ECLI:NL:RBALK:2011:BT8767
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vaststelling economische eigendom en terugbetaling geleende gelden in huwelijksgemeenschap
In deze zaak heeft de rechtbank Alkmaar op 21 september 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de familie van de gedaagde en de gedaagde zelf. De eisers, bestaande uit de ouders en erven van de gedaagde, hebben een vordering ingesteld om de actuele waarde van een woning te claimen die aan de gedaagde toebehoorde. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat de economische eigendom van een eerder aan de gedaagde toebehorend registergoed niet rechtsgeldig was overgedragen aan de eisers. De gedaagde heeft momenteel een woning in eigendom waar de eisers geen recht op kunnen doen gelden.
Daarnaast hebben de eisers subsidiair gevorderd dat de gedaagde de door hen geleende gelden terugbetaalt, welke vordering door de gedaagde werd erkend. De ex-vrouw van de gedaagde heeft als tussenkomende partij gevorderd dat de gedaagde de schade aan de huwelijksgoederengemeenschap vergoedt. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, maar oordeelde dat de eisers de ex-vrouw niet konden aanspreken op basis van de uitbreiding van de aansprakelijkheid, omdat haar beroep op verjaring van de vordering van de eisers slaagde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde aansprakelijk blijft voor de gemeenschapsschuld na de ontbinding van het huwelijk, en dat de ex-vrouw hoofdelijk aansprakelijk is voor deze schuld. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtsgeldige overdracht van economische eigendom en de gevolgen van verjaring in het civiele recht.