ECLI:NL:RBALK:2011:BP3447

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
26 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
343948 - CV EXPL 10-5565
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietigbaarheid van overeenkomst tussen Essent Retail Energie B.V. en gedaagde

In deze zaak, uitgesproken op 26 januari 2011 door de Rechtbank Alkmaar, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Essent Retail Energie B.V. en een gedaagde partij. Essent had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in conventie verweer voerde en in reconventie een tegenvordering indiende. Essent vorderde betaling van € 1.270,54, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met het betalen van voorschotbedragen en een eindafrekening voor geleverde nutsvoorzieningen. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij door Essent was misleid over de voorwaarden van de overeenkomst, die hij had ondertekend. Hij voerde aan dat hij een blanco contract had ingevuld en dat de energiekosten uiteindelijk hoger uitvielen dan beloofd.

De kantonrechter oordeelde dat Essent haar verweer onvoldoende had onderbouwd en dat de gedaagde terecht een beroep deed op de vernietigbaarheid van de overeenkomst. Essent had niet adequaat gereageerd op de stellingen van de gedaagde en had geen bewijs geleverd van de stellingen die zij in haar vordering naar voren had gebracht. Hierdoor werd de vordering van Essent afgewezen.

In reconventie had de gedaagde een schadevergoeding van € 1.680,- gevorderd, omdat hij door een fout in de dagvaarding een dag omzet had misgelopen. De kantonrechter wees deze vordering ook af, omdat de gedaagde niet had aangetoond dat hij daadwerkelijk schade had geleden door de onjuiste datum in de dagvaarding. De proceskosten werden toegewezen aan de in conventie in het ongelijk gestelde partij, Essent, maar vastgesteld op nihil, gezien de samenhang met de zaak in reconventie.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 343948 \ CV EXPL 10-5565 WG
Uitspraakdatum: 26 januari 2011
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essent Retail Energie B.V.,
statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eisende partij in conventie / verwerende partij in reconventie,
verder ook te noemen: Essent,
gemachtigde: Swier & Van der Weijden, gerechtsdeurwaarders te Amsterdam,
tegen
[naam],
wonende te [plaats],
gedaagde partij in conventie / eisende partij in reconventie,
verder ook te noemen: [gedaagde],
in persoon procederende.
Het procesverloop
in conventie en in reconventie
-Essent heeft bij dagvaarding van 13 september 2010 in conventie een vordering ingesteld.
-[gedaagde] heeft in conventie bij antwoord verweer gevoerd en in reconventie een tegenvordering ingesteld.
-Vervolgens heeft Essent van repliek in conventie gediend en in reconventie bij antwoord verweer gevoerd.
-Daarna is gediend van dupliek in conventie/repliek in reconventie.
De geschillen
in conventie en in reconventie
1.1Essent vordert in conventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.270,54 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.103,03 vanaf 13 september 2010 tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
1.2 Essent voert daartoe -zakelijk weergegeven- aan dat zij voor gedaagde de levering van nutsvoorzieningen alsmede het transport verzorgt ten behoeve van het perceel [adres]. [gedaagde] is in gebreke gebleven de voorschotbedragen over de periode 15 november 2009 tot en met 15 april 2010 ad in totaal € 774,00 te voldoen, alsmede de eindafrekening d.d. 7 mei 2010 ten bedrage van € 329,03.
Verder vordert Essen buitengerechtelijke incassokosten ad € 150,00 en vervallen rente ad € 17,51.
1.3[gedaagde] heeft het gevorderde gemotiveerd betwist en een vordering in reconventie ingesteld. Zakelijk weergegeven stelt [gedaagde] dat hij in juni 2009 een blanco contract heeft ingevuld voor energielevering door Essent. Daarbij heeft de verkoper [gedaagde] voorgehouden dat de energiekosten per jaar € 300,- lager zouden uitkomen. Na twee weken kreeg [gedaagde] een brief van Essent waarin men meedeelde dat men wegens administratieve redenen niet met [gedaagde] kon contracteren. Een half jaar later is Essent plotseling zonder enig vooroverleg alsnog energie gaan leveren. [gedaagde] heeft daartegen bij Essent geprotesteerd en steeds de maandtermijnen teruggevorderd. Bovendien bleek dat de energielevering door Essent niet goedkoper was maar € 20,- per maand duurder. [gedaagde] is door Essent bedrogen.
1.4Het incassobureau van Essent heeft, zo begrijpt de kantonrechter, bij het uitbrengen van de dagvaarding een verkeerde zittingsdatum vermeld. Daardoor was [gedaagde] genoodzaakt op een (verkeerde) dag naar de rechtbank te gaan. Daardoor is [gedaagde] een dag omzet in zijn tattoo-, piercingwinkel misgelopen. De schade daardoor bedraagt € 1.680,-. [gedaagde] vordert in reconventie veroordeling van Essent tot betaling van € 1.680,-.
1.5Essent heeft het door [gedaagde] gevorderde betwist.
De beoordeling van de geschillen
in conventie en in reconventie
2.1Essent heeft op het verweer van [gedaagde] gereageerd door bij repliek (in conventie) te verwijzen naar een brief d.d. 11 mei 2010 die zij aan [gedaagde] heeft gestuurd. Die brief is als productie 4 bij die conclusie gevoegd. In die brief geeft Essent een opsomming van de feitelijke gang van zaken. Zo zou het contract zijn getekend op 22 juni 2009. De overeenkomst is schriftelijk aan [gedaagde] bevestigd op of omstreeks 13 juli 2009. Aan [gedaagde] is toen de mogelijkheid geboden de overeenkomst uiterlijk 26 juli 2009 te annuleren. [gedaagde] is klant geworden per 1 november 2009. Voorafgaand daaraan heeft [gedaagde] nog telefonisch contact met Essent gehad, aldus Essent.
2.2De kantonrechter is hierover het volgende van oordeel. Vooropgesteld kan worden dat Essent haar stellingen in de conclusie zelf diende weer te geven en daarvoor niet (slechts) kan verwijzen naar een productie. Daar voegt de kantonrechter aan toe dat Essent in die productie verwijst naar een aantal brieven die zij [gedaagde] zou hebben gestuurd. Kopieën van die brieven heeft Essent echter niet bijgevoegd. Aldus heeft Essent in strijd gehandeld met haar in artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering neergelegde verplichting de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. De kantonrechter zal daaraan in dit geval geen consequenties verbinden omdat de vordering in conventie reeds afstuit op het volgende.
2.3Essent heeft niet gereageerd op de stelling van [gedaagde] dat de verkoper van Essent hem een blanco contract heeft laten ondertekenen. Evenmin heeft Essent gereageerd op de stelling dat die verkoper hem heeft voorgelogen over het voordeel dat [gedaagde] zou behalen door over te stappen naar Essent en dat hij op basis van die (later gebleken) leugen is bewogen om akkoord te gaan met een overstap naar Essent. De kantonrechter begrijpt die stelling van [gedaagde] als een beroep op de vernietigbaarheid van de overeenkomst. Nu Essent daartegen geen dan wel onvoldoende verweer heeft gevoerd, slaagt het beroep van [gedaagde] op de vernietigbaarheid van de overeenkomst. Daardoor komt de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst te ontvallen. Nu Essent geen andere grondslag voor het gevorderde heeft aangevoerd, zal het gevorderde worden afgewezen. Essent dient als de in conventie in het ongelijk gestelde partij de proceskosten te dragen.
2.4De vordering in reconventie is gebaseerd op de vermelding van een onjuiste datum in de dagvaarding waardoor [gedaagde] ten onrechte naar de rechtbank is geweest en hij omzet is misgelopen. Die vordering wordt afgewezen. Zelfs als er in de dagvaarding een onjuiste datum stond vermeld, was het niet nodig dat [gedaagde] daarvoor naar de rechtbank ging en al helemaal niet een hele dag. Hij kan immers ook schriftelijk verweer voeren, hetgeen hij in deze zaak ook heeft gedaan. Als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij, dient [gedaagde] de proceskosten in reconventie te dragen. Gelet op de samenhang met de zaak in conventie worden die kosten gesteld op nihil.
De beslissing
De kantonrechter:
in conventie
Wijst de vordering af.
Verwijst Essent in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
in reconventie
Wijst de vordering af.
Verwijst [gedaagde] in de proceskosten, die tot heden voor Essent worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 26 januari 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter