ECLI:NL:RBALK:2011:BV2178

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
30 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
384784 \ KG EXPL 11-115
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst en de gevolgen van een vermeend misverstand

In deze zaak, die voor de Rechtbank Alkmaar is behandeld, staat centraal of er een overeenkomst tot verlenging van de arbeidsovereenkomst is tot stand gekomen tussen de werknemer en Thijs Food Innovation B.V. De werknemer, die sinds 27 september 2009 in dienst was, vond medio augustus 2011 een ongetekend aanbod tot verlenging van zijn contract op zijn bureau. Hij heeft dit aanbod op 23 augustus 2011 voor akkoord getekend en teruggestuurd naar Thijs Food. Echter, op 22 september 2011 werd de werknemer door Thijs Food geïnformeerd dat zijn contract niet zou worden voortgezet. De werknemer heeft hierop een kort geding aangespannen, waarin hij vorderingen heeft ingesteld voor het ontvangen van zijn loon en het hervatten van zijn werkzaamheden.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er een aanbod tot verlenging was gedaan, en dat door zijn aanvaarding van dit aanbod de verlenging van de arbeidsovereenkomst was overeengekomen. De werkgever had nagelaten om het gestelde misverstand over de ondertekening van het contract te verhelderen, wat leidde tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht was. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemer toegewezen, inclusief de betaling van het loon en de wettelijke verhoging, en Thijs Food veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen werkgever en werknemer, vooral in situaties waarin er onduidelijkheid bestaat over contractuele afspraken. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemer toegewezen, met inachtneming van de omstandigheden van het geval en de verplichtingen van de werkgever.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton – locatie Alkmaar
Zaaknr/rolnr.: 384784 \ KG EXPL 11-115 TvW
Uitspraakdatum: 6 december 2011
Vonnis in kort geding
De kantonrechter als voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding, heeft het volgende vonnis gewezen in de zaak van:
[naam], wonende te [plaats]
eisende partij in kort geding
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. C.C. Neering, werkzaam ten kantore van D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Zaandam
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Thijs Food Innovation B.V., gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde partij in kort geding
verder ook te noemen: Thijs Food
gemachtigde: mr. J.F.C. Langeveld-de Groot, advocaat te Alphen aan den Rijn.
Het procesverloop
[werknemer] heeft bij dagvaarding d.d. 2 november 2011 een voorziening gevorderd.
De zaak is behandeld - gelijktijdig met het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:685 Burgerlijk Wetboek met kenmerk 385626 \ OA verz 11-225 - op de terechtzitting van 22 november 2011, alwaar zijn verschenen de heer [werknemer] in persoon en namens Thijs Food de heer [X] en de heer [Y]; partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden. [werknemer] heeft de vordering bij monde van zijn gemachtigde toegelicht. Thijs Food heeft tegen de vordering verweer doen voeren aan de hand van pleitnotities en nog een productie overgelegd. Na afloop van de behandeling is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
1. [werknemer] is op 27 september 2009 voor een bepaalde termijn van één jaar in dienst getreden bij Thijs Food. Op 28 augustus 2010 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen schriftelijk verlengd met één jaar tot 27 september 2011. [werknemer] heeft de functie van vertegenwoordiger vervuld tegen een bruto-inkomen van € 3.248,00 per maand, exclusief emolumenten.
2. [werknemer] heeft medio augustus 2011 een ongetekend schriftelijk aanbod tot verlenging van zijn arbeidsovereenkomst tot 27 september 2012 op zijn bureau gevonden. Op 23 augustus 2011 heeft [werknemer] dit stuk voor akkoord getekend en aan Thijs Food geretourneerd.
3. Op 19 september 2011 heeft [werknemer] zich ziek gemeld bij Thijs Food in verband met burn-out klachten.
4. Bij e-mail van 22 september 2011 heeft Thijs Food aan [werknemer] medegedeeld dat zijn huidige contract niet wordt voortgezet.
5. Bij brief van 30 september 2011 heeft [werknemer] een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van deze beëindiging en heeft zich voorts uitdrukkelijk bereid en beschikbaar gehouden om de bedongen werkzaamheden te verrichten, voor zover hij daartoe in staat wordt geacht door de bedrijfsarts.
Het geschil
6. [werknemer] vordert bij wege van voorziening ex artikel 254 lid 4 BRv bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Thijs Food
A. onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie tot betaling van het overeengekomen loon ad € 3.248,00 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig is geëindigd;
B.tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
C.om [werknemer] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale gebruikelijke wijze te hervatten, voor zover hij daartoe in staat wordt geacht door de bedrijfsarts, met alle bevoegdheden en faciliteiten die [werknemer] krachtens de arbeidsovereenkomst placht te genieten, op straffe van een dwangsom;
D.tot betaling van de wettelijke rente over de hiervoor onder A en B genoemde kosten en de proceskosten.
7. [werknemer] stelt ter onderbouwing van zijn vordering, zakelijk weergegeven, het volgende. Tussen partijen is op 23 augustus 2011 een overeenkomst tot stand gekomen betreffende de verlenging van zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst met één jaar tot 27 september 2012. Immers Thijs Food heeft hem hiertoe schriftelijk een aanbod gedaan en [werknemer] is door ondertekening van dit contract akkoord gegaan. [werknemer] heeft er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verlenging van de overeenkomst. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst door Thijs Food heeft plaats gevonden zonder dat zij daarvoor toestemming heeft gehad ex artikel 6 BBA juncto artikel 9 BBA en zonder dat sprake was van een dringende reden in de zin der wet. Het gegeven ontslag is daarom nietig zodat de arbeidsovereenkomst thans nog doorloopt en Thijs Food zijn verplichtingen uit deze arbeidsovereenkomst dient na te komen.
8. Thijs Food concludeert in haar verweer tot afwijzing van de vordering en voert hiertoe, zakelijk weergegeven, het volgende aan. Er is geen sprake van een overeenkomst tussen partijen betreffende verlenging van de arbeidsovereenkomst tot 27 september 2012. Aan [werknemer] is geen rechtsgeldig aanbod gedaan tot verlenging omdat het niet is ondertekend door de daartoe enige bevoegde, de heer [X]. Er is sprake geweest van miscommunicatie. Bij Thijs Food wordt door de loonadministratie bij het einde van een tijdelijk dienstverband een uitdraai gemaakt van de mogelijke contractverlenging. Dit verlengingscontract behoort aan de heer [X] te worden voorgelegd alvorens het aan de werknemer wordt overhandigd. In het onderhavige geval is, zonder dat de heer [X] hiervan op de hoogte was, per abuis door een ad interim medewerker het contract direct bij de heer [werknemer] op het bureau gelegd. [werknemer] heeft voor akkoord getekend, echter Thijs Food is niet akkoord gegaan met deze verlenging van de arbeidsovereenkomst. De heer [X] heeft het betreffende aanbod immers niet ondertekend. De arbeidsovereenkomst is daarom van rechtswege geëindigd per 27 september 2011.
De beoordeling
9. De spoedeisendheid van de zaak vloeit uit het gestelde voort en is in voldoende mate gebleken.
10. Uit het over en weer betoogde, de overgelegde stukken en de omstandigheid dat de onderhavige procedure zich niet leent voor (nadere) bewijsvoering is de kantonrechter, rekeninghoudende met de vermoedelijke beslissing in de eventueel te entameren bodemzaak, het volgende van oordeel.
11. Desgevraagd heeft [werknemer] ter zitting over de gang van zaken rondom de verlenging van de arbeidsovereenkomst in 2010 en het aanbod in 2011 het volgende verklaard. Het medio augustus 2011 op het bureau van [werknemer] gedeponeerde schriftelijke verlengingscontract is, behoudens de hierin vermelde data, identiek aan het verlengingscontract dat in 2010 aan hem is aangeboden en door hem is getekend. Ook toen, zo stelt [werknemer], heeft hij zonder hierover op enigerlei wijze te zijn geïnformeerd een ongetekend contract op zijn bureau gevonden. Net als het vorige contract heeft Van de Linden het contract voor akkoord ondertekend en ingeleverd bij de heer [X]. Dat heeft hij gedaan op 23 augustus 2011. Bij het vorige contract heeft [werknemer] enig tijd later van Thijs Food een kopie van het namens Thijs Food ondertekende contract ontvangen.
12. Thijs Food heeft deze gang van zaken erkend, met dien verstande dat het contract in 2010 op voorhand voor akkoord was ondertekend door de heer [X], terwijl dit bij het laatste contract niet het geval was. Het aanbod berust daarom op een misverstand. De kantonrechter zal hier aan voorbij gaan nu Thijs Food heeft nagelaten op enig moment het door haar gestelde misverstand te herstellen.
13. Immers, ter zitting heeft de heer [X] erkend dat hij de door [werknemer] ondertekende contractsverlenging op 23 augustus 2011 heeft ontvangen. Het had op de weg van Thijs Food gelegen om [werknemer] direct na ontvangst van het getekende contract duidelijk te maken dat sprake was van een misverstand. Dit is niet gebeurd. Thijs Food heeft bij monde van de heer [X] ter zitting verklaard dat hij het betreffende contract nog even heeft laten rusten om te bezien of de heer [werknemer] de aan hem geuite verbeterpunten ter harte heeft genomen waarover hij in juni 2011 is aangesproken.
14. [werknemer] heeft onweersproken verklaard dat hij na 23 augustus 2011 herhaaldelijk op kantoor is geweest. Echter de heer [X], zo heeft hij ter zitting verklaard, heeft het gestelde misverstand noch de kennelijk beoogde verbeterperiode aan Van der Linde niet, ook niet per telefoon of e-mail kenbaar gemaakt. Thijs Food had in het kader van goed werkgeverschap op dit punt helderheid moeten bieden. Temeer nu Thijs Food niet aannemelijk heeft gemaakt dat [werknemer] rekening diende te houden met het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst vanwege de gestelde verbeterpunten. [werknemer] heeft betwist dat hierover een gesprek heeft plaatsgevonden op 17 juni 2011. Het verslag van het gesprek, zoals door Thijs Food ter zitting overgelegd, is niet aan [werknemer] verstrekt. De opzegbrief van 22 september 2011 verwijst evenmin naar de gestelde verbeterpunten als reden om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen.
15. In de gegeven omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat [werknemer] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Thijs Food hem een aanbod heeft gedaan om de arbeidsovereenkomst te verlengen en dat door aanvaarding van dit aanbod door [werknemer] de verlenging van de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. Bij gebreke van een rechtsgeldige beëindiging duurt de arbeidsovereenkomst dus nog voort.
16. De slotsom is dat de vorderingen van [werknemer] worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gemaximaliseerd.
17. Thijs Food dient als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing in kort geding
De kantonrechter:
Veroordeelt Thijs Food om:
A. onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [werknemer] te betalen, het overeengekomen loon ad € 3.248,00 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig is geëindigd;
B.aan [werknemer] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over de hiervoor bij A. toegewezen bedragen;
C.[werknemer] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in staat te stellen zijn werkzaamheden op de normale gebruikelijke wijze te hervatten, voor zover hij daartoe in staat wordt geacht door de bedrijfsarts, met alle bevoegdheden en faciliteiten die [werknemer] krachtens de arbeidsovereenkomst placht te genieten, op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat Thijs Food in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen tot een maximum van € 40.000,-;
D.Aan [werknemer] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de wettelijke rente over het hiervoor onder A. en B. toegewezene vanaf de datum der opeisbaarheid, tot de dag der voldoening.
Veroordeelt Thijs Food in de proceskosten, die tot heden voor [werknemer] worden vastgesteld op een bedrag van € 302,33 aan verschotten [inclusief BTW] en op een bedrag van € 400,00 voor salaris van de gemachtigde van [werknemer], waarover Thijs Food geen BTW verschuldigd is.
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Lourens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2011.
De griffier De kantonrechter