ECLI:NL:RBALK:2011:BV0960

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
24 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
362164 CV EXPL 11-1194
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling huurschuld en uitleg acceptatieformulier

In deze zaak heeft de stichting IntermarisHoeksteen een vordering ingesteld tegen [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 531,43, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De vordering is gebaseerd op een vermeende huurovereenkomst die volgens IntermarisHoeksteen tot stand zou zijn gekomen. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er geen huurovereenkomst is ontstaan tussen partijen. Dit is gebaseerd op de stellingen van beide partijen en de inhoud van het acceptatieformulier dat door [gedaagde] is ondertekend. De kantonrechter concludeert dat, hoewel [gedaagde] het acceptatieformulier heeft ondertekend, dit niet betekent dat zij aansprakelijk is voor de kosten die voortvloeien uit het afzien van de huur van de woning. De rechter benadrukt dat de uitleg van een overeenkomst niet alleen afhangt van de letterlijke bewoordingen, maar ook van de verwachtingen die partijen op basis van elkaars verklaringen en gedragingen mogen hebben. In dit geval blijkt dat de woning was aangeboden aan [de heer X], die als woningzoekende bij IntermarisHoeksteen was ingeschreven. De kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat [gedaagde] de beoogde (mede)huurder was. Daarom wordt de vordering van IntermarisHoeksteen afgewezen. Tevens wordt IntermarisHoeksteen veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
Zaaknr/rolnr.: 362164 CV EXPL 11-1194
Uitspraakdatum: 24 oktober 2011
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting IntermarisHoeksteen, gevestigd te Hoorn,
eisende partij,
verder ook te noemen: IntermarisHoeksteen,
gemachtigde: deurwaarder H.J. Jansen te Purmerend,
teg[gedaagde], wonende te [adres],
gedaagde partij,
verder ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M.T.A.M. Mes, advocaat te Hoorn.
Het procesverloop
-IntermarisHoeksteen heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 7 maart 2011 (met producties).
-[gedaagde] heeft bij antwoord verweer gevoerd.
-Vervolgens is gediend van repliek (met producties) en dupliek.
-De kantonrechter heeft op 29 augustus 2011 een tussenvonnis uitgesproken.
-IntermarisHoeksteen heeft zich bij akte nog uitgelaten over de door [gedaagde] genomen dupliek.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil
1.IntermarisHoeksteen vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 531,43, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening, kosten rechtens.
2.IntermarisHoeksteen stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat tussen partijen sedert geruime tijd een huurovereenkoms[adres]e [adres]. De huurovereenkomst is op of omstreeks 30 juni 2008 beeindigd. IntermarisHoeksteen heeft opeisbaar te vorderen een bedrag van € 424,64. Voor dat bedrag is IntermarisHoeksteen met [gedaagde] een betalingsregeling overeengekomen. Die is [gedaagde] niet nagekomen. [gedaagde] is daarom tevens rente (tot datum dagvaarding € 17,54) en buitengerechtelijke kosten (€ 89,25) verschuldigd.
3.[gedaagde] heeft verweer gevoerd waarop, voor zover van belang, hierna zal worden teruggekomen.
De beoordeling
4.Hoewel IntermarisHoeksteen in de dagvaarding stelt dat tussen partijen een huurovereenkomst tot stand is gekomen, is dat niet gebleken. Uit de stellingen van partijen valt slechts af te leiden dat [gedaagde] een acceptatieformulier betreffende de huur van de woning aan [adres] heeft ondertekend. Nu geen sprake is van een huurovereenkomst en IntermarisHoeksteen ook niet haar eis heeft gewijzigd, dient het gevorderde reeds daarom te worden afgewezen.
5.Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat ook indien IntermarisHoeksteen de grondslag van de vordering wel had gewijzigd, de vordering zou worden afgewezen.
6.Vast staat namelijk dat het acceptatieformulier op naam is gesteld van [de heer X]. [gedaagde] staat op het formulier vermeld als “partner/medebewoner”. [de heer X] heeft het aanvraagformulier ondertekend onder de tekst “handtekening aanvrager” en [gedaagde] heeft het aanvraagformulier ondertekend onder te tekst “Handtekening partner/medebewoner”. Het acceptatieformulier vermeldt, voor zover hier relevant, verder het volgende:
¦Als u een aangeboden woning accepteert, wordt u uit het woningzoekendenbestand verwijderd. U kunt daarna zich wel opnieuw inschrijven.
¦Als u deze woning accepteert en later afziet van deze acceptatie bent u aansprakelijk voor de kosten van leegstand en eventuele kosten voor het opnieuw aanbieden van de woning.
¦Eventuele toegekende urgentie vervalt als u een woning, die u buiten het reguliere systeem om rechtstreeks via IntermarisHoeksteen is aangeboden, niet accepteert.
7.De vraag is nu of [gedaagde] door medeondertekening van het acceptatieformulier aansprakelijk is geworden voor het feit dat later is afgezien van de huur van de woning. Het gaat hierbij om uitleg van de overeenkomst (het acceptatieformulier). Voor de uitleg van een overeenkomst komt het niet louter aan op de letterlijke bewoordingen ervan, maar ook op hetgeen partijen uit elkaars verklaringen en gedragingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid mochten afleiden en verwachten.
8.De kantonrechter overweegt dat de woning is aangeboden aan [de heer X]. Kennelijk was hij bij IntermarisHoeksteen ingeschreven als woningzoekende en werd beoogd dat hij huurder van de woning zou worden. IntermarisHoeksteen heeft niets aangevoerd waaruit blijkt dat [gedaagde] de beoogd (mede)huurder was. Dit blijkt ook niet uit de bewoordingen van het acceptatieformulier. Uit productie 3 bij repliek blijkt verder dat [gedaagde] wel aanwezig was toen de huurovereenkomst ondertekend zou worden en [de heer X] niet. Desondanks is de huurovereenkomst niet getekend. Gelet hierop, bezien in samenhang met de bewoordingen van het acceptatieformulier, die zich vooral lijken te richten tot de woningzoekende, komt de kantonrechter tot de conclusie dat de ondertekening van het acceptatieformulier door [gedaagde] niet meebrengt dat zij aansprakelijk is geworden voor de thans gevorderde kosten.
9.IntermarisHoeksteen dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt IntermarisHoeksteen in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag ad € 200,- voor salaris van de gemachtigde van [gedaagde] (waarover IntermarisHoeksteen geen btw verschuldigd is).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 24 oktober 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter