ECLI:NL:RBALK:2010:BM9928

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
1 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
120090
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over het gebruik van Gebouw 66 op de Oude Rijkswerf te Den Helder

In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschappen Kaap Helder Beheer B.V. en Willemsoord B.V. over het gebruik van Gebouw 66, gelegen op de Oude Rijkswerf te Den Helder. De voorzieningenrechter heeft op 1 juli 2010 uitspraak gedaan in kort geding. Kaap Helder vorderde een verbod voor Willemsoord om het gebouw zelf in gebruik te nemen of aan derden te verhuren, tot zes maanden na betekening van het vonnis. De achtergrond van het geschil ligt in een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen, waarin afspraken zijn gemaakt over de ontwikkeling van het gebouw en de verplichtingen van beide partijen. Kaap Helder stelde dat zij recht had op huur van Gebouw 66, maar Willemsoord betwistte dit en stelde dat de samenwerkingsovereenkomst was geëindigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de samenwerkingsovereenkomst niet automatisch eindigde door het tijdsverloop en dat Kaap Helder recht had op huur van het gebouw. De rechter verbood Willemsoord om het gebouw zelf in gebruik te nemen of aan derden te verhuren, en stelde dat de huurrechten van Kaap Helder tot zes maanden na betekening van het vonnis gerespecteerd moesten worden. De vordering tot het opleggen van een dwangsom werd afgewezen, omdat Willemsoord had verklaard het vonnis te zullen naleven. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
NB / JB
KG nummer: 120090 / KG ZA 10-181
datum: 1 juli 2010
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
de besloten vennootschap KAAP HELDER BEHEER B.V.,
statutair gevestigd te Den Helder,
EISERES IN KORT GEDING bij dagvaarding van 10 juni 2010,
advocaat mr. J. de Beurs te Den Helder,
tegen:
de besloten vennootschap
ONTWIKKELINGS- EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ WILLEMSOORD B.V.,
statutair gevestigd te Den Helder,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
advocaat mr. E.A. Minderhoud te Amsterdam.
Partijen zullen verder worden genoemd "Kaap Helder" respectievelijk "Willemsoord".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 21 juni 2010 heeft Kaap Helder gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Willemsoord heeft de vorderingen bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van Kaap Helder de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
2.1 De gemeente Den Helder [hierna: de gemeente] is eigenaar van het complex Oude Rijkswerf Willemsoord [hierna: de ORW]. De gemeente heeft het complex in erfpacht uitgegeven aan Willemsoord. De gemeente is de enige aandeelhouder van Willemsoord.
2.2 Het gehele terrein van de ORW is een beschermd stadsgezicht. Op de ORW ligt een aantal monumentale panden, waaronder Gebouw 66. Gebouw 66 staat thans leeg. Voor het gebied waarin de ORW is gelegen is geen bestemmingsplan van kracht.
2.3 De gemeente heeft in september 2005 het Structuurplan Stadshart Den Helder 2020 vastgesteld. Daarin is een planologische visie op de ontwikkeling van de ORW opgenomen.
2.4 De gemeente, de provincie Noord-Holland, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Defensie en de Woningstichting Den Helder hebben op 20 februari 2007 de samenwerkingsovereenkomst Stedelijke Vernieuwing gesloten.
Deze overeenkomst beoogt de leefbaarheid en revitalisering van Den Helder te vergroten. Aan onder meer Willemsoord is opdracht gegeven tot het opstellen van een Uitwerkingsplan Stadshart, inclusief de ORW. Voorts heeft de gemeente Willemsoord opgedragen zorg te dragen voor de verdere ontwikkeling van de ORW.
2.5 Op 28 juni 2007 hebben Willemsoord en Kaap Helder een overeenkomst gesloten (hierna: de samenwerkingsovereenkomst), waarin onder meer het volgende is bepaald:
"Artikel 1 - Doel
1.1 Doel van deze overeenkomst is dat Willemsoord in samenwerking met Kaap Helder komt tot tijdige en volledige uitvoering van de navolgende vijf concrete taken:
(...)
e. het onder nader overeen te komen condities en met inachtneming van de in artikel 4 omschreven uitgangspunten verhuren door Willemsoord aan Kaap Helder van Gebouw 66 teneinde daarin een "traffic-generator" (zoals nader omschreven in onderdeel 14 van het Uitvoeringsplan) te realiseren.
1.3 Partijen zullen hun samenwerking medio 2008 gezamenlijk en met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 evalueren. Indien de samenwerking naar het oordeel van partijen voorspoedig verloopt zullen zij in de periode tot en met 31 december 2008 nader onderzoek doen naar de mogelijkheid van verdere samenwerking (...).
Artikel 4 - Uitvoering taak artikel 1.1 sub e
4.1 Ten aanzien van de in artikel 1.1 sub e beschreven verhuur en herinrichting van Gebouw 66 zullen Partijen de navolgende randvoorwaarden hanteren:
a. Kaap Helder heeft het recht van Willemsoord Gebouw 66 in de huidige casco staat te huren voor de tijd van 10 jaren. Indien Kaap Helder van dat recht gebruik maakt zal de huur ingaan zodra de gemeenteraad in het kader van de vaststelling van het Uitwerkingsplan Stadshart de functies van Gebouw 66 heeft bepaald, hetgeen naar verwachting 1 januari 2008 en , uiterlijk, 1 juli 2008 zal zijn. (...).
i. Kaap Helder is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen en verkrijgen van de voor de herinrichting benodigde publiekrechtelijke vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen.
Artikel 7 - Evaluatie
7.1 Medio 2008 zullen Partijen de samenwerking evalueren ten aanzien van de realisering van de vijf taken.
7.4 Indien de evaluatie naar het oordeel van Willemsoord een positief resultaat heeft, zal Willemsoord met Kaap Helder in onderhandeling treden teneinde te bezien of kan worden gekomen tot een voortzetting van de samenwerking. (...).
7.6 De in artikel 7.4 genoemde onderhandelingen dienen uiterlijk op 15 december 2008 te hebben geleid tot overeenstemming. Indien partijen op deze datum geen volledige overeenstemming hebben bereikt over de voortgezette samenwerking zullen partijen voor wat betreft de verdere samenwerking met toepassing van artikel 8 geheel of gedeeltelijk afscheid van elkaar nemen. (...)."
2.6 Kaap Helder had het plan in Gebouw 66 tijdelijk een supermarkt, de Aldi, te vestigen, alsmede een onderneming die actief is in de nautische detailhandel.
Om de supermarkt in het pand te vestigen is een aanpassing van de indeling van het pand noodzakelijk.
2.7 Op 1 juli 2008 had de gemeente nog geen Uitwerkingsplan vastgesteld. Tijdens een bespreking die is gehouden op 9 september 2008 hebben partijen
nadere afspraken gemaakt, onder meer over de ingangsdatum van de te sluiten huurovereenkomst. De afspraken zijn op 26 september 2008 schriftelijk vastgelegd en luiden - voor zover van belang - als volgt:
"5. Omschrijving
Verhuur gebouw 66 met als doel hier een traffic generator te realiseren.
Status
Geen vastgesteld U.P. waardoor verhuur niet mogelijk is vanaf 1 juli 2008.
Geen echte bestemming als traffic generator.
Verwachting
In het meest recente U.P. wordt op pag. 119 een supermarkt genoemd als traffic generator.
Afspraken
1. B&W en raad verlenen toestemming voor een tijdelijke supermarkt in gebouw 66.
2. Zeestad en BViT maken, in overleg met Kaap Helder bv, een bedrijfsplan Nautisch Kwartier, w.o. een nautische outlet in een deel van gebouw 66.
3. De huurovereenkomst met Kaap Helder gaat in na afgifte van de bouwvergunning. Bedoelde vergunning zal zo snel als mogelijk door Kaap Helder worden ingediend, op het moment dat definitieve functiebestemming vastligt."
2.8 Op 30 september 2008 heeft de gemeenteraad het Uitwerkingsplan Stadshart (hierna: het Uitwerkingsplan) vastgesteld. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
"Tijdelijke invulling van bebouwing en slooplocaties
Het is voor de ondernemers op Willemsoord van groot belang dat er zo spoedig mogelijk meer aanloop en activiteiten op Willemsoord komen. Het is niet eenvoudig om per direct de juiste functie of ondernemer in de leegstaande panden te plaatsen. Daarom wordt er gezocht naar een tijdelijke invulling. De ondernemers hebben verzocht om tijdelijk een supermarkt in één van de gebouwen te vestigen. Een supermarkt trekt veel mensen en zorgt dan ook voor meer aanloop. Het gaat om een al in het stadshart aanwezige supermarkt die wil uitbreiden en zich later in de tweede winkelconcentratie aan de Spoorstraat wil vestigen."
2.9 Bij brief van 17 december 2009 heeft Willemsoord onder meer het volgende aan Kaap Helder bericht:
"Willemsoord B.V. stelt zich op het standpunt dat Kaap Helder Beheer B.V. door het niet kort na 9 september 2008 indienen van een ontvankelijke bouwaanvraag tekort schiet in de nakoming van de betreffende afspraak. Als gevolg daarvan lijdt Willemsoord B.V. schade, welke schade bestaat uit het niet ontvangen van enige huuropbrengst voor Gebouw 66 vanaf 1 januari 2009. (...). Willemsoord B.V. wordt bovendien geconfronteerd met voortdurende onzekerheid over de vraag of Kaap Helder Beheer B.V. nu haar aanspraak op een huurovereenkomst wenst uit te oefenen. Willemsoord B.V. kan als gevolg daarvan niet uitzien naar een andere huurder voor Gebouw 66. Deze situatie kan niet langer voortduren.
Gelet hierop stellen wij u hierbij formeel in gebreke. (...)
Daarnaast stel ik u in de gelegenheid om mij binnen veertien dagen na de dag van verzending van deze brief schriftelijk te berichten of Kaap Helder Beheer B.V. bereid is een huurovereenkomst te sluiten aangaande Gebouw 66 met inachtneming van de eerder gemaakte afspraken en met ingang van 1 januari 2010. Maakt u van deze gelegenheid geen gebruik dan zal Willemsoord B.V. uitzien naar een andere gegadigde voor Gebouw 66 (...)."
2.10 De advocaat van Kaap Helder heeft in reactie daarop bij brief van 30 december 2009 aan Willemsoord bericht dat Kaap Helder zich op het standpunt stelt dat zij niet kan worden gedwongen reeds op dat moment te gaan huren, omdat zij niet over een bouwvergunning beschikt en ook niet kan beschikken. Zij vindt de door Willemsoord gestelde termijn om te gaan huren onredelijk kort en dringt aan op constructief overleg om te komen tot een invulling van Gebouw 66.
2.11 Vervolgens is tussen partijen overleg gevoerd en gecorrespondeerd over de ontstane situatie, doch zonder resultaat.
2.12 Kaap Helder heeft op 19 februari 2010 een bouwvergunningsaanvraag bij de gemeente ingediend. Bij brief van 6 mei 2010 heeft de gemeente - kort gezegd - aan Kaap Helder bericht dat bouwen met het oog op een gewijzigd gebruik niet kan worden aangemerkt als bouwvergunningsvrij en dat op dit moment een bouwvergunning ook niet kan worden verleend gelet op de wettelijke aanhoudingsplicht op grond van artikel 51, eerste lid, van de Woningwet, omdat de ORW een beschermd stadsgezicht is en voor het gebied waarin de ORW ligt nog geen ter bescherming daarvan strekkend bestemmingsplan of beheersverordening geldt.
2.13 Willemsoord heeft bij brief van 12 mei 2010 aan de advocaat van Kaap Helder bericht dat zij op korte termijn onomkeerbare stappen zal nemen teneinde te komen tot een succesvolle ontwikkeling van Gebouw 66.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 Samengevat vordert Kaap Helder bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- primair: Willemsoord op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden om Gebouw 66 zelf geheel of gedeeltelijk in gebruik te nemen dan wel aan derden te verhuren of anderszins aan derden in gebruik te verstrekken;
- subsidiair: Willemsoord op straffe van verbeurte van een dwangsom te gebieden Gebouw 66 op eerste verzoek van Kaap Helder in de huidige casco staat, ontruimd en vrij van huurders en gebruikers op te leveren, zodra Kaap Helder haar huurrecht na het verkrijgen van een bouwvergunning inroept;
- meer subsidiair: Willemsoord op straffe van verbeurte van een dwangsom een zodanig verbod tot verhuur, ingebruikneming of ingebruikgeving van Gebouw 66 op te leggen, dat de huurrechten van Kaap Helder worden beschermd en geëerbiedigd;
- in alle gevallen: Willemsoord te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2 Daartoe heeft Kaap Helder - verkort en zakelijk weergegeven - gesteld dat haar op grond van de tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst het recht toekomt om Gebouw 66 te huren en dat de huurovereenkomst op grond van de op
9 september 2008 nader gemaakte afspraken ingaat op het moment dat zij een bouwvergunning verkrijgt. Deze bouwvergunning dient Kaap Helder volgens afspraak pas aan te vragen op het moment dat de definitieve functiebestemming van Gebouw 66 vastligt, hetgeen wil zeggen dat de functiebestemming in een bestemmingsplan is vastgelegd. Dat is nog niet het geval. Willemsoord dient het recht van Kaap Helder om Gebouw 66 te huren derhalve te respecteren. Nu zij dreigt dat niet te doen, heeft Kaap Helder belang bij de gevorderde voorzieningen.
3.3 Willemsoord heeft verweer gevoerd. Daarop wordt bij de gronden van de beslissing, voor zover van belang, ingegaan.
4.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
4.1 Willemsoord heeft als primair verweer aangevoerd dat de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen op 31 december 2008, doch uiterlijk op 28 februari 2009 is geëindigd. Daartoe heeft Willemsoord het volgende aangevoerd. Het doel van die overeenkomst was dat door Kaap Helder op korte termijn een traffic-generator in Gebouw 66 zou worden gerealiseerd. Uit de artikelen 1.3, 7.1 en 7.6 van de overeenkomst volgt dat partijen hun samenwerking en de vijf aan Kaap Helder opgedragen taken medio 2008 zouden moeten hebben geëvalueerd en dat de bedoeling was dat de taken uiterlijk 31 december 2008 moesten zijn uitgevoerd.
Op laatstgenoemde datum is de overeenkomst in de visie van Willemsoord dan ook geëindigd. Indien de omstandigheid in aanmerking wordt genomen dat het Uitwerkingsplan twee maanden later dan voorzien is vastgesteld, geldt dat de overeenkomst op 28 februari 2009 is geëindigd. De nadere afspraken die partijen in september 2008 hebben gemaakt, maken dat niet anders, integendeel. Op het moment dat deze werden gemaakt had Kaap Helder al een plan en daaruit blijkt dat partijen een spoedige voortgang veronderstelden, aldus Willemsoord.
4.2 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan uit de tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst noch uit de nader gemaakte afspraken worden afgeleid dat de overeenkomst door het enkele tijdverloop eindigt, ook niet als de taken, waaronder het realiseren van een traffic-generator in Gebouw 66, niet uiterlijk 31 december 2008 zijn verricht. Immers de samenwerkingsovereenkomst heeft de strekking dat alvorens partijen afscheid van elkaar nemen, zij eerst de samenwerking evalueren (zie artt. 7.4 en 7.6). Gesteld noch gebleken is dat die stap door partijen is gezet. Daarbij blijkt uit de nadere afspraken in september 2008 evenmin dat Kaap Helder heeft moeten begrijpen dat Willemsoord ervan uit ging dat de samenwerking tot februari 2009 zou lopen. Het primaire verweer wordt derhalve verworpen.
4.3 Op 9 september 2008 hebben partijen nadere afspraken gemaakt over het sluiten van een huurovereenkomst ter zake van Gebouw 66. Afgesproken is dat de huur ingaat na afgifte van de bouwvergunning, die Kaap Helder dient aan te vragen op het moment dat de definitieve functiebestemming vastligt.
Partijen verschillen van mening over de strekking van deze nadere afspraken. Zij twisten over de vraag wat onder "definitieve functiebestemming" moet worden verstaan. Willemsoord heeft betoogd dat dit het Uitwerkingsplan is, dat uiteindelijk op 30 september 2008 door de gemeente is vastgesteld. In de visie van Willemsoord had Kaap Helder zo spoedig mogelijk daarna een bouwvergunning moeten aanvragen, hetgeen zij heeft nagelaten. Volgens Kaap Helder wordt met "definitieve bestemming" bedoeld het bestemmingsplan. Een bestemmingplan bevat immers - in tegenstelling tot een uitwerkingsplan - de definitieve bestemming, aldus Kaap Helder.
4.4 De voorzieningenrechter is met Willemsoord van oordeel dat met de definitieve functiebestemming in de nadere afspraken van 9 september 2008 de vaststelling van het Uitwerkingsplan is bedoeld. Immers in artikel 4.1 onder a van de samenwerkingsovereenkomst is overeengekomen dat de huur voor Kaap Helder zal ingaan zodra de gemeenteraad in het kader van de vaststelling van het Uitwerkingsplan de functies van gebouw 66 heeft bepaald, hetgeen naar verwachting uiterlijk 1 juli 2008 zal zijn. In de nadere afspraken is vastgesteld onder "status" dat er geen vastgesteld Uitwerkingsplan is waardoor verhuur niet mogelijk is per 1 juli 2008. De verwachting is, gezien het meest recente Uitwerkingsplan, dat een supermarkt als traffic generator wordt gezien.
Vervolgens is de afspraak gemaakt dat de huurovereenkomst met Kaap Helder ingaat na afgifte van de bouwvergunning en de bouwvergunning zo snel als mogelijk zal worden aangevraagd op het moment dat de definitieve functiebestemming vastligt. Op 30 september 2008 is het Uitwerkingsplan vastgesteld door de gemeenteraad. Uit de door Willemsoord overgelegde pagina's van dat plan blijkt dat de mogelijkheid van tijdelijke invulling van bebouwing wordt onderzocht en dat daarbij gedacht wordt aan tijdelijke supermarkt (zie pag. 119). Uit dit samenstel van bepalingen, nadere afspraken en feiten volgt dat Kaap Helder moet hebben begrepen dat zij zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het Uitwerkingsplan een bouwvergunning voor een tijdelijke supermarkt had moeten aanvragen.
4.5 Kaap Helder heeft echter onweersproken gesteld dat het aanvragen van een bouwvergunning geen zin heeft, omdat iedere bouwvergunningaanvraag wordt aangehouden zolang er geen bestemmingsplan of beheersverordening geldt voor het gebied waarin de ORW is gelegen. Op aandringen van Willemsoord en - naar eigen zeggen - tegen beter weten in heeft Kaap Helder een bouwvergunning aangevraagd voor een winkelunit voor tijdelijke detailhandel. Deze aanvraag is bij brief van 6 mei 2010 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder (hierna: het college van B&W) aangehouden. Gesteld noch gebleken is dat er spoedig uitzicht is op een bestemmingsplan of beheersverordening voor het gebied waarin de ORW is gelegen.
4.6 De vraag is of partijen deze (dwingende) planologische beperking hebben voorzien bij het maken van de nadere afspraken in september 2008. Door partijen zijn geen feiten en of omstandigheden gesteld noch gebleken die daarop wijzen.
Deze onvoorziene omstandigheid dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter van invloed te zijn bij het antwoord op de vraag of, zoals Willemsoord subsidiair heeft aangevoerd, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is wanneer zij is gehouden nog langer het recht van Kaap Helder te respecteren om Gebouw 66 te huren tot dat een bouwvergunning is verleend aan Kaap Helder.
4.7 Het belang van Willemsoord is dat zo snel mogelijk invulling wordt gegeven aan Gebouw 66. Kaap Helder onderschrijft dit belang ook, maar zij vindt dat dit dient te geschieden met inachtneming van haar huurrecht. In dat laatste schuilt het belang van Kaap Helder dat Willemsoord het pand niet zelfstandig aan een derde verhuurt.
4.8 Gebouw 66 is een monumentaal pand, dat alleen mag worden gebruikt zonder dat ingrijpende voorzieningen worden getroffen. Uit het Uitwerkingsplan volgt dat er voor de bebouwing op de ORW naar een tijdelijke invulling wordt gezocht. Tegen deze planologische achtergrond heeft Willemsoord onvoldoende onderbouwd dat zij de mogelijkheid heeft en dus een belang bij het nemen van onomkeerbare maatregelen, zoals zij aan Kaap Helder heeft laten weten.
4.9 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter brengt een redelijke uitleg van de tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst en de nadere afspraken onder de hiervoor geschetste onvoorziene omstandigheden niet mee dat Willemsoord het huurrecht van Kaap Helder dient te respecteren totdat een bouwvergunning is verleend. Kaap Helder heeft dus geen onbeperkt uitzicht op huur van gebouw 66.
Uit de samenwerkingsovereenkomst kan een inspanningsverplichting voor Kaap Helder worden afgeleid die inhoudt dat zij ervoor dient te zorgen dat in Gebouw 66 een traffic-generator wordt gerealiseerd. Van Kaap Helder mag worden verwacht dat zij, nu de vestiging van een supermarkt klaarblijkelijk niet tot de mogelijkheden behoort, overstapt op een plan B, een alternatieve invulling van Gebouw 66.
4.10 Kaap Helder heeft onweersproken gesteld dat zij in de zomer van 2009 met Willemsoord in contact is getreden om te overleggen over de wijze waarop Gebouw 66 zou worden ingevuld. Ter zitting heeft de directeur van Willemsoord toegegeven dat hij op dat moment geen tijd had om daarover met Kaap Helder te spreken. Vervolgens heeft Willemsoord eind 2009 de duimschroeven aangedraaid door Kaap Helder bij brief van 17 december 2009 te sommeren per 1 januari 2010 Gebouw 66 te huren, bij gebreke waarvan zij zelf een gegadigde zou gaan zoeken. Door deze handelwijze heeft Willemsoord naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende rekening gehouden met de belangen van Kaap Helder.
4.11 Het voorgaande brengt mee dat Kaap Helder een reële kans dient te krijgen om met een alternatief plan te komen. Dat alternatief zal realiseerbaar moeten zijn binnen het kader van het Uitwerkingsplan en het kader zoals geschetst door het college van B&W in de brief van 6 mei 2010. Dat betekent dat voor alternatieve realisatie van Gebouw 66 als "traffic-generator"geen bouwvergunning nodig zal zijn en het gebruik in overeenstemming zal zijn met de bestaande bestemming "multifunctioneel gebouw". Gelet op de gerechtvaardigde belangen van Willemsoord om duidelijkheid te verkrijgen over het gebruik van Gebouw 66 en de daaruit te generen inkomsten zal de voorzieningenrechter Kaap Helder daarvoor een termijn geven tot uiterlijk zes maanden na betekening van dit vonnis.
Dat betekent dat Willemsoord de huurrechten van Kaap Helder tot die tijd dient te respecteren en Kaap Helder tot die tijd nog gebruik kan maken van het recht om Gebouw 66 in de huidige casco staat te huren overeenkomstig de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst.
4.12 De primaire vordering van Kaap Helder wordt derhalve toegewezen in die zin, dat het Willemsoord tot zes maanden na betekening van dit vonnis wordt verboden om Gebouw 66 zelf geheel of gedeeltelijk in gebruik te nemen dan wel geheel of gedeeltelijk aan derden te verhuren of anderszins aan derden in gebruik te verstrekken. De overige vorderingen van Kaap Helder behoeven derhalve geen bespreking.
4.13 De gevorderde dwangsom wordt afgewezen. Willemsoord heeft ter zitting uitdrukkelijk verklaard dat zij een veroordelend vonnis zal naleven en daartegenover heeft Kaap Helder geen feiten of omstandigheden gesteld op basis waarvan moet worden gevreesd dat dit niet het geval zal zijn.
4.14Nu partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- verbiedt Willemsoord tot zes maanden na betekening van dit vonnis om het op de Oude Rijkswerf Willemsoord in Den Helder staande en gelegen Gebouw 66 zelf geheel of gedeeltelijk in gebruik te nemen dan wel geheel of gedeeltelijk aan derden te verhuren of anderszins aan derden in gebruik te verstrekken;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de kosten van het geding, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- weigert de meer of anders gevorderde voorzieningen.
Gewezen door mr. J. Blokland, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2010 in tegenwoordigheid van mr. N. Boots, griffier.
U kunt tegen dit vonnis in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. U kunt dit hoger beroep instellen binnen vier weken na de dag van de uitspraak.
Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor de Rechtsbijstand.
Bij dit verzoek moet een 'verklaring omtrent inkomen en vermogen' worden overgelegd. Zo'n verklaring kunt u verkrijgen bij de afdeling Burgerzaken van het gemeentehuis of bij de sociale dienst in uw gemeente. In plaats van een door de aanvrager van rechtsbijstand over te leggen verklaring van de burgemeester over zijn inkomen en vermogen kan er nu worden volstaan met het opgeven van het sofinummer, op basis waarvan de Raad informatie inwint bij de belastingdienst. In civiele zaken waarin zonder advocaat wordt geprocedeerd geldt dat aan de griffie in plaats van een verklaring van de burgemeester een verklaring van de raad (opgesteld op basis van de door de belastingdienst verstrekte gegevens) wordt overgelegd. Afhankelijk van die draagkracht wordt een zogenaamde toevoeging verstrekt onder oplegging van een eigen bijdrage. Die bijdrage is afhankelijk van de hoogte van de draagkracht.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan geldt het vonnis al wel, zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.