ECLI:NL:RBALK:2010:BO1926

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
25 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/279 R
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • De rechter-commissaris te Alkmaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging vrij te laten bedrag in schuldsanering na toekenning WAO-uitkering

In deze zaak heeft de rechter-commissaris te Alkmaar op 25 juni 2010 een beschikking gegeven in het kader van de schuldsanering van de schuldenaar, die op 23 december 2008 was toegelaten tot de schuldsanering. De bewindvoerder verzocht om een eenmalige verhoging van het vrij te laten bedrag, zoals bedoeld in artikel 295, tweede lid, van de Faillissementswet (Fw), met een bedrag van € 27.835,37. Dit bedrag was het bruto verrekeningsbedrag dat het UWV had opgegeven over de periode van 24 november 2007 tot 1 oktober 2009, in verband met een met terugwerkende kracht toegekende WAO-uitkering.

De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de schuldenaar gedurende de relevante periode een WWB-uitkering van de gemeente Hoorn heeft ontvangen. Na de toelating tot de schuldsanering is de WAO-uitkering met terugwerkende kracht toegekend, wat betekent dat de nabetaling van de WAO-uitkering in de boedel valt. Tegelijkertijd ontstaat er een nieuwe schuld aan de gemeente Hoorn ter hoogte van het bedrag dat aan WWB-uitkering is verstrekt. Dit leidt tot complicaties voor de schuldenaar, aangezien de nieuwe schuld niet onder de schone lei valt en de schuldenaar na afloop van de schuldsanering nog steeds niet schuldenvrij kan zijn.

De rechter-commissaris oordeelt dat het niet mogelijk is om de bedragen te verrekenen en dat de schuldenaar, uitgaande van zijn goede trouw, niet ongerechtvaardigd in de problemen mag komen. Daarom heeft de rechter-commissaris besloten om het vrij te laten bedrag éénmalig te verhogen met het bruto nabetalingsbedrag van het UWV, met de voorwaarde dat dit bedrag na ontvangst per direct aan de gemeente Hoorn moet worden doorbetaald. Deze beslissing is genomen in het belang van de schuldenaar en in overeenstemming met de strekking van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

Uitspraak

DE RECHTER-COMMISSARIS TE ALKMAAR
insolventienummer: 08/279 R
datum beschikking: 25 juni 2010
Bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 23 december 2008 is de toepassing van de schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
[naam verzoeker]
geboren op [datum] te Bonaire (Nederlandse Antillen),
wonende [adres] te Hoorn.
Het verzoek
De bewindvoerder heeft de rechter-commissaris bij brief van 17 mei 2010 verzocht het bedrag, bedoeld in artikel 295, tweede lid, Fw (verder te noemen: het vrij te laten bedrag) éénmalig te verhogen met een bedrag van [euro] 27.835,37, zijnde het door het UWV opgegeven bruto verrekeningsbedrag, inclusief zorgverzekeringspremies, over de periode 24 november 2007 tot 1 oktober 2009.
De beoordeling
Over de periode 24 november 2007 tot 1 oktober 2009 heeft de schuldenaar een WWB-uitkering ontvangen van de gemeente Hoorn. Nadat de schuldenaar op 23 december 2008 was toegelaten tot de schuldsanering, heeft het UWV hem met terugwerkende kracht vanaf 2 mei 2002 een WAO-uitkering toegekend. Verrekening van beide bedragen is op grond van de wet niet mogelijk. Dit betekent enerzijds dat de gehele nabetaling van de WAO-uitkering in de boedel valt, terwijl anderzijds (per datum terugvorderingsbesluit) een nieuwe schuld ontstaat ter hoogte van het bedrag dat de Gemeente Hoorn aan WWB-uitkering heeft verstrekt. Dit heeft voor de schuldenaar verstrekkende gevolgen. Nog daargelaten dat het ontstaan van een bovenmatige nieuwe schuld onder omstandigheden aanleiding kan zijn de schuldsanering tussentijds te beëindigen, valt immers een dergelijke nieuwe schuld niet onder de schone lei. Dat zou betekenen dat de schuldenaar na afloop van de schuldsanering, zonder dat hem enig verwijt valt te maken, nog steeds geen schuldenvrij bestaan kan leiden. De rechter-commissaris acht een dergelijke gang van zaken niet alleen in strijd met de strekking van de WSNP, maar tegenover de schuldenaar, uitgaande van diens goede trouw, ook ongerechtvaardigd.
De rechter-commissaris ziet in het voorgaande aanleiding om, met gebruikmaking van de haar op grond van artikel 295, derde lid, Fw toekomende bevoegdheid, te bepalen als volgt.
BESLISSING
De rechter-commissaris:
- bepaalt dat het vrij te laten bedrag éénmalig wordt verhoogd met een bedrag ter hoogte van de (bruto) nabetaling van het UWV ad [euro] 27.835,37, en wel in de maand waarin bedoeld bedrag tot uitkering komt, dit onder na te noemen voorwaarde:
- bepaalt dat het bedrag na ontvangst per direct dient te worden doorbetaald aan de Gemeente Hoorn, afdeling Sociale Zaken, Wet Werk en Bijstand.
De rechter-commissaris