ECLI:NL:RBALK:2011:BU6807
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het Sociaal Plan DHL op werknemer na overgang van onderneming naar Crawford
In deze zaak, die voor de Rechtbank Alkmaar werd behandeld, stond de vraag centraal of het Sociaal Plan van DHL van toepassing was op de eiser, die na de overname van een deel van de onderneming van DHL door Crawford in dienst trad bij Crawford. De eiser, die eerder werkzaam was bij DHL, vorderde een beëindigingsvergoeding op basis van het Sociaal Plan van DHL, dat gold voor de periode van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2011. De kantonrechter oordeelde dat het Sociaal Plan van DHL van toepassing was, omdat DHL een adviesaanvraag had ingediend die voldeed aan de voorwaarden van het plan. De kantonrechter wees erop dat de rechten en verplichtingen van de cao automatisch overgaan op de verkrijger van de onderneming, in dit geval Crawford.
De eiser had een vordering ingesteld voor een bedrag van € 26.157,20, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Hij stelde dat het Sociaal Plan van Crawford minder gunstig was dan dat van DHL en dat hij recht had op een hogere beëindigingsvergoeding. Crawford betwistte de vordering en voerde aan dat het Sociaal Plan van DHL niet van toepassing was, omdat de besluitvorming bij Crawford had plaatsgevonden en niet bij DHL.
De kantonrechter oordeelde dat de beëindigingsvergoeding die in het Sociaal Plan van DHL was vastgelegd, aan de eiser toekwam. De rechter stelde vast dat de eiser bruto € 28.965,01 had ontvangen, terwijl hij recht had op € 45.298,66, wat betekende dat hij nog € 16.333,65 moest ontvangen. De vordering van de eiser werd gedeeltelijk toegewezen, met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de vergoeding verschuldigd was. De kantonrechter wees de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat deze niet redelijk was. Crawford werd veroordeeld in de proceskosten.