ECLI:NL:RBALK:2010:BO5318

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
14 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
300250 \ CV EXPL 09-2844
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot tussenkomst in een civiele procedure met betrekking tot een aandelenleaseovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 14 juli 2010 uitspraak gedaan in een incident tot tussenkomst. De zaak betreft een vordering van Varde Investments (Ireland) Limited, als rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland N.V., die zich in een hoofdzaak wil voegen bij gedaagde sub 1, die een aandelenleaseovereenkomst heeft met Dexia. Gedaagde sub 2, de echtgenoot van gedaagde sub 1, heeft een incidentele vordering tot tussenkomst ingediend, omdat hij meent dat zijn rechtspositie nadelig kan worden beïnvloed door de uitkomst van de procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde sub 2 een belang heeft om zich te voegen in de hoofdzaak, en heeft de incidentele vordering tot tussenkomst toegewezen. De kantonrechter heeft tevens de vordering van gedaagde sub 1 tot verwijzing van de zaak afgewezen, omdat deze vordering thans verstoken van belang is. De proceskosten in beide incidenten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak is verwezen naar de openbare civiele terechtzitting van de rechtbank te Alkmaar voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
zaaknr/rolnr.: 300250 \ CV EXPL 09-2844 \CP
uitspraakdatum: 14 juli 2010
Vonnis in de incidenten
tot verwijzing ex artikel 220 Rv
en
tot voeging/tussenkomst ex artikel 217 Rv
in de zaak van:
de buitenlandse vennootschap Varde Investments (Ireland) Limited te Dublin, Ierland
in de hoofdzaak: eisende partij
in de incidenten tot verwijzing en voeging/tussenkomst: gedaagde partij
verder ook te noemen: Varde
gemachtigde: mr. G.J. Schras, advocaat te Spijkenisse
rolgemachtigde: Swier & Van der Weijden, gerechtsdeurwaarders te Amsterdam
tegen
[...] te [plaats]
in de hoofdzaak: gedaagde partij
in het incident tot verwijzing: eisende partij
in het incident tot voeging/tussenkomst: gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde sub 1]
gemachtigde: mr. G. van Dijk te Amsterdam
en
[...] te [plaats]
in het incident tot voeging/tussenkomst: eisende partij
verder ook te noemen: [gedaagde sub 2]
gemachtigde: mr. G. van Dijk te Amsterdam
Het procesverloop
in de hoofdzaak en in de incidenten
Dit verloop blijkt uit:
-de dagvaarding d.d. 5 juni 2009 met producties [Varde];
-de incidentele conclusie tot verwijzing ex artikel 220 Rv met productie [[gedaagde sub 1]];
-de incidentele conclusie tot voeging/tussenkomst met producties [[gedaagde sub 2]];
-de incidentele antwoordconclusie in het incident tot voeging/tussenkomst met producties [Varde];
-het tussenvonnis d.d. 10 maart 2010 [uitlating Varde inzake incident tot verwijzing];
-de conclusie van antwoord in het incident tot verwijzing [Varde].
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De hoofdzaak
1. Varde vordert, als rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland N.V. [verder: Dexia], na-koming van een naar haar mening tussen Dexia en [gedaagde sub 1] geldende vaststellings-overeenkomst, welke betrekking heeft op een aandelenleaseovereenkomst met contractnum-mer [nummer], die tussen [gedaagde sub 1] en Dexia (althans haar rechtsvoorgangsters) is gesloten.
De vaststellingsovereenkomst waar Varde zich in de eerste plaats op beroept, betreft het zgn. Dexia Aanbod.
Mocht hierover anders worden geoordeeld dan is Varde in de tweede plaats van mening dat [gedaagde sub 1] gebonden is aan de zgn. Duisenbergregeling.
Het incident tot verwijzing
en de beoordeling daarvan
2. [gedaagde sub 1] vordert op grond van verknochtheid de verwijzing van de onderhavige zaak naar de reeds eerder bij de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, tussen haar echtge-noot/[gedaagde sub 2] en Dexia aanhangig gemaakte zaak onder rolnr. DX 09-185, zulks ter voorko-ming van dubbel werk en tegenstrijdige beslissingen.
3. Varde refereert zich ter zake aan het oordeel van de kantonrechter.
4. De kantonrechter is er ambtshalve mee bekend dat in de zaak te Amsterdam met [gedaagde sub 2] als eisende partij en Dexia als gedaagde partij op 10 maart 2010 eindvonnis is uitgesproken, zo-dat de vordering, immers thans verstoken van ieder belang, zal worden afgewezen.
Het incident tot voeging en tussenkomst
en de beoordeling daarvan
5. [gedaagde sub 2] vordert, kosten rechtens, zich in het geding in de hoofdzaak te mogen voegen aan de zijde van zijn echtgenote/[gedaagde sub 1]. Subsidiair, zo begrijpt de kantonrechter de vordering, vordert [gedaagde sub 2] te mogen tussenkomen in het geding in de hoofdzaak.
Hij stelt daartoe, zakelijk samengevat en voor zover hier van belang, dat hij is gehuwd met [gedaagde sub 1] en dat hij op grond van de gezinsbeschermende bepaling uit artikel 1:88 lid 1 aanhef en onder d BW schriftelijk de vernietiging heeft ingeroepen van de door zijn echt-genote aangegane huurkoopverplichting onder contractnummer [nummer], maar dat Dexia die vernietiging niet heeft geaccepteerd.
Hij wenst zich aldus in de hoofdzaak bij [gedaagde sub 1] te voegen, zodat hij zich als pro-cespartij op de buitengerechtelijke vernietiging kan beroepen. Tevens is hij van mening dat het Dexia Aanbod niet geldig is, omdat hij niet heeft meegetekend. Subsidiair heeft hij bij toewijzing van de vordering van Varde een uit de nietigheid van het contract in kwestie
voortvloeiende vordering op Varde tot terugbetaling van hetgeen [gedaagde sub 1] onver-schuldigd aan Varde heeft betaald. Hij meent dan ook recht en belang te hebben zich te voegen dan wel tussen te komen.
6. Varde verzet zich tegen de incidentele vordering en concludeert tot afwijzing.
7. Ingevolge artikel 217 Rv kan ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aan-hangig geding vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen.
8. De kantonrechter overweegt dat voor het aannemen van een belang van een derde om zich te kunnen voegen voldoende is dat een uitkomst van de procedure, die ongunstig is voor de partij aan wier zijde de derde zich voegt, de rechtspositie voor die derde nadelig kan beïn-vloeden (vid. Hoge Raad 14 maart 2008, NJ 2008, 168 / LJN: BC6692). Dit belang is gesteld door [gedaagde sub 2].
De argumenten, die Varde in deze heeft ingebracht, betreffen inhoudelijke argumenten die in de hoofdzaak zullen worden getoetst.
Voorts valt in tegenstelling tot Varde niet in te zien waarom de verzochte voeging een aan-zienlijke vertraging van de procedure in hoofdzaak met zich zou meebrengen, zodat dit ver-weer van Varde niet opgaat.
9. Het vorenoverwogene brengt dan ook met zich mee dat [gedaagde sub 2] belang, als bedoeld in arti-kel 217 Rv, heeft om zich in de hoofdzaak tussen Varde en [gedaagde sub 1] aan de zijde van de laatste te voegen dan wel daarin tussen te komen.
De kantonrechter is voorts van oordeel dat deze interventie als “tussenkomst” dient te wor-den aangemerkt nu eventuele benadeling of verlies dreigt van een aan [gedaagde sub 2] toekomend recht (in dit stadium van de procedure kan hier immers niet met zekerheid over worden ge-oordeeld), voor welk behoud nodig is dat hij zelf in de hoofdzaak optreedt. De incidentele vordering tot tussenkomst is dan ook toewijsbaar.
[gedaagde sub 2] wordt verzocht bij eerstkomende gelegenheid tot overlegging van het eindvonnis in de zaak te Amsterdam onder rolnr. DX 09-185.
In beide incidenten voorts
10. De proceskosten aangaande beide incidenten zullen worden gecompenseerd, als na te melden.
De beslissing
De kantonrechter:
in de incidenten tot verwijzing en tot voeging/tussenkomst:
-Wijst de vordering van [gedaagde sub 1] tot verwijzing af.
-Wijst de vordering van [gedaagde sub 2] tot tussenkomst toe.
-Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in de hoofdzaak:
-Verwijst de zaak naar de openbare civiele terechtzitting (rolzitting) van de rechtbank te Alkmaar (sector kanton, locatie Alkmaar) van woensdag 11 augustus te 10.30 uur voor een:
-(schriftelijke) conclusie aan de zijde van [gedaagde sub 2], alsmede
-(schriftelijke) conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde sub 1].
-Verlenging van deze termijn wordt in beginsel niet verleend.
-Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en op 14 juli 2010 in het openbaar uitgesproken.
De griffier