aangezien de gedaagde de grondslag van de vordering onvoldoende had betwist. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die voor Univé op € 304,08 werden vastgesteld, inclusief een bedrag voor het salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak vond plaats op 26 november 2009 door kantonrechter J.H. Gisolf.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 300968 CV EXPL 09-1392 LT
Uitspraakdatum: 26 november 2009
Vonnis in de zaak van:
de onderlinge waarborgmaatschappij,
Onderlinge verzekering Maatschappij Univé Zorgverzekeraar U.A.,
gevestigd en kantoorhoudende te Alkmaar,
eisende partij,
verder ook te noemen: Univé,
gemachtigde: F.J.M. van der Meer, gerechtsdeurwaarder te Alkmaar,
tegen
[naam]
wonende te Den Helder,
gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. A.J.J. van der Heiden, advocaat te Den Helder.
Het procesverloop
-Univé heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 7 mei 2009
-[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
-Vervolgens is gediend van repliek en dupliek. Bij repliek heeft Univé haar eis vermeerderd.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
1. Univé vordert na eisvermeerdering bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 491,18 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 292,81 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
2. Univé stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat zij wegens (basis)premie zorgverzekering over de maanden mei, juni, oktober en november 2008 en een verschuldigde eigen bijdrage ad 44,73 wegens een verstrekking in januari 2008 nog € 405,81 van [gedaagde] heeft te vorderen. [gedaagde] is met de betaling in verzuim, zodat hij tevens rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd is. Na aftrek wegens een betaling van € 113,- resteert in hoofdsom € 292,81 te vermeerderen met rente (€ 19,53 tot datum dagvaarding) en buitengerechtelijke kosten (€ 89,25). Bij repliek heeft Univé haar eis vermeerderd met de onbetaald gebleven premie van december 2008.
3. [gedaagde] heeft verweer gevoerd waarop, voor zover van belang, hierna zal worden teruggekomen.
De beoordeling
4. Vooropgesteld kan worden dat de dagvaarding van Univé zeer summier was. [gedaagde] heeft daar terecht verweer op gevoerd. Echter, bij repliek heeft Univé haar vordering nader onderbouwd. Uit die nadere onderbouwing blijkt voldoende de grondslag van de vordering. Daarop heeft [gedaagde] bij dupliek een aantal formele verweren gevoerd en een aantal vragen opgeworpen. Die formele verweren treffen geen doel, omdat uit de conclusie van repliek voldoende de grondslag van de vordering blijkt, namelijk de verschuldigdheid van basispremie door [gedaagde] aan Univé. Voor het overige is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] uit het oog is verloren dat hij zich niet geheel van de domme kan en mag houden. De plicht om alle relevante informatie in het geding te brengen, rust immers ook op hem. Aan die stelplicht heeft [gedaagde] niet voldaan door op de voldoende onderbouwde vordering slechts een aantal vragen te stellen. De conclusie hiervan is dat [gedaagde] het gestelde onvoldoende heeft betwist. Het gevorderde is daarom toewijsbaar als na te melden.
5. [gedaagde] dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om aan Univé tegen kwijting te betalen een bedrag van € 491,18, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 292,81 vanaf 7 mei 2009 tot de dag van betaling.
Veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die tot heden voor Univé worden vastgesteld op een bedrag van € 304,08 [inclusief BTW indien en voorzover door [gedaagde] verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 120,00 voor salaris van de gemachtigde van Univé [waarover [gedaagde] geen BTW verschuldigd is].
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 26 november 2009 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter