ECLI:NL:RBALK:2011:BR2941
Rechtbank Alkmaar
- Wraking
- A. van der Perk
- A.C. Haverkate
- B.H. Franke
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de bestuursrechter tijdens zitting
Op 20 mei 2011 heeft de Rechtbank Alkmaar een verzoek tot wraking behandeld van een bestuursrechter. Verzoeker, die woonachtig is in [WOONPLAATS VERZOEKER], heeft het verzoek ingediend tijdens de openbare zitting van de wrakingskamer. De rechter en verzoeker waren aanwezig en zijn gehoord. Na de behandeling heeft de voorzitter de zitting gesloten en de beslissing in het openbaar uitgesproken. De rechtbank overweegt dat de leiding van een zitting bij de rechter ligt en dat het de taak van de rechter is om de gang van zaken te bepalen. In dit geval heeft de rechter verzoeker na ongeveer 20 minuten geïnterrumpeerd tijdens het voorlezen van zijn pleitnotitie, omdat de pleitnotitie met 26 bladzijden te omvangrijk was om in zijn geheel voor te lezen. Verzoeker heeft de wraking verzocht op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat hij meende dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt door hem te onderbreken.
De rechtbank stelt vast dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Er is echter een vermoeden van onpartijdigheid, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. Verzoeker heeft aangevoerd dat de rechter hem niet de kans heeft gegeven zijn volledige pleitnotitie voor te dragen, en dat eerdere omissies door de rechtbank de schijn van partijdigheid hebben gewekt. De rechtbank benadrukt dat een rechterlijk college als geheel niet kan worden gewraakt en dat de gestelde omissies geen rol spelen in de beoordeling van het verzoek.
De rechtbank concludeert dat de rechter zijn taak om de orde te handhaven op de zitting heeft uitgevoerd en dat zijn handelingen niet getuigen van vooringenomenheid. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld zijn beroep toe te lichten, maar de rechter heeft de wijze van toelichting afgebakend in het belang van de orde. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking af en bepaalt dat de behandeling van de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking.