ECLI:NL:RBALK:2011:BU4978
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.H. Franke
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering met verkorte wachttijd wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 17 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een WIA-uitkering met een verkorte wachttijd. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.F.M. Verheij, had een aanvraag ingediend bij de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, die werd vertegenwoordigd door mr. P. Nicolai. De aanvraag werd afgewezen omdat deze niet voor de 68e ziekteweek was ingediend, wat volgens de rechtbank in strijd was met het dwingendrechtelijke karakter van artikel 23, zesde lid van de WIA. De rechtbank oordeelde dat verweerder geen beoordelingsruimte had om de aanvraag te beoordelen op basis van de door eiser gestelde bijzondere omstandigheden, aangezien de wet een strikte termijn hanteert voor het indienen van de aanvraag.
De rechtbank overwoog dat de wet bepaalt dat de aanvraag voor een verkorte wachttijd uiterlijk binnen 68 weken na de eerste dag van arbeidsongeschiktheid moet worden ingediend. Eiser had gesteld dat hij door medische omstandigheden, waaronder een coma, niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. De rechtbank concludeerde echter dat de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van een WIA-uitkering bij de verzekerde ligt en dat verweerder niet tekort was geschoten in zijn informatieplicht. De rechtbank verwierp de argumenten van eiser en verklaarde het beroep ongegrond, waarbij werd benadrukt dat de wetgeving geen ruimte biedt voor afwijkingen op basis van persoonlijke omstandigheden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel beschikbaar voor hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.