ECLI:NL:RBALK:2010:BM6021

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104392 - HA ZA 08-663
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid producent voor verminderde opbrengst door besmetting radijszaad

In deze zaak vorderde de Italiaanse rechtspersoon Ortolanda Agricola Societa Agricola ARL schadevergoeding van Syngenta Seeds B.V. wegens verminderde opbrengst van radijszaden die besmet zouden zijn met de bacterie Xanthomonas campestris. Ortolanda had in oktober 2003 via een tussenpersoon 16.000.000 radijszaden van het ras Donar F1 gekocht, maar ondervond tijdens de teelt problemen met de ontwikkeling van het gewas, wat leidde tot een aanzienlijke schadepost. Ortolanda stelde dat Syngenta als producent aansprakelijk was voor de schade, omdat de geleverde zaden besmet waren met een schadelijke bacterie.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van productaansprakelijkheid, aangezien Ortolanda de zaden niet direct van Syngenta had gekocht, maar van een tussenpersoon. De rechtbank concludeerde dat Syngenta niet onrechtmatig had gehandeld, omdat er geen bewijs was dat Syngenta op de hoogte was van de besmetting of dat zij opzettelijk besmette zaden had geleverd. De rechtbank verwierp de vorderingen van Ortolanda, omdat de enkele tekortkoming in de opbrengst niet voldoende was om een onrechtmatige daad aan te nemen. Ortolanda werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Het vonnis benadrukt de noodzaak voor producenten om zorgvuldig te handelen, maar ook dat niet elke schade automatisch leidt tot aansprakelijkheid. De rechtbank wees de vorderingen van Ortolanda af en veroordeelde haar tot betaling van de proceskosten van Syngenta.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
ljs/jr/ma
zaaknummer / rolnummer: 104392 / HA ZA 08-663
datum: 7 april 2010
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
de rechtspersoon naar Italiaans recht
Ortolanda Agricola Societa Agricola ARL,
voorheen genaamd "Ortolanda Agricola SRL",
statutair gevestigd te Borgo Grappa (Latina Italia),
eiseres bij dagvaarding van 15 augustus 2008,
advocaat mr. C.H.P. de Boer te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Syngenta Seeds B.V.,
gevestigd te Enkhuizen,
gedaagde,
advocaat mr. P.D. Olden te Amsterdam.
Partijen zullen hierna "Ortolanda" en "Syngenta" genoemd worden.
1. De procedure
1.1 Ortolanda heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding, waarbij producties zijn overgelegd.
1.2 Syngenta heeft vervolgens een conclusie van antwoord genomen, waarbij eveneens producties zijn overgelegd.
1.3 Ortolanda heeft daarna een conclusie van repliek, met producties, genomen, waarop Syngenta een conclusie van dupliek met producties heeft genomen.
1.4 Op de rolzitting van 29 september 2009 heeft Ortolanda verzocht om pleidooi te mogen houden en daarbij tevens verzocht om dat pleidooi niet eerder dan in februari 2010 vast te stellen. Aan beide verzoeken is voldaan en beide partijen hebben de zaak mondeling bepleit op de zitting van 8 februari 2010. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Voorafgaande aan de pleidooien heeft Ortolanda bij brief van 19 januari 2010 nog drie producties in het geding gebracht. Deze producties behoren tot de gedingstukken.
1.5 Ten slotte is door partijen vonnis gevraagd.
2. De feiten
2.1. Syngenta heeft begin oktober 2003 via een zelfstandig vertegenwoordiger (agent) van Syngenta in Italië door middel van twee leveranties in totaal 16.000.000 radijszaden van het ras Donar F1 verkocht aan Spett La Agrochimica. Dat laatste bedrijf heeft de radijszaden vervolgens doorverkocht aan Ortolanda, gelet op de in het geding gebrachte facturen voor een totaalbedrag van [euro] 12.039,23. Het gaat om de levering van een partij behorende tot het lot met nummer 0838991.
2.2. Donar F1 radijszaad is geschikt voor herfst-, winter- en vroege voorjaarsteelt. Ortolanda heeft de zaden voor haar teelt gebruikt begin oktober 2003 en midden november 2003. Ortolanda heeft klachten over de ontwikkeling van het gewas gemeld bij Syngenta. Onderzoek in het voorjaar 2004 in het laboratorium van Syngenta heeft geen oorzaak opgeleverd.
2.3. Ortolanda heeft nadien in februari 2005 onderzoek laten doen door Groen Agro Control in Nederland naar de radijsplantjes. Bij analyse werd een bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris geconstateerd. Voordien was aantasting van radijs door deze bacterie niet beschreven in de literatuur.
2.4. Ortolanda heeft vervolgens bij NAK Tuinbouwinstituut (hierna: NAK) in Nederland onderzoek laten doen naar de radijszaden. In een brief van 29 april 2005 deelt NAK aan Syngenta het volgende mee:
"De partij werd vanaf 2001 in zijn geheel afgeleverd aan een groot aantal afnemers in binnen- en buitenland. In Italië werden ongeveer 68 miljoen zaden afgeleverd waarvan ongeveer 16 miljoen zaden aan Ortolanda. In Nederland werden ongeveer 343 miljoen zaden afgeleverd aan tientallen verschillende afnemers en de rest van de zaden werd afgeleverd in andere Europese landen. Van geen van deze overige afnemers werden klachten of opmerkingen ontvangen. (...)
Door Naktuinbouw werd van de productiepartij 838991 een monster getrokken. Dit monster zal in het gezondheidscentrum van Naktuinbouw worden onderzocht op Xanthomonas.
Op basis van de bevindingen concludeert Naktuinbouw dat er tot nu toe geen aanwijzingen zijn dat de ziekteverschijnselen bij uw afnemer werden veroorzaakt door een besmetting vanuit de geleverde zaadpartij. (...) Zodra het onderzoek in het gezondheidslaboratorium is afgerond zal het resultaat schriftelijk naar betrokkenen worden gerapporteerd. (...) Mocht het resultaat van dit onderzoek daartoe aanleiding geven, dan zal de in dit schrijven getrokken conclusie worden aangepast."
2.5. Bij brief van 10 juni 2005 rapporteert NAK als volgt aan Syngenta:
"Het monster radijs Donar, partijnummer 838991 (...) werd eerst via de Agarmethode getoets, waarna werd besloten tot een biotoets. In deze biotoets werd het monster onderzocht op Xanthomonas campestris armoraciae en Xanthomonas campestris vs. campestris. Hierbij werd de bacterie Xanthomonas campestris armoraciae niet aangetoond en de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris werd wel aangetoond.
Op basis van dit toetsresultaat concludeert Naktuinbouw dat, ondanks dat van geen van de andere afnemers van deze zaadpartij klachten of opmerkingen over een Xanthomonasaantasting werden ontvangen, het aannemelijk is dat de aantasting in de radijsteelt bij uw afnemer, werd veroorzaakt door een besmetting vanuit de geleverde zaadpartij."
2.6. Bij brief van 24 juni 2008 van haar advocaat heeft Ortolanda Syngenta aansprakelijk gesteld voor de door haar gestelde geleden schade. Bij brief van 1 juli 2008 heeft Syngenta haar aansprakelijkheid afgewezen.
3. Het geschil
3.1. Ortolanda vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. Syngenta te veroordelen tot betaling aan Ortolanda van een bedrag van [euro] 1.047.923,-, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2008, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
2. Syngenta te veroordelen tot betaling aan Ortolanda van een bedrag van [euro] 6.422,- aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met BTW en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
3. Syngenta te veroordelen tot het betalen aan Ortolanda van een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet met betrekking tot de kosten van ontsmetting van de grond;
4. Syngenta te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de nakosten voor (de rechtbank begrijpt:) de advocaat.
3.2. Ortolanda voert hiertoe - zakelijk weergegeven - het volgende aan.
Ortolanda heeft via een tussenpersoon 16.000.000 radijszaden van Syngenta gekocht. Deze zaden zijn ingezaaid op grond van Ortolanda. Bij de ontwikkeling van het gewas werden gele vlekken en zwarte stippen op de (bladeren van de) knollen waargenomen. De te verwachten omzet werd hierdoor niet gehaald.
Ook bij een tweede zaai- en oogstperiode bleken deze problemen voor te komen, als gevolg waarvan 31% van het gewas verloren is gegaan.
Uit onderzoek is gebleken dat de radijszaadjes besmet waren met een bacterie, genaamd Xanthomonas Campestris pv. Campaestris (hierna: Xanthomonas). Syngenta heeft als producent van de zaadjes een product op de markt gebracht dat besmet was met een bacterie. Syngenta is daarom aansprakelijk voor de door Ortolanda geleden schade. Die schade bestaat uit productverlies in de twee oogstperiodes. In de eerste periode leverde dat een schadepost op van [euro] 411.168,- en over de tweede periode een bedrag van [euro] 410.652,-.
Daarnaast zijn er extra kosten gemaakt voor arbeid, omdat de bosjes radijs nu met de hand gebost moesten worden in plaats van mechanisch. De meerkosten voor de eerste periode bedragen [euro] 109.948,- en voor de tweede periode [euro] 116.155,-.
De grond, waarin de radijszaden waren geplant, is besmet geraakt door de bacterie, die op de zaden zat. De kosten voor het ontsmetten van de grond zijn nog niet inzichtelijk en zullen nog nader worden opgemaakt.
Agricola heeft moeite en tijd gespendeerd om de bij Syngenta in rekening gebrachte schade buitengerechtelijk te incasseren. Ingevolge het rapport Voor-Werk II dient Syngenta daarom aan Ortolanda een bedrag van [euro] 6.422,- te vergoeden.
Bij brief van 1 juli 2008 heeft Syngenta Ortolanda meegedeeld de gedeclareerde schade niet te zullen vergoeden. Daarom is Syngenta vanaf die datum in verzuim.
3.3. Syngenta voert verweer. Daarop zal bij de beoordeling van dit geschil worden ingegaan.
4. De beoordeling van het geschil
Bevoegde rechter, toepasselijk recht
4.1. Syngenta is gevestigd in Nederland en Ortolanda in Italië. Daarmee heeft deze zaak een internationaal karakter. Partijen zijn het erover eens dat deze rechtbank rechtsmacht heeft en partijen kiezen beide voor de toepassing van Nederlands recht.
Vordering onderdeel 1: Schade in verband met verminderde oogstopbrengst
4.2. Partijen zijn het erover eens dat Syngenta als producent moet worden beschouwd en de radijszaadjes als product.
Vaststaat dat Ortolanda de radijszaadjes niet van Syngenta, maar van Spett Le Agrochimica heeft gekocht. Tussen Syngenta en Ortolanda bestaat geen contractuele verhouding. Dat betekent in deze zaak dat Syngenta jegens Ortolanda slechts voor de gestelde schade aansprakelijk kan zijn, indien sprake is van een onrechtmatige daad van Syngenta jegens Ortolanda. Dat is overigens ook uitdrukkelijk door Ortolanda aan haar vordering ten grondslag gelegd (dagvaarding, onderdeel 20). Zij heeft Syngenta in deze procedure als producent aangesproken. Of de toeleverancier van Ortolanda in haar contractuele relatie tot Ortolanda aansprakelijk is voor de door Ortolanda gestelde schade staat in deze procedure daarom niet ter discussie.
4.3. De bijzondere regeling over productaansprakelijkheid (artikelen 6: 185 en verder in het Burgerlijk Wetboek (BW)) is bij de beoordeling van de vordering niet aan de orde. Ortolanda stelt immers niet dat zij schade heeft geleden door dood of lichamelijk letsel. Evenmin stelt zij dat schade is toegebracht aan zaken, die gewoonlijk voor gebruik of verbruik in de privésfeer bestemd zijn (art. 6: 190 BW). Ortolanda vordert in deze procedure immers vermogensschade, in de vorm van gederfde inkomsten.
4.4. Ortolanda heeft aangevoerd dat Syngenta jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door een besmet product in de markt te brengen. Zij heeft deze stelling uitsluitend onderbouwd door te stellen dat Syngenta de radijszaadjes niet heeft getest op de aanwezigheid van de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris. Als gevolg daarvan zijn volgens Ortolanda besmette zaadjes op de markt gebracht, waardoor Ortolanda slechts een mindere opbrengst heeft kunnen realiseren.
Om tot toewijzing van dit onderdeel van de vordering te kunnen komen, dient vast komen te staan dat Syngenta zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat dat als een onrechtmatige gedraging jegens Ortolanda moet worden beoordeeld.
Syngenta heeft betwist dat zij besmette zaadjes heeft geleverd. Zij wijst daartoe onder meer op het door Ortolanda in het geding gebrachte rapport van Dr. Pecora (productie 6 bij de dagvaarding). Daaruit blijkt volgens Syngenta dat de radijs die midden november 2003 bij Ortolanda was gezaaid, afkomstig was uit een ander lot dan dat van Syngenta. Bovendien heeft Syngenta betwist dat een eventuele besmetting van de radijszaadjes tot oogstschade heeft geleid.
Echter, zelfs als er veronderstellenderwijs van uit wordt gegaan dat sprake is van besmette zaadjes van Syngenta, levert het enkele feit dat de radijszaadjes niet hebben opgebracht wat Ortolanda daarvan mocht verwachten, nog geen onrechtmatige daad van Syngenta jegens Ortolanda op. De enkele tekortkoming is daartoe onvoldoende. Er is geen sprake van, bijvoorbeeld, het bewust verkopen van besmette zaadjes. Evenmin was er wetenschap bij Syngenta dat de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris pathogeen was voor radijszaad. In deze gevallen zou het op de markt brengen van de zaadjes onrechtmatig zijn. Van dit alles is echter geen sprake. Onder deze omstandigheden is daarom te weinig gesteld om dit onderdeel van de vordering te kunnen dragen. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
Vordering, onderdeel 3: Schade in verband met besmetting van de grond
4.5. Anders dan bij de beoordeling van onderdeel 1 van de vordering, ziet dit onderdeel van de vordering op schade aan (andere) zaken van Ortolanda. Ook hiervoor geldt dat de wettelijke regeling van productaansprakelijkheid niet van toepassing is, op dezelfde gronden als hiervoor onder 4.3 overwogen. Uit de door beide partijen aangehaalde jurisprudentie van de Hoge Raad (met name de arresten van 6-12-1996 (Du Pont / Hermans) en 22-1-1999 (Koolhaas / Rockwool)) volgt dat ook zonder die bepalingen een producent als Syngenta maatregelen dient te nemen om te voorkomen dat de door haar in het verkeer gebrachte radijszaden schade veroorzaken aan andere zaken of personen. Syngenta moet daarbij handelen, zoals een zorgvuldig handelend producent zou doen. Daarbij is van belang in hoeverre de door Ortolanda gestelde besmetting voor Syngenta voorzienbaar was.
4.6. Syngenta heeft allereerst ook op dit punt aangevoerd dat Ortolanda niet heeft aangetoond werkelijk schade door besmetting aan de grond te hebben geleden. Onmiddellijk nadat Ortolanda deze schade had gemeld bij Syngenta, heeft Syngenta aangeboden te helpen om de grond te ontsmetten. Ortolanda heeft van dat aanbod geen gebruik gemaakt. Syngenta heeft daarom de grond niet zelf kunnen beoordelen.
Syngenta heeft verder als verweer aangevoerd dat zij regelmatig test op ziektes bij radijs. Zij onderhoudt daarvoor ook contact met specialisten op dit gebied. Vóór 2003 was echter in de hele wereld nog nooit sprake was geweest van besmetting van radijszaad met de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris. Alleen al daarom werd er bij de productie van de zaden niet op deze bacterie getest.
Syngenta heeft daarnaast het verweer gevoerd dat de radijszaden die aan Ortolanda zijn geleverd, onderdeel uitmaken van een partij zaden van het ras Donar F1. Die zaden zijn ook geleverd aan verschillende afnemers in Azië, Polen, Rusland en Italië. De zaden die aan Ortolanda zijn geleverd, vormen 4% van de totale partij. Syngenta heeft dit standpunt onderbouwd met een schematisch overzicht van haar leveringen in 2003, overgelegd als productie 4 bij conclusie van antwoord. Syngenta heeft vervolgens onweersproken gesteld dat zij uitsluitend van Ortolanda klachten over de zaden heeft ontvangen. Van de kopers van de overige 96% van de zaden zijn nooit vergelijkbare klachten ontvangen. Bij gelegenheid van het pleidooi heeft Syngenta verklaard dat zij ook na 2003 nooit klachten over besmetting met de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris heeft gekregen.
Ten slotte heeft Syngenta betoogd dat radijs met wortel en al wordt gerooid. De bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris is niet in staat te overleven op de overgebleven kleine haarwortels. Dat blijkt volgens haar ook uit wetenschappelijke waarnemingen.
4.7. Ortolanda heeft hiertegen ingebracht dat het zo mag zijn dat zij met een "dubbele primeur" (de bacterie was nooit eerder aangetoond bij radijszaden en grondbesmetting met die bacterie ook niet) te maken heeft gehad, feit is wel dat er schade is opgetreden. Daarnaast heeft zij bij conclusie van repliek als productie 6 een wetenschappelijke publicatie in het geding gebracht waarin Xanthomonas campestris vs. campestris als ziekte bij radijszaad wordt beschreven.
4.8. Het enkele feit dat Ortolanda schade heeft geleden (Syngenta heeft dit betwist) is onvoldoende om aan te nemen dat Syngenta onzorgvuldig heeft gehandeld. Wetenschap van het feit dat besmetting van radijszaden met de bacterie Xanthomonas campestris vs. campestris tot de mogelijkheden behoorde, zou dat anders kunnen maken.
Feit is dat het onderzoek, waarop Ortolanda zich beroept, in 2007 is gepubliceerd, terwijl de levering aan Ortolanda in 2003 is geschied. Bij gelegenheid van het pleidooi heeft Ortolanda verklaard niet bekend te zijn met publicaties van vóór de levering. Ortolanda heeft ook niet op andere wijze aangegeven, waarom Syngenta in 2003 rekening had moeten houden met het voorkomen van vermelde bacterie bij radijszaden.
Hierbij laat de rechtbank het verweer van Syngenta dat het onderzoek ziet op Amerikaanse radijszaden en niet op (de geleverde) Europese radijszaden verder onbesproken. Aan de rechtbank is immers niet uitgelegd wat het relevante verschil tussen beide soorten is.
Syngenta heeft onder hiervoor beschreven omstandigheden als producent niet meer hoeven te doen dan zij heeft gedaan. Met andere woorden, zij heeft als producent voldoende zorgvuldig gehandeld.
De rechtbank laat daarom verder in het midden of er sprake is van schade aan de teeltgrond van Ortolanda.
Gelet op het voorgaande is dit onderdeel van de vordering niet toewijsbaar.
Vordering, onderdelen 2 en 4
4.9. Hiervoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de onderdelen 1 en 3 van de vordering niet toewijsbaar zijn. De onderdelen 2 en 4 van de vorderingen hangen met de andere onderdelen samen en zullen daarom ook worden afgewezen.
4.10. De proceskosten
Ortolanda zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Ortolanda tot betaling van de proceskosten van Syngenta, tot heden begroot op [euro] 4.938,- voor betaald griffierecht en [euro] 4.000,- voor salaris van de advocaat van Syngenta;
5.3. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, voorzitter en mr. J.S. Reid en mr. M.E. Allegro, rechters van de meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2010.