ECLI:NL:RBALK:2012:BV7006

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
9 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
390827 CV EXPL 12-38
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verboden overeenkomst op grond van de Wet op het consumentenkrediet bij krediettransactie tussen consument en Friendly Finance

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Alkmaar op 9 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Friendly Finance B.V., die onder verschillende handelsnamen zoals EasyCredit en Betaaldag opereert, en een consument die een koopovereenkomst met Friendly Finance had gesloten. De consument had een bedrag van € 300,00 ontvangen, maar was niet overgegaan tot betaling van het verschuldigde bedrag van € 380,40. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen de consument en Friendly Finance in strijd is met de Wet op het consumentenkrediet (WCK). De WCK stelt dat de kredietvergoeding niet hoger mag zijn dan 16% op jaarbasis, terwijl in dit geval de kosten opliepen tot 27% bij tijdige terugbetaling. Hierdoor oordeelde de kantonrechter dat de overeenkomst verboden was en dat de consument alleen de hoofdsom van € 300,00 diende terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
zaak/rolnr.: 390827 CV EXPL 12-38 TvW
Uitspraakdatum: 9 februari 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Friendly Finance B.V., h.o.d.n. EasyCredit, EasyBudget, Euro24, Easycredit Holland, Betaaldag.nl, Betaaldag, gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde: F.J.M. van der Meer en J.G. Philipsen, gerechtsdeurwaarders te Alkmaar
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
gedaagde partij
tegen wie heden verstek is verleend.
Het procesverloop
Op de bij dagvaarding d.d. 27 december 2011 omschreven gronden heeft Friendly Finance een vordering ingesteld als daarin omschreven.
De inhoud van die dagvaarding geldt als hier ingelast.
Feiten
1. Friendly Finance (hierna Betaaldag) biedt onder de handelsnamen EasyCredit, EasyBudget, Euro24, Easycredit Holland, Betaaldag.nl en Betaaldag via een website een product aan waarbij zij aan consumenten een geldbedrag ter beschikking stelt, waartegenover de consument een vordering die hij of zij op zijn werkgever heeft overdraagt aan Betaaldag.
2. De consument ondertekent een koopovereenkomst tevens Akte van Cessie. In deze overeenkomst neemt Betaaldag de verplichting op zich om de koopprijs binnen 24 uur na dagtekening van de Koopovereenkomst te voldoen. De consument wordt gemachtigd de – verkochte – vordering op zijn werkgever te incasseren. De koopovereenkomst vermeldt niet op welke termijn de consument vervolgens dient door te betalen aan Betaaldag. Op de website staat vermeldt dat dit direct na ontvangst van de betaling van de werkgever dient te gebeuren.
3. Gedaagde heeft op 29 augustus 2011 een koopovereenkomst met Betaaldag gesloten en in dit kader een betaling ontvangen van € 300,00.
Gedaagde is niet overgegaan tot betaling van het ingevolge de koopovereenkomst aan Betaaldag verschuldigde bedrag van € 380,40.
Het geschil
4. Betaaldag vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van € 461,99. Het bedrag is opgebouwd uit een bedrag van € 300,- als koopsom, een vergoeding van € 80,40, incassokosten van € 75,- en wettelijke rente.
5. In de dagvaarding vermeldt Betaaldag dat zij vordert dat de kantonrechter de koopovereenkomst ontbindt dan wel voor recht verklaart dat de overeenkomst is ontbonden. Nu deze vorderingen niet terugkeren in het petitum, zullen deze niet verder worden besproken.
6. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of op de koopovereenkomst de Wet op het consumentenkrediet (hierna WCK), zoals deze sinds 11 juni 2011 geldt, van toepassing is.
Artikel 1 van de WCK definieert een krediettransactie als iedere overeenkomst met de strekking dat door of vanwege de eerste partij (de kredietgever) aan de tweede partij (de kredietnemer) een geldsom ter beschikking wordt gesteld en de tweede partij aan de eerste partij een of meer betalingen doet.
In het onderhavige geval is dat precies wat er gebeurt. Het feit dat Betaaldag de transactie bestempelt als een koopovereenkomst maakt dat niet anders. De feitelijke uitvoering van de koopovereenkomst is immers dat Betaaldag aan de consument een bedrag ter beschikking stelt en dat de consument – nadat hij zijn salaris heeft ontvangen – een – aanzienlijk hoger – bedrag dient terug te betalen. De kantonrechter is aldus van oordeel dat sprake is van een krediettransactie.
7. De kantonrechter gaat er op grond van het voorgaande van uit dat partijen zijn overeengekomen dat terugbetaling binnen drie maanden dient te geschieden. De WCK bepaalt in artikel 2 lid 2 dat voor krediettransacties waarbij de betalingen van de kredietnemer plaatsvinden binnen drie maanden nadat de geldsom ter beschikking is gesteld, uitsluitend de artikelen 34 tot en met 36 gelden. De kantonrechter overweegt dat dit onder meer betekent dat de WCK bepalingen omtrent de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding gelden en wijst erop dat onder de kredietvergoeding alle beloningen en vergoedingen vallen, die de kredietgever bedingt en in rekening brengt.
8. Naast de WCK gelden de bepalingen van titel 2A van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, in welke bepalingen voorschriften zijn opgenomen omtrent de precontractuele informatieplicht en formaliteiten waaraan de kredietovereenkomst dient te voldoen. Onder meer is verplicht informatie te geven over het jaarlijks kostenpercentage.
9. Voor het onderhavige krediet is op basis van de stukken in het dossier niet vast te stellen wat het jaarlijks kostenpercentage is. Een simpele rekensom wijst echter wel uit dat bij tijdige terugbetaling door de consument, inclusief de gevorderde “vergoeding”, reeds sprake is van een percentage bovenop het uitgeleende bedrag van 27%. Nu deze kosten op grond van de wet vallen onder de kredietvergoeding, en deze kredietvergoeding thans hoogstens 16% op jaarbasis mag bedragen, is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een op grond van de WCK verboden overeenkomst.
10. Dit betekent dat de kantonrechter van oordeel is dat de door eiser gevorderde kosten en andere vergoedingen niet kunnen worden toegewezen. De kantonrechter zal gedaagde uitsluitend veroordelen tot terugbetaling van de hoofdsom, het geleende bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van vier weken nadat de hoofdsom door gedaagde is ontvangen.
11. Aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zal de kantonrechter de proceskosten compenseren.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde om aan Betaaldag tegen kwijting te betalen een bedrag van € 300,-, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 september 2011 tot de dag van betaling.
Compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 9 februari 2012 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter