ECLI:NL:RBALK:2010:BL4194
Rechtbank Alkmaar
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Wraking van de handelsrechter wegens vermeende partijdigheid en bejegening
In deze zaak heeft verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. D.I. Madunic, een wrakingsverzoek ingediend tegen de handelsrechter in een lopende procedure. Het verzoek is gedaan op grond van vermeende partijdigheid en onprofessionele bejegening door de rechter tijdens eerdere zittingen. De wrakingskamer heeft op 15 februari 2010 uitspraak gedaan over dit verzoek. Verzoekster heeft haar gronden voor wraking uiteengezet in een brief van 7 januari 2010, waarin zij verschillende incidenten beschrijft die volgens haar de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De wrakingsgronden van verzoekster zijn onderverdeeld in aspecten van bejegening en inhoudelijke beslissingen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de door verzoekster aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende zijn om te concluderen dat de rechter vooringenomen is of de schijn van partijdigheid heeft gewekt. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn dat de rechter zijn beslissingen heeft genomen op basis van persoonlijke vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak voortgezet kan worden. De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken.