ECLI:NL:RBALK:2011:BU4783

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
10 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
132517
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van door mede-aandeelhouder uit vennootschap opgenomen gelden deels toegewezen

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 10 november 2011, heeft Eiseres een kort geding aangespannen tegen Gedaagden, waaronder mede-aandeelhouders en bestuurders van de vennootschappen Smart4Kids Onroerend Goed B.V. en Catootje & Obelix B.V. Eiseres vorderde terugbetaling van door Gedaagde 1 opgenomen gelden uit deze vennootschappen. De zaak draait om de vraag of Gedaagde 1 onterecht geld heeft opgenomen zonder dat daar een rechtsverhouding aan ten grondslag lag, wat heeft geleid tot liquiditeitsproblemen voor de vennootschappen. Eiseres stelde dat de opnames schadelijk waren voor de bedrijfsvoering en het voortbestaan van de kinderdagverblijf Catootje & Obelix. Gedaagden voerden verweer en stelden dat Eiseres niet bevoegd was om namens de vennootschappen op te treden.

De voorzieningenrechter oordeelde dat Eiseres in haar vorderingen kon worden ontvangen, omdat de vennootschappen haar vorderingen hadden gecedeerd. De rechter concludeerde dat Gedaagde 1 onvoldoende rekening had gehouden met de liquiditeitsbehoefte van de vennootschappen bij het doen van de opnames. De vorderingen tot terugbetaling van specifieke bedragen werden deels toegewezen, terwijl andere vorderingen werden afgewezen. De voorzieningenrechter legde ook een verbod op aan Gedaagde 1 om zonder goedkeuring van Eiseres gelden op te nemen uit de vennootschappen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
CVZ/AS
KG nummer: 132517/KG ZA 11-372
datum: 10 november 2011
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats]
EISERES IN KORT GEDING,
advocaat mr. P.J.M. Gerritsen te Amsterdam,
tegen:
1. [gedaagde 1],
wonende te [woonplaats],
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
3. [gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 4],
gevestigd te [vestigingsplaats],
GEDAAGDEN IN KORT GEDING,
advocaat mr. R. van der Hooft te Alkmaar .
Partijen zullen verder worden genoemd eiseres "Eiseres" en gedaagden (gezamenlijk) "Gedaagden" en ieder afzonderlijk "Gedaagde 1" respectievelijk "Gedaagde 2" respectievelijk "Gedaagde 3" respectievelijk "Gedaagde 4".
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Ter terechtzitting van 31 oktober 2011 heeft Eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Tevens heeft zij bij die gelegenheid haar eis verminderd.
Gedaagden hebben de vordering, zoals gewijzigd, bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van Eiseres de originele dagvaarding en van beide zijden pleitnotities, overgelegd en vonnis gevraagd.
Aan mr. Van der Hooft is nog de gelegenheid geboden schriftelijk te reageren op de ter zitting door Eiseres overgelegde producties 11 t/m 15 en de akte van cessie/lastgeving.
Bij brief van 3 november 2011 heeft mr. Van der Hooft hierop een reactie gegeven. Tevens heeft hij bij die gelegenheid namens Gedaagden een viertal nadere producties overgelegd.
Aan mr. Gerritsen was de gelegenheid geboden te reageren op de schriftelijke reactie van mr. Van der Hooft. Mr. Gerritsen heeft dit gedaan bij faxbericht van 7 november 2011. Daarin heeft hij onder meer bezwaar gemaakt tegen de nieuwe door Gedaagden overgelegde producties en verzocht deze buiten beschouwing te laten.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.
2. DE UITGANGSPUNTEN
2.1 Eiseres en Gedaagde 1 zijn buren en zijn ieder via hun eigen beheervennootschap 50% aandeelhouder en indirect bestuurder van de besloten vennootschap Smart4Kids Onroerend Goed B.V. (hierna: Smart4Kids). Smart4Kids is op haar beurt 100% aandeelhouder in kinderdagverblijf Catootje & Obelix te Wognum. Het kinderdagverblijf is gevestigd tussen de woningen van Eiseres en Gedaagde 1.
2.2 Tot 15 juli 2011 was Smart4Kids tevens 100% aandeelhouder in Smart4Kids B.V. De aandelen in die vennootschap zijn op 15 juli 2011 verkocht en geleverd aan een derde.
2.3 Eiseres houdt zich binnen Catootje & Obelix bezig met de administratie van de vennootschap en Gedaagde 1 met de inhoudelijke kant van het werk.
2.4 Bij Catootje & Obelix werken 14 medewerkers en 9 stagiaires.
2.5 Gedaagde 1 en Eiseres zijn tezamen met de echtgenoot van Eiseres (via zijn vennootschap Aldwin Eiseres Beheer B.V.) tevens de aandeelhouders in de vennootschap EVC4Gastouders B.V. (hierna: EVC). Dit bedrijf hield zich bezig met het verzorgen van opleidingen voor gastouders. Na het beëindigen van de subsidieregeling voor deze opleidingen, houdt EVC zich uitsluitend nog bezig met de financiële afwikkeling van de werkzaamheden die zij voorheen heeft uitgevoerd.
2.6 Eiseres en haar echtgenoot hebben in privé geld geleend aan Gedaagde 1 en Gedaagde 3. Dit betreft een lening van euro 87.377,44 in verband met de financiering van de bouw van de woning van Gedaagde 1 en Gedaagde 3. Deze lening is nog niet terugbetaald. Eiseres en haar echtgenoot hebben omtrent het uitblijven van terugbetaling van deze lening een bodemprocedure bij deze rechtbank aanhangig gemaakt. Die zaak is bekend onder zaak- en rolnummer 131490/ HA ZA 11-553. In het kader van die procedure hebben Eiseres en haar echtgenoot in augustus 2011 conservatoir derdenbeslag doen leggen ten laste van Gedaagde 1 en Gedaagde 3 onder de Rabobank.
2.7 Door Gedaagde 1 zijn sinds 4 juni 2011 verschillende geldbedragen opgenomen uit Catootje & Obelix en uit Smart4Kids.
3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 Eiseres vordert - na vermindering van eis - dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. Gedaagde 1 en Gedaagde 2, hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, zal veroordelen tot het tegen behoorlijk bewijs van kwijting betalen aan Catootje & Obelix B.V. te Wognum, van een bedrag van euro 5.383,76 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
II. Gedaagde 1 en Gedaagde 3, hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, zal veroordelen tot het tegen behoorlijk bewijs van kwijting betalen aan Catootje & Obelix B.V. te Wognum, van een bedrag van euro 1.806,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. Gedaagde 1 en Gedaagde 4, hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, zal veroordelen tot het tegen behoorlijk bewijs van kwijting betalen aan Smart4Kids Onroerend Goed B.V. te Wognum, van een bedrag van
euro 2.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. Gedaagde 1 en Gedaagde 3, hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, zal veroordelen tot het tegen behoorlijk bewijs van kwijting betalen aan Smart4Kids Onroerend Goed B.V. te Wognum, van een bedrag van euro 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
V. Gedaagde 1 zal verbieden zonder schriftelijke toestemming van Eiseres gelden over te schrijven van de bankrekeningen van Smart4Kids Onroerend Goed B.V. dan wel Catootje & Obelix B.V., beiden gevestigd te Wognum, bij gebreke waarvan Gedaagde 1 een dwangsom verbeurt aan de houder van de bankrekening waarvan het geld is overgeboekt, van euro 15.000,- per overschrijving, alsmede een dwangsom van euro 500,- per dag dat de overtreding voortduurt;
VI. Gedaagde 1 zal veroordelen tot het binnen vier weken na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis, goedkeuren van de concept jaarrekening van Catootje & Obelix B.V., bij gebreke waarvan Gedaagde 1 een dwangsom verbeurt van euro 2.500,- per dag of gedeelte van een dag dat Gedaagde 1 hiermee in gebreke blijft;
VII. Gedaagden, hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn gekweten, tegen behoorlijk bewijs van kwijting zal betalen aan Eiseres een bedrag van euro 1.158,- ter zake van de gemaakte buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII. zal bepalen dat de termijnen genoemd in artikel 439 lid 1 Rv en artikel 502 lid 1 Rv worden verkort naar 0 dagen;
IX. Gedaagden, hoofdelijk, des dat de een betalende de anderen zullen zijn gekweten, zal veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2 Eiseres legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Gedaagde 1 de opnames uit Catootje & Obelix en uit Smart4Kids ten onrechte heeft gedaan, zonder dat daaraan een rechtsverhouding ten grondslag lag. Zij erkent dat Gedaagde 1 als medebestuurder op zichzelf wel gerechtigd is om gelden uit de vennootschappen op te nemen, maar dat dit uitsluitend kan als daar financiële ruimte voor is, die er op dit moment niet is. Om die reden is Gedaagde 1 gehouden deze bedragen terug te betalen aan genoemde vennootschappen. Eiseres stelt dat bij Catootje & Obelix als gevolg van deze opnames een tekort aan liquide middelen is ontstaan, waardoor de bedrijfsvoering en het voortbestaan van Catootje & Obelix in gevaar komen. Zo kan er geen eten gekocht worden voor de kinderen en kunnen de salarissen van de medewerkers niet worden betaald. Eiseres stelt dat zij om die reden met spoed belang heeft bij terugbetaling van de opgenomen gelden.
3.3 Gedaagden hebben verweer gevoerd. In de eerste plaats hebben zij aangevoerd dat Eiseres niet kan worden ontvangen in haar vorderingen, omdat het vorderingen betreffen van de vennootschappen en niet van Eiseres in privé. Voorts hebben zij aangevoerd dat voor zover Eiseres in haar vorderingen wordt ontvangen, de door haar ingestelde vorderingen tegen Gedaagde 2, Gedaagde 3 en Gedaagde 4 in ieder geval voor afwijzing gereed liggen, aangezien Gedaagde 1 degene is geweest die de gelden uit Catootje & Obelix en Smart4Kids heeft opgenomen en niet een van de andere gedaagden. Daarnaast heeft Gedaagde 1 inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen.
3.4 Voor zover voor de beslissing van belang zal hierna nader op de verschillende standpunten van partijen worden ingegaan.
4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
Ten aanzien van de door mr. Van der Hooft bij brief van 3 november 2011 overgelegde producties
4.1 Aan mr. Van der Hooft was de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de door mr. Gerritsen ter zitting overgelegde producties. Hem was niet tevens de gelegenheid geboden zijn verweer met nadere producties te onderbouwen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het overleggen van producties in deze fase van de procedure in strijd met de goede procesorde moet worden geacht. Deze producties zullen om die reden buiten beschouwing gelaten worden.
Het niet-ontvankelijkheidsverweer
4.2 Het meest verstrekkende verweer van Gedaagden is dat Eiseres in privé niet bevoegd is op te treden namens de gezamenlijke vennootschappen en om die reden niet kan worden ontvangen in haar vorderingen tot terugbetaling.
4.3 Eiseres heeft in dat verband aangevoerd dat Catootje & Obelix haar vorderingen op Gedaagden hebben gecedeerd aan Eiseres, zodat het Eiseres is toegestaan op haar eigen naam deze vorderingen in rechte aanhangig te maken. Zij heeft ter onderbouwing van haar stelling een door haarzelf in privé en namens Catootje & Obelix ondertekende akte van cessie/lastgeving overgelegd.
4.4 Door Gedaagden is de geldigheid van deze akte betwist. Zij hebben aangevoerd dat nergens uit blijkt dat er op basis van de statuten van de vennootschappen een rechtsgeldig besluit is genomen tot cessie, zodat de cessie niet geldig is. Voorts hebben zij er op gewezen dat de akte uitsluitend melding maakt van cessie van de vorderingen van Catootje & Obelix en niet tevens van de vorderingen van Smart4Kids, zodat Eiseres ten aanzien van die vorderingen sowieso niet in haar vorderingen kan worden ontvangen.
4.5 De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent als volgt. Zowel de cessie als het daartegen gevoerde verweer miskent de essentie van het onderhavige geschil. Die is dat beide partijen in beginsel vennootschapsrechtelijk gezien gelijke zeggenschap hebben over het reilen en zeilen van Catootje & Obelix en de moedervennootschap Smart4Kids en dat Eiseres Gedaagde 1 ervan beschuldigt zonder haar instemming rechtshandelingen te hebben verricht die ertoe strekken zichzelf voordeel te verschaffen en daarenboven schadelijk zijn voor Catootje & Obelix. Aldus bezien strekt de vordering er toe, toepassing te geven aan de in art 2:8 BW neergelegde norm, die in de onderhavige constellatie (zo nodig naar analogie) ook door Eiseres jegens Gedaagde 1 kan worden ingeroepen.
De inhoudelijke beoordeling van de vorderingen
4.6 De door Eiseres ingestelde vorderingen I t/m IV strekken tot ongedaanmaking van het beweerdelijk onrechtmatig ontdoen van de betrokken vennootschappen van liquiditeit die voor het functioneren van die vennootschappen nodig is.
4.7 Vaststaat dat zowel Eiseres als Gedaagde 1 zelfstandig bevoegd zijn tot het verrichten van betalingen voor en het opnemen van gelden uit Catootje & Obelix en Smart4Kids. Beiden hebben via hun beheervennootschappen een rekening-courantverhouding met Catootje & Obelix. Ook zijn zij gerechtigd tot het doen van privéopnames, maar hun bestuurdersverantwoordelijkheid brengt mee dat zij bij het opnemen via de rekening-courant van gelden voor privédoeleinden zich telkens dienen af te vragen of de financiële situatie van de vennootschap ruimte biedt voor dergelijke opnames.
4.8 Bij de beoordeling van de toewijsaarheid van de hiervoor genoemde vorderingen geldt tegen deze achtergrond als maatstaf dat het jegens de middellijk medebestuurder en medeaandeelhouder onrechtmatig is om zonder overleg tot de betreffende overschrijvingen over te gaan als aannemelijk is dat die op dat moment niet nodig waren en de betrokken vennootschap het geld niet of moeilijk kon missen.
4.9 Het verwijt dat Eiseres Gedaagde 1 maakt is dat Gedaagde 1 bij de overschrijvingen die zij sinds 4 juni 2011 heeft verricht onvoldoende rekening heeft gehouden met de liquiditeitsbehoefte van Catootje & Obelix en op die manier het voortbestaan van die vennootschap in gevaar heeft gebracht. Door Gedaagde 1 is in dit verband ter zitting betoogd dat uit een recent bankafschrift van de rekening van Catootje & Obelix blijkt dat die financiële ruimte er wel is en dat Eiseres zelf ook een hoge rekening-courant schuld aan Catootje & Obelix heeft. Eiseres heeft op haar beurt opgemerkt dat zij het afgelopen jaar juist veel heeft afgelost op haar rekening-courantschuld zodat deze is afgenomen. Voorts is door Eiseres betoogd dat het overgelegde bankafschrift weliswaar een positief saldo vertoont, maar dat Gedaagde 1 er bij haar redenering onvoldoende rekening mee houdt dat van dat saldo nog uitstaande financiële verplichtingen door Catootje & Obelix moeten worden voldaan.
4.10 Door Gedaagde 1 is niet weersproken dat de door Eiseres genoemde verplichtingen daadwerkelijk bestaan. In het kader van deze kort geding procedure kan niet nauwkeurig worden vastgesteld of de financiële situatie van de betrokken vennootschappen voldoende financiële ruimte bood voor het verrichten van priveópnames door Gedaagde 1 tot de hoogte van de bedragen die zij heeft opgenomen. Wel wekken uitlatingen per mail van betrokken medewerkers de indruk dat de liquiditeitspositie onverantwoord krap is.
4.11 De voorzieningenrechter zal daarom de overschrijvingen langslopen ter beoordeling van de vraag of de noodzaak daarvan voldoende aannemelijk is geworden. Daarbij zal ervan worden uitgegaan dat de beide betrokken vennootschappen (moeder en dochter, beide onder controle van Eiseres en Gedaagde 1) materieel één financiële huishouding vormen, zodat liquiditeitskrapte in de ene vennootschap mede kan worden opgeheven door overheveling van geld uit de andere vennootschap.
De vordering sub I: euro 5.383,76.
4.12 De omschrijving bij de overschrijving van dit bedrag op 22 september 2011 van de rekening van Catootje & Obelix naar de bankrekening van Gedaagde 2 is "achterstallig loon maanden april, mei 2011 Diana Gedaagde 1". Ter zitting heeft Eiseres verklaard dat de loonbetalingen op zichzelf niet het probleem zijn en dat de procedure mogelijk geen doorgang had hoeven hebben als Gedaagde 1 had toegezegd dat zij de komende tijd uitsluitend loon zal opnemen. Gegeven deze stellingname wordt dit deel van de vordering afgewezen.
De vordering sub II: euro 1.806,72
4.13 De omschrijving bij de overschrijving van dit bedrag op 5 augustus 2011 van de rekening van Catootje & Obelix naar de bankrekening van Gedaagde 3 is 'privé opname Diana Gedaagde 1'. Niet gebleken is dat deze overschrijving op dat moment noodzakelijk was. Om die reden dient dit bedrag te worden terugbetaald aan Catootje & Obelix. Deze vordering is toewijsbaar zowel tegen Gedaagde 1 als tegen Gedaagde 3. In het geding is voldoende aannemelijk geworden dat Gedaagde 1 weliswaar de overschrijving heeft verricht, maar dat het geld is gestort op een rekening op naam van Gedaagde 3, zodat hij zijn medewerking dient te verlenen aan het terugbetalen van genoemd bedrag. Voor een hoofdelijke veroordeling is evenwel geen plaats, nu niet is gesteld of gebleken dat Gedaagde 1 en Gedaagde 3 hoofdelijk voor de schuld zijn verbonden.
4.14 De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 nu voor een eerdere verzuimdatum onvoldoende is gesteld of gebleken.
De vordering sub III: euro 2.000,--
4.15 De omschrijving bij de overschrijving van dit bedrag op 5 augustus 2011 van de rekening van Smart4Kids naar de bankrekening van Gedaagde 4 is 'rekening courant Diana Gedaagde 1'. Niet gebleken is dat deze overschrijving op dat moment noodzakelijk was. Om die reden dient dit bedrag te worden terugbetaald aan Smart4Kids. Deze vordering is toewijsbaar zowel tegen Gedaagde 1 in privé als tegen Gedaagde 4. In het geding is voldoende aannemelijk geworden dat Gedaagde 1 de overschrijving heeft verricht, maar dat het geld is gestort op een rekening op naam van Gedaagde 4, zodat deze vennootschap haar medewerking dient te verlenen aan het terugbetalen van genoemd bedrag. Voor een hoofdelijke veroordeling is evenwel geen plaats nu niet is gesteld of gebleken dat Gedaagde 1 en Gedaagde 4 hoofdelijk voor de schuld zijn verbonden.
4.16 De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 nu voor een eerdere verzuimdatum onvoldoende is gesteld of gebleken.
De vordering sub IV: euro 2.500,--
4.17 De omschrijving bij de overschrijving van dit bedrag op 4 juni 2011 van de rekening van Smart4Kids naar de bankrekening van Gedaagde 3 is 'privé opname'. Niet gebleken is dat deze overschrijving op dat moment noodzakelijk was. Om die reden dient dit bedrag te worden terugbetaald aan Smart4Kids. Deze vordering is toewijsbaar zowel tegen Gedaagde 1 als tegen Gedaagde 3. In het geding is voldoende aannemelijk geworden dat Gedaagde 1 de overschrijving heeft verricht, maar dat het geld is gestort op een rekening op naam van Gedaagde 3, zodat hij zijn medewerking dient te verlenen aan het terugbetalen van genoemd bedrag. Voor een hoofdelijke veroordeling is evenwel geen plaats, nu niet is gesteld of gebleken dat Gedaagde 1 en Gedaagde 3 hoofdelijk voor de schuld zijn verbonden.
4.18 De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 nu voor een eerdere verzuimdatum onvoldoende is gesteld of gebleken.
De overige vorderingen
4.19 Het gevorderde verbod aan Gedaagde 1 om zonder toestemming van Eiseres gelden op te nemen kan zo ongeclausuleerd geformuleerd niet worden toegewezen. Weliswaar is door Eiseres gesteld dat tussen haar en Gedaagde 1 een afspraak is gemaakt met die strekking, maar die afspraak is tegenover betwisting door Gedaagde 1 niet aannemelijk geworden. Vast staat dat beide partijen gelijkelijk gerechtigd zijn tot het doen van opnames. Gegeven die positie zal een voorziening in afgezwakte vorm worden gegeven, die inhoudt dat het Gedaagde 1 wordt verboden om zonder een daaraan ten grondslag liggende en die overschrijvingen fiatterende, door Gedaagde 1 en Eiseres goedgekeurde, liquiditeitsplanning ten laste van de bankrekeningen van Smart4Kids Onroerend Goed B.V. dan wel Catootje & Obelix B.V. overschrijvingen te doen die direct of indirect te haren gunste zijn. Daarbij zal worden bepaald dat Eiseres aan de veroordeling slechts rechten kan ontlenen indien zij desverlangd meewerkt aan de totstandbrenging en maandelijkse actualisering van die liquiditeitsplanning.
4.20 De vordering om Gedaagde 1 te veroordelen binnen vier weken na betekening van het vonnis de concept jaarrekening goed te keuren is niet toewijsbaar. Gedaagde 1 heeft verklaard dat zij het niet eens is met de opname van een post ad euro 6.723,-- in de jaarrekening in verband met aanleg van de tuin van Eiseres. Zij heeft het standpunt ingenomen dat dit een privé-uitgave van Eiseres betreft. Onder deze omstandigheden kan van Gedaagde 1 niet verlangd worden dat zij wordt gedwongen haar goedkeuring aan de jaarrekening te verlenen.
4.21 De vordering strekkende tot verkorting van de termijn waarbinnen tot executoriale maatregelen mag worden overgegaan, is niet nader gemotiveerd en zal om die reden worden afgewezen.
4.22 De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat onvoldoende is gesteld of gebleken dat kosten zijn gemaakt dan wel (voldoende) werkzaamheden zijn verricht anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak, waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een vergoeding plegen in te sluiten.
4.23 Nu partijen over en weer deels in het ongelijk gesteld zijn, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren op de wijze als hierna te vermelden.
5. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- veroordeelt Gedaagde 1 en Gedaagde 3, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Catootje & Obelix B.V. te Wognum te voldoen een bedrag van euro 1.806,72 (eenduizend achthonderd zes euro en tweeënzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Gedaagde 1 en Gedaagde 4, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Smart4Kids Onroerend Goed B.V. te Wognum te voldoen een bedrag van
euro 2.000,-- (tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt Gedaagde 1 en Gedaagde 3, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Smart4Kids Onroerend Goed B.V. te Wognum te voldoen een bedrag van
euro 2.500,-- (tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, zijnde 31 oktober 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- verbiedt Gedaagde 1 om - afgezien van de maandelijkse loonbetalingen - ten laste van de rekeningen van Smart4Kids Onroerend goed B.V. en/of Catootje & Obelix B.V. zonder een daaraan ten grondslag liggende en die overschrijvingen fiatterende, door Gedaagde 1 en Eiseres goedgekeurde, liquiditeitsplanning overschrijvingen te doen die direct of indirect te haren gunste zijn, op straffe van een aan de houder van de desbetreffende bankrekening te verbeuren dwangsom van euro 5.000,-- per overschrijving die in strijd met dit verbod plaatsvindt na betekening van dit vonnis, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van euro 50.000,--;
- bepaalt dat Eiseres aan het hiervoor gegeven verbod slechts rechten kan ontlenen indien zij desverlangd meewerkt aan de totstandbrenging en maandelijkse actualisering van de evengenoemde liquiditeitsplanning;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- weigert de meer of anders gevorderde voorziening.
Gewezen door mr. A.H. Schotman, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2011 in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.
U kunt tegen dit vonnis in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. U dient dit hoger beroep in te stellen binnen vier weken na de dag van de uitspraak.
Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor de Rechtsbijstand.
Afhankelijk van de draagkracht wordt een zogenaamde toevoeging verstrekt onder oplegging van een eigen bijdrage. Die bijdrage is afhankelijk van de hoogte van de draagkracht.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, dan geldt het vonnis al wel, zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.
KG nummer: 132517/KG ZA 11-372 blz. 9