ECLI:NL:RBALK:2009:BL4503
Rechtbank Alkmaar
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het verlenen van verlof om conservatoir beslag te leggen op een onroerende zaak afgewezen
In deze zaak heeft verzoekster, een besloten vennootschap genaamd [BEDRIJFSNAAM] INTERNATIONAAL TRANSPORTBEDRIJF B.V., een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar om verlof te verlenen voor het leggen van conservatoir beslag op een onroerende zaak en op de tegoeden van gerekwestreerden bij de ING Bank. Het verzoekschrift is op 11 november 2009 ingediend, waarna verzoekster een aangepast verzoekschrift heeft ingediend. De voorzieningenrechter heeft op 12 november 2009 uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster een vordering heeft op de gerekwestreerden, die bestaan uit twee natuurlijke personen, beiden wonende te Den Helder. Het verzoek tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder de ING Bank is toegewezen, omdat aan de daarvoor geldende eisen is voldaan. De voorzieningenrechter heeft het bedrag van de vordering, inclusief rente en kosten, vastgesteld op € 20.815,- en bepaald dat verzoekster de eis in de hoofdzaak binnen veertien dagen na het beslag moet instellen.
Echter, het verzoek om verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de onroerende zaak is afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen gegronde vrees voor verduistering van de onroerende zaak bestond. Verzoekster had aangevoerd dat de vordering onbetwist was en dat gerekwestreerden sinds augustus 2009 niet meer hadden afgelost, maar deze omstandigheden waren onvoldoende om te concluderen dat er een reële kans was dat de onroerende zaak zou worden verduisterd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vrees van verzoekster dat gerekwestreerden nieuwe schulden zouden zijn aangegaan, niet leidde tot de conclusie dat er sprake was van gegronde vrees voor verduistering.
De uitspraak van de voorzieningenrechter bevatte dus een gedeeltelijke toewijzing van het verzoek, maar ook een afwijzing van het verzoek tot beslag op de onroerende zaak, wat de uitkomst van deze procedure markeert.