ECLI:NL:RBALK:2011:BV0960
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling huurschuld en uitleg acceptatieformulier
In deze zaak heeft de stichting IntermarisHoeksteen een vordering ingesteld tegen [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 531,43, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De vordering is gebaseerd op een vermeende huurovereenkomst die volgens IntermarisHoeksteen tot stand zou zijn gekomen. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er geen huurovereenkomst is ontstaan tussen partijen. Dit is gebaseerd op de stellingen van beide partijen en de inhoud van het acceptatieformulier dat door [gedaagde] is ondertekend. De kantonrechter concludeert dat, hoewel [gedaagde] het acceptatieformulier heeft ondertekend, dit niet betekent dat zij aansprakelijk is voor de kosten die voortvloeien uit het afzien van de huur van de woning. De rechter benadrukt dat de uitleg van een overeenkomst niet alleen afhangt van de letterlijke bewoordingen, maar ook van de verwachtingen die partijen op basis van elkaars verklaringen en gedragingen mogen hebben. In dit geval blijkt dat de woning was aangeboden aan [de heer X], die als woningzoekende bij IntermarisHoeksteen was ingeschreven. De kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat [gedaagde] de beoogde (mede)huurder was. Daarom wordt de vordering van IntermarisHoeksteen afgewezen. Tevens wordt IntermarisHoeksteen veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].