ECLI:NL:RBALK:2011:BR6085

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
19 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
14.810393-10
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gemotiveerde vrijspraak van medeplegen dan wel medeplichtigheid aan een gewapende overval

In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 19 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen dan wel medeplichtigheid aan een gewapende overval op een supermarkt in Enkhuizen op 26 april 2010. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen een gewapende overval te hebben gepleegd, waarbij personeel van de supermarkt werd bedreigd en gedwongen om geld en goederen af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op die dag een gewapende overval heeft plaatsgevonden, waarbij meerdere personeelsleden onder bedreiging van geweld werden vastgebonden en gedwongen hun persoonlijke eigendommen af te geven. De overvallers maakten gebruik van een handgeschreven briefje met informatie over de procedures in de supermarkt, inclusief de kluiscode. De verdachte, die kort voor de overval was ontslagen, had informatie verstrekt aan haar vriend, een van de medeverdachten, over de gang van zaken in de supermarkt. De officier van justitie stelde dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was geweest bij de overval door deze informatie te verstrekken. De verdediging betwistte dit en stelde dat er geen bewijs was voor opzet op de overval. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat zij opzettelijk inlichtingen had verschaft met de wetenschap dat deze gebruikt zouden worden voor de overval. De benadeelde partijen werden niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte niet was veroordeeld voor de ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer : 14/810393-10 (P)
Datum uitspraak : 19 juli 2011
VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het
OPENBAAR MINISTERIE
tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [woonadres], Enkhuizen.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 juli 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. H.K. ter Brake, advocaat te Hoorn, en door verdachte naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat zij op of omstreeks 26 april 2010 in de
gemeente Enkhuizen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een supermarkt gevestigd op/aan de [adres] aldaar, heeft weggenomen een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 4058 euro, althans enig geldbedrag en/of 5 rollen postzegels (a 0,88 eurocent totale geldswaarde 440 euro) en/of een body-alarm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of andere personeelsleden van [supermarkt] en/of andere aanwezige personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of andere personeelsleden van [supermarkt] en/of andere aanwezige personen heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 4058 euro, althans enig geldbedrag en/of 5 rollen postzegels
(a 0,88 eurocent totale geldswaarde 440 euro) en/of een body-alarm, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (in de auto) naar Enkhuizen is/zijn gereden en/of (daarna) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (een) bivakmuts(en) opgedaan
en/of
(vervolgens) is/zijn zij, verdachte, en/of haar mededader(s) naar de de zich op de [straat] bevindende [slachtoffer 1] toegelopen en/of (daarna) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en/of getoond gehouden en/of gericht en/of gericht gehouden op/aan die [slachtoffer 1] en/of (daarna) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 1] gedwongen de deur van die supermarkt open te maken en/of -binnen in die supermarkt- heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 1] onder bedreiging van dat/die vuurwapen(s), althans op (een) op/een vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en) en/of dat stroomstootwapen naar het kantoor geleid en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij, die [slachtoffer 1], het kantoor open moest maken en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die [slachtoffer 1] gezegd -toen deze vertelde dat hij niet in het bezit was van een sleutel van dat kantoor-:"Loop mij niet te fokken man, wil je een kogel door je kop" en/of
(vervolgens) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 1] gedwongen terug te lopen naar het magazijn, althans een ander gedeelte van die supermarkt en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij op de grond moest gaan zitten
en/of
(daarna) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) de polsen en de enkels van die [slachtoffer 1] met tape vastgebonden
en/of
(daarna) is/zijn zij, verdachte, en/of haar mededader(s) naar de buiten die supermarkt geparkeerd staande vrachtwagen gelopen
en/of
(vervolgens) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) de deur aan de bestuurderszijde opengetrokken en/of een pistool gericht en/of gericht gehouden op de chauffeur van die vrachtauto (genaamd [slachtoffer 2]) en/of tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij uit moest stappen en dat hij naar binnen de winkel in moest
en/of
- in die winkel aangekomen- heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) de benen en/of de polsen van die [slachtoffer 2] met tape vastgebonden en/of (vervolgens) is/zijn zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (wederom) naar die (buiten)deur toegelopen en/of de volgende personen opgewacht (te weten [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4]) en/of (daarbij) heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) een stroomstootwapen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] geplaatst en/of (daarna) heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 3] een stroomstoot gegeven en/of heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die [slachtoffer 3] de woorden gezegd:"Blijf maar rustig en ga maar zitten" en/of (vervolgens) heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 3] gefouilleerd en/of de spullen van die [slachtoffer 3] (waaronder een body-alarm) uit de kleding van die [slachtoffer 3] gehaald
en/of
heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) een stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] geplaatst en/of
heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die [slachtoffer 4] gezegd dat zij (ook) op de grond moest gaan zitten en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) aan die [slachtoffer 4] gevraagd of zij de sleutel van de kluis had en/of tegen haar gezegd dat zij haar tas af moest geven en/of (daarna) is/zijn zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (weer terug) naar de (buiten)deur gelopen en/of heeft/hebben de toen net binnen komende [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] opgewacht en/of (daarbij) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 6] bij de schouder gepakt en/of een wapen in de rug van die [slachtoffer 5] geduwd en/of (daarbij) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gezegd:"Handen omhoog" en/of (vervolgens) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] meegenomen naar het gedeelte van de supermarkt alwaar zich ook die/deze [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zich bevond(en) en/of (aldaar) heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) tegen die/deze [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] gezegd dat hij/zij op de grond -bij de anderen- moest(en) gaan zitten en/of (daarna) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) die [slachtoffer 5] gefouilleerd en/of de mobiele telefoon en/of de sleutelbos en/of het body-alarm uit de kleding van die [slachtoffer 5] gehaald en/of (onderwijl) is/zijn zij, verdachte, en/of haar mededader(s) naar het kantoor met de kluis/zen gegaan en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) dat kantoor geopend met een sleutel en/of (vervolgens) heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) de "kleine" kluis en/of de "grote"" kluis geopend met een sleutel en/of de code en/of heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) een of meer geldbedrag(en) en/of rollen postzegels uit die/deze klui(s)zen) gehaald;
Subsidiair, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] op of omstreeks 26 april 2010 in de gemeente Enkhuizen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 4058 euro, althans enig geldbedrag en/of 5 rollen postzegels (a 0,88 eurocent totale geldswaarde 440 euro) en/of een body-alarm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of andere personeelsleden van [supermarkt] en/of andere aanwezige personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan die/deze
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of andere personeelsleden van [supermarkt] en/of andere aanwezige personen heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 4058 euro, althans enig geldbedrag en/of 5 rollen postzegels
(a 0,88 eurocent totale geldswaarde 440 euro) en/of een body-alarm, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5],
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat:
die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] (in de auto) naar Enkhuizen is/zijn gereden en/of (daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] (een) bivakmuts(en) opgedaan
en/of
(vervolgens) is/zijn die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] naar de de zich op de [straat] bevindende
[slachtoffer 1] toegelopen en/of (daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond en/of getoond gehouden en/of gericht en/of gericht gehouden op/aan die [slachtoffer 1]
en/of
(daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 1] gedwongen de deur van die supermarkt open te maken en/of -binnen in die supermarkt- heeft/hebben die/deze
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5], die [slachtoffer 1] onder bedreiging van dat/die vuurwapen(s), althans op (een) op/een vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en) en/of dat stroomstootwapen naar het kantoor geleid en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij, die [slachtoffer 1], het kantoor open moest maken en/of heeft/hebben die/deze
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] tegen die [slachtoffer 1] gezegd -toen deze vertelde dat hij niet in het bezit was van een sleutel van dat kantoor: "Loop mij niet te fokken man, wil je een kogel door je kop"
en/of
(vervolgens) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 1] gedwongen terug te lopen naar het magazijn, althans een ander gedeelte van die supermarkt en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat hij op de grond moest gaan zitten
en/of
(daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] de polsen en de enkels van die [slachtoffer 1] met tape vastgebonden
en/of
(daarna) is/zijn die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] naar de buiten die supermarkt geparkeerd staande vrachtwagen gelopen
en/of
(vervolgens) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] de deur aan de bestuurderszijde opengetrokken en/of een pistool gericht en/of gericht gehouden op de chauffeur van die vrachtauto (genaamd [slachtoffer 2]) en/of tegen die [slachtoffer 2] gezegd dat hij uit moest stappen en dat hij naar binnen de winkel in moest
en/of
- in die winkel aangekomen- heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] de benen en/of de polsen van die [slachtoffer 2] met tape vastgebonden
en/of
(vervolgens) is/zijn die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] (wederom) naar die (buiten)deur toegelopen en/of de volgende personen opgewacht (te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4]) en/of (daarbij) die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 5] een stroomstootwapen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 3] geplaatst en/of (daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 3] een stroomstoot gegeven en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] tegen die [slachtoffer 3] de woorden gezegd:"Blijf maar rustig en ga maar zitten" en/of (vervolgens) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 3] gefouilleerd en/of de spullen van die [slachtoffer 3] (waaronder een body-alarm) uit de kleding van die [slachtoffer 3] gehaald
en/of
heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] een stroomstootwapen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 7] geplaatst
en/of
heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] tegen die [slachtoffer 4] gezegd dat zij (ook) op de grond moest gaan zitten en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of op de grond moest gaan zitten en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] aan die [slachtoffer 4] gevraagd of zij de sleutel van de kluis had en/of tegen haar gezegd dat zij haar tas af moest geven
en/of
(daarna) is/zijn die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] (weer terug) naar de (buiten)deur gelopen en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] de toen net binnen komende [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] opgewacht en/of (daarbij) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 6] bij de schouder gepakt en/of een wapen in de rug van die [slachtoffer 5] geduwd en/of (daarbij) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] tegen die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gezegd:"Handen omhoog" en/of (vervolgens) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die/deze [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] meegenomen naar het gedeelte van de supermarkt alwaar zich ook die/deze [slachtoffer 1]en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zich bevond(en) en/of aldaar) heeft die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] tegen die/deze [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] gezegd dat hij/zij op de grond -bij de anderen- moest(en) gaan zitten en/of (daarna) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] die [slachtoffer 5] gefouilleerd en/of de mobiele telefoon en/of de sleutelbos en/of het body-alarm uit de kleding van die [slachtoffer 5] gehaald en/of (onderwijl) is/zijn die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] naar het kantoor met de kluis/zen gegaan en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] dat kantoor geopend met een sleutel en/of (vervolgens) heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] de "kleine" kluis en/of de "grote" kluis geopend met een sleutel en/of de code en/of heeft/hebben die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] een of meer geldbedrag(en) en/of rollen postzegels uit die/deze klui(s)zen) gehaald,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van
01 oktober 2009 tot en met 26 april 2010 in de gemeente Alkmaar en/of (elders) in het gerechtelijk arrondissement Alkmaar, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door aan die/deze [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] te vertellen en/of op te schrijven de procedure van het filiaal openen en/of het binnengaan en/of het inklokken en/of de procedure met betrekking tot het (de-) activeren van het alarmsysteem en/of de weg naar het magazijn en/of de procedure met betrekking tot het afsluiten en/of het opbergen van de kassalades en/of waar de klui(s)(zen) zich bevond(en) en/of wat de kluisprocedure in die supermarkt was en/of waar de sleutel(s) van de klui(s)(zen) lagen en/of door die/deze [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] te vertellen welke toegangscode(s) hij/zij moest(en) invoeren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. Overweging ten aanzien van het bewijs
A. Inleiding
Op 26 april 2010 heeft in de vroege ochtend een gewapende overval plaatsgevonden bij de [supermarkt] supermarkt gevestigd aan de [straat] te Enkhuizen. Drie gemaskerde overvallers hebben die ochtend een personeelslid van de supermarkt gedwongen de deur te openen. Later arriveerden nog meer personeelsleden en een leverancier. Allen werden gedwongen binnen in het magazijn plaats te nemen; sommigen werden daarbij vastgebonden of gedwongen hun persoonlijke eigendommen af te geven. Bij de overval zijn uit de kluizen rollen postzegels en een geldbedrag buit gemaakt. Een getuige heeft drie jongens met bivakmutsen zien rennen naar een in de buurt geparkeerde bestelauto met kenteken [kenteken] en zij heeft hiervan melding gemaakt bij de politie. Kort na de melding zagen verbalisanten een bestelauto met voornoemd kenteken rijden. Het voertuig is een stopteken gegeven en is tot stilstand gebracht. De bestuurder van de auto bleek te zijn: [medeverdachte 4]. De overige in de auto aanwezige personen waren genaamd: [medeverdachte 5], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. De in de bestelauto aanwezige personen zijn aangehouden. In de bestelauto werden onder andere kleding, twee op vuurwapens gelijkende voorwerpen, een stroomstootwapen, een boodschappentas van de [supermarkt] en diverse eurobiljetten, euromunten en rollen verpakt muntgeld aangetroffen.
Na de overval bleek dat de daders tijdens de overval gebruik hadden gemaakt van een handgeschreven briefje, bestaande uit twee bladzijden met onder meer informatie over verschillende procedures die door werknemers van [supermarkt] moeten worden doorlopen bij het openen van de winkel en bij het openen van de kluizen. Op dit briefje stond tevens de code van de grote kluis. Op grond hiervan alsmede omdat de daders ook op de hoogte waren van het tijdstip van aankomst van het personeel, werd vermoed dat de daders deze kennis hadden gekregen van een medewerk(st)er van het filiaal. Tijdens het opsporingsonderzoek bleek de kluiscode op het briefje, zijnde de persoonlijke toegangscode van een medewerkster genaamd [persoon], te zijn verstrekt aan een medewerkster van [supermarkt], [verdachte], die kort voor de overval was ontslagen. Nader onderzoek wees uit dat deze medewerkster de vriendin was van [medeverdachte 1] wiens telefoonnummer voorkwam in de mobiele telefoons van de medeverdachten [medeverdachte 4], [medeverdachte 5], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. Tevens bleek dat [medeverdachte 1] kort voor de overval veelvuldig contact heeft gehad met deze vier verdachten en zijn er telefoongesprekken getapt waarvan de inhoud zou kunnen duiden op betrokkenheid van [medeverdachte 1] bij de onderhavige overval. Daarnaast is gebleken dat het handschrift van [medeverdachte 1] veel overeenkomsten vertoont met het handschrift van bovengenoemd, in de winkel achtergebleven, briefje. Verdachte heeft verklaard dat zij desgevraagd verschillende keren aan haar vriend informatie heeft gegeven over de gang van zaken bij [supermarkt], maar niet met de intentie dat hij die informatie zou gaan gebruiken voor het plegen van een overval.
De rechtbank zal met betrekking tot het ten laste gelegde feit dienen te beoordelen of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich samen met de medeverdachten op 26 april 2010 schuldig heeft gemaakt aan de gewapende overval op de [supermarkt], dan wel dat zij als medeplichtige aan deze overval kan worden aangemerkt vanwege het verstrekken van essentiële informatie met betrekking tot de gebruikelijke procedures in het filiaal en de kluiscode aan de medeverdachten.
B. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt, dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten met betrekking tot de onderhavige overval, en vordert daarom dat verdachte zal worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat op basis van de processtukken wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat er op 26 april 2010 een gewapende overval heeft plaatsgevonden op de [supermarkt] te Enkhuizen alsmede dat verdachte daarbij opzettelijk behulpzaam is geweest door onder meer informatie te verstrekken met betrekking tot het openen en binnengaan van het filiaal, het inklokken, de weg naar het magazijn en het openen van de kluizen met behulp van onder meer een kluiscode.
Ten aanzien van de verklaring van verdachte, inhoudende dat zij niet wist dat haar vriend [medeverdachte 1] van plan was om de door haar verschafte informatie met betrekking tot de supermarkt, te gebruiken voor het plegen van een overval, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat sprake was van opzet op de overval in de zin van voorwaardelijk opzet, omdat verdachte wist dat haar vriend een criminele achtergrond had en desondanks antwoord gaf op zeer specifieke vragen van zijn kant over de gang van zaken in de supermarkt waar verdachte toen nog werkzaam was.
C. Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit. Hij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat voor een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde geen wettig en overtuigend bewijs is.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde stelt de raadsman zich op het standpunt dat er voor een bewezenverklaring van medeplichtigheid bij de onderhavige overval sprake moet zijn van dubbel opzet: opzet op de overval naast opzet op de medeplichtigheid door het verstrekken van informatie.
Niet bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk inlichtingen heeft verstrekt en dat verdachte bovendien de wetenschap had dat anderen met behulp van die inlichtingen een gewapende overval zouden gaan plegen.
D. Beoordeling van de tenlastelegging door de rechtbank
Op basis van het procesdossier dient als vaststaand te worden aangenomen dat [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] op 26 april 2010 in de gemeente Enkhuizen een gewapende overval hebben gepleegd op een filiaal van [supermarkt], waarbij meerdere personeelsleden wederrechtelijk van hun vrijheid zijn beroofd. Zij zijn daarvoor door deze rechtbank en kamer ook veroordeeld, wat betreft [medeverdachte 4] voor medeplichtigheid aan beide strafbare feiten.
medeplegen
De rechtbank heeft op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet de overtuiging verkregen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking bij deze overval tussen verdachte en haar medeverdachte [medeverdachte 1] en/of andere bovengenoemde personen. Op geen enkele wijze blijkt dat verdachte aan de overval zelf heeft deelgenomen of aanwezig is geweest bij het beramen van plannen of het maken van afspraken over de uitvoering of over de verdeling van de opbrengst.
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het dossier geen aanknopingspunten voor het primair ten laste gelegde biedt.
De rechtbank zal verdachte daarvan derhalve vrijspreken.
medeplichtigheid
Aan de verdachte is subsidiair ten laste gelegd dat zij aan haar medeverdachten opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van de onderhavige overval.
Om tot de slotsom te komen dat verdachte opzettelijk inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van de onderhavige overval, zoals door de officier van justitie betoogd, is vereist dat niet alleen komt vast te staan dat verdachtes opzet gericht was op het verschaffen van inlichtingen als bedoeld in artikel 48, aanhef en onder 2º, Sr, maar tevens dat verdachtes opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op de nadien door een of meer bovengenoemde personen gepleegde strafbare feiten, anders gezegd dat verdachte wist of bewust heeft aanvaard de aanmerkelijke kans dat zij met de verstrekte informatie anderen hielp bij de uitvoering van een overval.
Verdachte heeft tegenover de politie en ook ter terechtzitting ontkend iets met de overval te maken te hebben. Ze had in de tijd waarin de overval plaatsvond wel een relatie met de medeverdachte [medeverdachte 1], die haar ook een of twee keer heeft opgehaald van haar werk bij [supermarkt]. [medeverdachte 1] vroeg haar weliswaar regelmatig naar haar werkzaamheden bij [supermarkt] maar daar zocht zij naar haar zeggen niets achter. Verdachte dacht dat hij dat vroeg uit interesse; omdat zij zijn vriendin was. Eerst achteraf heeft zij zich gerealiseerd dat die vragen best vreemd waren. Ten aanzien van de informatie op het door de overvallers achtergelaten briefje heeft verdachte verklaard dat daarop weliswaar informatie staat die zij aan [medeverdachte 1] heeft verstrekt, maar ook informatie waarvan zij helemaal geen weet had. Die informatie heeft zij hem dus niet heeft kunnen verstrekken. Verdachte ontkent voorts dat zij de code van de kluis aan [medeverdachte 1] heeft verteld. Die code bevindt zich, aldus verdachte, in een snelhechter in een blauw mapje in het kantoor. Wanneer verdachte wordt geconfronteerd met het getapte telefoongesprek op 11 juli 2010 waarbij [medeverdachte 1] haar belt en tegen haar zegt: “wat ze je ook vragen. Jij weet helemaal van niets, helemaal van niets!!” verklaart verdachte dat zij dacht dat hij doelde op de handel in drugs en dat zij daar niks over mocht zeggen tegen de politie. Verdachte had namelijk het vermoeden dat [medeverdachte 1] een drugsdealer was.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan als vaststaand worden aangenomen dat verdachte aan een medeverdachte inlichtingen heeft verstrekt met betrekking tot de gang van zaken bij [supermarkt]. Ook acht de rechtbank bewezen dat het opzet van verdachte hierop was gericht. Het gaat immers niet om een enkele aan verdachte ontvallen uitlating maar om het meermalen geven van antwoorden op gerichte vragen van een medeverdachte.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten voorhanden zijn om tot het oordeel te komen dat verdachte ten tijde van het verstrekken van die informatie kennis had van hetgeen haar medeverdachte en/of andere personen van plan waren en dat zij wist dat de informatie die zij gaf daartoe gebruikt zou worden.
Evenmin is het enkele gegeven, dat verdachte meende te weten dat haar vriend een drugsdealer was, voldoende voor de onderbouwing van de conclusie dat verdachte bewust een aanmerkelijke kans op de aan de orde zijnde strafbare feiten heeft aanvaard.
Afzonderlijke bespreking verdient in dit kader de op het briefje geschreven kluiscode.
Er is geen bewijsmiddel waaruit rechtstreeks voortvloeit dat verdachte deze code aan de medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gegeven. Evenmin zijn er aanknopingspunten voor een alternatief scenario, inhoudende dat een ander personeelslid in relatie stond met deze medeverdachte dan wel met een van de andere bovengenoemde personen. De rechtbank acht het zonder meer aannemelijk dat het gebruik van de code is ontleend aan de wetenschap van verdachte. Daarmee staat dit gegeven echter niet vast. Het is immers ook mogelijk dat de code is ontleend aan de inhoud van een map, inhoudende onder meer iedere persoonlijke code, in het kantoor van de hoofdcassière. Daarnaast staat niet vast dat alle informatie op het aangetroffen briefje afkomstig is van verdachte.
Op grond hiervan kan de rechtbank een alternatief scenario, namelijk dat er nog een personeelslid informatie heeft verstrekt, niet met voldoende zekerheid uitsluiten.
De rechtbank zal verdachte derhalve ook vrijspreken van het subsidiair ten laste gelegde.
5. Benadeelde partijen
A.
De benadeelde partij [slachtoffer 1], heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 2.200,00, wegens immateriële schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de schadeveroorzakende feiten.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en
1 subsidiair is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op die ten laste gelegde feiten, worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in diens vordering.
B.
De benadeelde partij [supermarkt] . heeft vóór de aanvang van de terechtzitting in het geding over de strafzaak bij de officier van justitie opgave gedaan van de inhoud van de vordering tot vergoeding van € 16.333,83, wegens materiële schade die de verdachte met zijn mededaders aan de benadeelde partij heeft toegebracht, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de schadeveroorzakende feiten.
Nu niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en
1 subsidiair is ten laste gelegd, kan de benadeelde partij niet in de vordering, die betrekking heeft op die ten laste gelegde feiten, worden ontvangen.
Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in haar vordering.
6. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair en
1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijk in de vordering.
Verklaart de benadeelde partij [supermarkt] niet ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. L.J. Saarloos en mr. B.H. Franke, rechters,
in tegenwoordigheid van M. Woudman, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juli 2011.
De voorzitter is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.