ECLI:NL:RBALK:2010:BO8983

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
13 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
339803 CV EXPL 10-3640
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurovereenkomst en toepasselijkheid Colportagewet tussen Proximedia en V.O.F.

In deze zaak heeft Proximedia Nederland B.V. een huurovereenkomst gesloten met V.O.F. voor een website, licenties en een laptop/pc. V.O.F. heeft verschillende factuurtermijnen niet voldaan, waarna Proximedia de overeenkomst heeft ontbonden. V.O.F. betwist de geldigheid van de overeenkomst en stelt dat deze onder de Colportagewet valt. De kantonrechter oordeelt dat de Colportagewet niet van toepassing is, omdat V.O.F. de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van haar onderneming. De rechter concludeert dat er geen reden is om reflexwerking aan de Colportagewet toe te kennen, aangezien V.O.F. niet heeft aangetoond dat zij een kleine onderneming is die materieel niet van een consument te onderscheiden is.

De kantonrechter heeft op 27 september 2010 een tussenvonnis uitgesproken en op 11 november 2010 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Proximedia vordert in conventie een hoofdelijke veroordeling van V.O.F. tot betaling van € 7.642,85, vermeerderd met wettelijke rente. V.O.F. heeft verweer gevoerd en een tegenvordering ingesteld. De rechter heeft vastgesteld dat Proximedia recht heeft op betaling van € 5.671,30, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 31 januari 2010, en buitengerechtelijke incassokosten van € 700,00. De vordering van V.O.F. in reconventie is afgewezen.

De proceskosten zijn voor rekening van V.O.F. als de in het ongelijk gestelde partij. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is op 13 december 2010 in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter J.H. Gisolf.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 339803 CV EXPL 10-3640
Uitspraakdatum: 13 december 2010
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PROXIMEDIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te De Meern,
eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie,
verder ook te noemen: Proximedia,
gemachtigde: Nouta Westland gerechtsdeurwaarders te Wateringen,
tegen
1.[naam], gevestigd en zaakdoende te [plaats];
2.[naam], vennoot van gedaagde sub 1, wonende aan het zaakadres te [plaats];
3.[naam], vennote van gedaagde sub 1, wonende aan het zaakadres te [plaats].
gedaagde partijen in conventie / eisende partijen in reconventie,
verder ook te noemen: [VOF]
gemachtigde: mr. R.M. Rietbergen, werkzaam ten kantore van ARAG-Nederland Algemene Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Amsterdam.
Het procesverloop
in conventie en in reconventie
-Proximedia heeft bij dagvaarding met producties van 28 juli 2010 in conventie een vordering ingesteld.
-[VOF] heeft in conventie bij antwoord met producties verweer gevoerd en in reconventie een tegenvordering ingesteld.
-De kantonrechter heeft op 27 september 2010 een tussenvonnis uitgesproken.
-De kantonrechter verwijst naar het op 27 september 2010 in deze zaak uitgesproken tussenvonnis.
-Naar aanleiding van dat tussenvonnis heeft op 11 november 2010 een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan aantekeningen zijn gemaakt.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
De geschillen
in conventie en in reconventie
1.Proximedia vordert in conventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van [VOF] tot betaling van € 7.642,85 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.362,32 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
2.Proximedia voert daartoe -zakelijk weergegeven- aan dat zij met [VOF] een huurovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot een website, licenties en een laptop/pc. [VOF] heeft een aantal factuurtermijnen tot een bedrag van € 2.413,32 onbetaald gelaten, waarna Proximedia de overeenkomst heeft ontbonden. Krachtens artikel 7.1 van de overeenkomst is [VOF] tevens een bedrag van € 3.549,00 verschuldigd. Daarnaast is [VOF] tevens buitengerechtelijke invorderingskosten (€ 894,35) en wettelijke rente (tot datum dagvaarding € 706,33) verschuldigd.
3.[VOF] heeft het gevorderde gemotiveerd betwist en een vordering in reconventie ingesteld. Zakelijk weergegeven stelt [VOF] dat de overeenkomst nietig is omdat zij is gesloten in strijd met artikel 24 tweede lid van de Colportagewet. Subsidiair is hij door [VOF] bij brief d.d. 13 april 2008 met terugwerkende kracht ontbonden. Het bedrag dat [VOF] al aan Proximedia had betaald, € 297,60, heeft [VOF] onverschuldigd betaald. [VOF] is tot betaling aangemaand, maar heeft desondanks dit bedrag niet terugbetaald. Proximedia is daarom tevens wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten (€ 89,25) verschuldigd.
4.[VOF] vordert in reconventie, zakelijk weergegeven, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Proximedia tot betaling van genoemde bedragen en rente, kosten rechtens.
5.Proximedia heeft het door [VOF] gevorderde betwist.
De beoordeling van de geschillen
in conventie en in reconventie
6.[VOF] heeft tegen de vordering van Proximedia slechts als verweer gevoerd, kort gezegd, dat de met Proximedia gesloten overeenkomst valt binnen de reikwijdte van de Colportagewet. De kantonrechter stelt vast dat de Colportagewet in ieder geval niet rechtstreeks toepasselijk is omdat [VOF] de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van haar onderneming. Het beroep op de nietigheid van de overeenkomst wegens handelen in strijd met artikel 24 tweede lid van de Colportagewet faalt derhalve.
7.De vraag is echter of de Colportagewet zodanige reflexwerking heeft dat die ertoe moet leiden dat de onderhavige overeenkomst overigens nietig is, dan wel dat [VOF] deze (al dan niet met terugwerkende kracht) kon ontbinden. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. [VOF] heeft onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat zij een kleine ondernemer/onderneming is die zich materieel niet van een consument onderscheid. Er is dan ook geen reden om in dit geval reflexwerking aan de Colportagewet toe te kennen.
8.Daar voegt de kantonrechter aan toe dat vast staat dat Proximedia [VOF] telefonisch heeft benaderd voor het maken van een (verkoop)afspraak betreffende de website van [VOF]. Die afspraak heeft vervolgens plaatsgevonden op 21 maart 2008. Tijdens die bijeenkomst zijn partijen een (huur)overeenkomst aangegaan zoals die is overgelegd als productie 1 bij dagvaarding. Dat [VOF] door Proximedia is “overvallen” is aldus niet aannemelijk geworden. Op 31 maart 2008 heeft Proximedia het benodigde materiaal voor het maken en onderhouden van een website afgeleverd en [VOF] een instructie gegeven. Eerst op 13 april 2008, 23 dagen na het sluiten van de overeenkomst en 13 dagen na ontvangst van het gehuurde materiaal heeft [VOF] aan Proximedia onder verwijzing naar de Colportagewet, te kennen gegeven een beroep te doen op de “nietigheid” van de overeenkomst. [VOF] heeft de overeenkomst derhalve niet kort na het sluiten, binnen een termijn van acht dagen, geannuleerd.
9.Het voorgaande neemt niet weg dat het Proximedia op 13 april 2008 duidelijk was dat [VOF] de overeenkomst wilde annuleren. Gelet op het bepaalde in artikel 7.1 van de overeenkomst had Proximedia ervoor moeten kiezen de resterende termijnen vanaf dat moment niet langer volledig te factureren maar diende zij genoegen te nemen met het in dat artikel genoemde percentage van 60 procent van de resterende maandtermijnen. Aldus heeft Proximedia (in conventie) nog van [VOF] te vorderen 47 termijnen van € 120,67 (60 procent van € 201,11), zijnde € 5.671,30. De wettelijke rente over dit bedrag is toewijsbaar vanaf 31 januari 2010, de datum vanaf wanneer [VOF] in ieder geval in verzuim was, zoals blijkt uit productie 2 bij dagvaarding. De buitengerechtelijk kosten zijn toewijsbaar als na te melden.
10.Uit het voorgaande vloeit voort dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen.
11.De proceskosten komen voor rekening van [VOF] als de in het ongelijk gestelde partij, terwijl de proceskosten in reconventie wegens de nauwe samenhang van de zaak in conventie en die in reconventie worden vastgesteld op één punt.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
Veroordeelt [VOF] hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, om aan Proximedia tegen kwijting te betalen een bedrag van € 5.671,30, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 januari 2010 tot de dag van betaling, alsmede een bedrag van € 700,00 terzake buitengerechtelijke incassokosten.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
Wijst de vordering af.
in conventie en in reconventie
Veroordeelt [VOF], hoofdelijk als voormeld, in de proceskosten, die tot heden voor Proximedia worden vastgesteld op een bedrag van € 1.045,89 [inclusief BTW indien en voorzover door [VOF] verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van € 750,00 voor salaris van de gemachtigde van Proximedia [waarover [VOF] geen BTW verschuldigd is].
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 13 december 2010 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter