ECLI:NL:RBALK:2010:BO1673

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
13 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
340823 \ CV EXPL 10-4880
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden op onredelijk bezwarende bedingen in verstekzaak

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Alkmaar op 13 oktober 2010, heeft de eisende partij, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intrum Justitia Nederland B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die niet in de procedure is verschenen. De vordering was gebaseerd op de schadevergoeding wegens de voortijdige beëindiging van een telefoonabonnement. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst op onredelijk bezwarende bedingen, zoals vereist door de rechtspraak van het Hof van Justitie EG.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de schadevergoeding die door de eisende partij wordt gevorderd, niet is gebaseerd op de algemene voorwaarden, maar op wettelijke regels omtrent schadevergoeding bij ontbinding. De eisende partij heeft aangegeven dat het bedrag van de schadevergoeding is vastgesteld op € 168,86, wat de kantonrechter niet onredelijk voorkwam. De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het gevorderde bedrag van € 667,34, vermeerderd met wettelijke rente.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de gedaagde de proceskosten moet vergoeden, omdat deze in het ongelijk is gesteld. De kosten voor de akte blijven echter voor rekening van de eisende partij. Het vonnis is uitgesproken door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 340823 \ CV EXPL 10-4880 (rvk)
Uitspraakdatum: 13 oktober 2010
Verstekvonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intrum Justitia Nederland B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [plaats]
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: Van Arkel Gerechtsdeurwaarders te Leiden
tegen
[naam],
wonende [adres]
[plaats]
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
niet verschenen.
Het verloop van de procedure
[eiser] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding van 21 juli 2010 op de daarin vermelde gronden. [gedaagde] is niet verschenen en tegen hem is verstek verleend.
[eiser] is in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen te verstrekken en heeft daartoe een akte genomen, waarbij nog producties in het geding zijn gebracht.
De beoordeling van het geschil
1.De kantonrechter moet op grond van de wet toetsen of de vordering niet in strijd komt met het objectieve recht en of de aangevoerde gronden de vordering kunnen dragen.
In aanmerking wordt genomen dat op de kantonrechter op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie EG (o.a. 4 juni 2009, C-243/08) de verplichting rust om de toepasselijke algemene voorwaarden ambtshalve te toetsen op onredelijk bezwarende bedingen. Vanwege bovenstaande is [eiser] in de gelegenheid gesteld, bij akte haar vordering nader toe te lichten. [eiser] heeft in haar akte aangegeven dat de schadevergoeding die zij vordert wegens de voortijdige beëindiging van het telefoonabonnement, niet gegrond is op de algemene voorwaarden, maar op de wettelijke regels omtrent schadevergoeding bij ontbinding. [eiser] heeft daarbij tevens gesteld dat het bedrag der schadevergoeding gefixeerd is op de gederfde vaste abonnementsinkomsten over de periode van de datum van ontbinding van de overeenkomst tot de datum waarop de overeenkomst had behoren te eindigen, zijnde € 168,86. Deze schadevergoeding komt de kantonrechter, gelet op de bij akte gegeven toelichting niet onredelijk voor.
2.Dat betekent dat de vordering (ook voor het overige) als niet ongegrond of onrechtmatig wordt toegewezen zoals hierna te melden.
3.De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. De kosten voor de akte blijven echter voor rekening van [eiser].
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan [eiser] te betalen € 667,34, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 506,12 vanaf 19 mei 2010 tot aan de dag der voldoening daarvan.
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 80,89
vastrecht € 158,-
salaris gemachtigde € 100,-
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 oktober 2010 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter