ECLI:NL:RBALK:2011:BQ8435
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verstekzaak met toetsing van algemene voorwaarden op onredelijk bezwarende bedingen
In deze verstekzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 18 mei 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Marjoc I B.V. en een gedaagde partij, tegen wie verstek is verleend. De eisende partij had een vordering ingesteld op basis van de bij dagvaarding op 10 januari 2011 omschreven gronden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het op hem rust om ambtshalve te toetsen of de vordering niet in strijd komt met het objectieve recht en of de aangevoerde gronden de vordering kunnen dragen. Hierbij is de verplichting om de toepasselijke algemene voorwaarden te toetsen op onredelijk bezwarende bedingen aan de orde gekomen, zoals ook is bevestigd door de rechtspraak van het Hof van Justitie EU.
De eisende partij heeft in haar akte aangegeven dat zij geen schadevergoeding vordert, maar enkel betaling van achterstallige abonnementstermijnen en belkosten. Dit stond in contrast met de eerdere stelling in de dagvaarding, waar wel degelijk een schadevergoeding werd gevorderd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat deze discrepantie in strijd is met artikel 21 van het Burgerlijk Wetboek, dat vereist dat partijen de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aanvoeren. Hierdoor zijn de kosten van de akte voor rekening van de eisende partij komen te liggen.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 547,61 aan de eisende partij, te vermeerderen met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 10 januari 2011. De veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor eisende partijen om consistent te zijn in hun vorderingen en de gevolgen van inconsistentie in juridische procedures.