ECLI:NL:RBALK:2010:BO8996
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van executeurs en ongeldigverklaring van codicil
In deze zaak heeft verzoeker op 23 augustus 2010 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter, waarin hij verzocht om ontslag van de verweerders als executeurs op grond van artikel 4:149 lid 2 BW wegens gewichtige redenen. De verweerders, die bij testament zijn benoemd tot executeurs in de nalatenschap van erflaatster, hebben op 30 juli 2010 aangegeven dat zij hun werkzaamheden hebben voltooid en dat het beheer is geëindigd. Verzoeker heeft daarnaast verzocht om een codicil ongeldig te verklaren wegens strijd met artikel 4:97 BW. De kantonrechter heeft beide verzoeken afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De rechter oordeelde dat er geen wettelijke grondslag was voor het ongeldig verklaren van het codicil, en dat codicillen met een inhoud die buiten de toepasselijke wettelijke bepalingen vallen, nietig zijn. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 november 2010, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft in zijn beslissing overwogen dat de taak van de executeurs op 30 juli 2010 is geëindigd en dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoeken. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en op 13 december 2010 in het openbaar uitgesproken.