ECLI:NL:RBALK:2012:BX5759

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
7 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
371578 \ BM VERZ 11-371
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van schadevergoeding wegens tekortkomingen in bewindvoering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar, staat de tekortkoming van een bewindvoerder centraal. De rechthebbende, vertegenwoordigd door zijn huidige bewindvoerder, heeft klachten ingediend over de voorgaande bewindvoerder, die volgens hem ernstig tekortgeschoten is in zijn zorgplicht. De klachten zijn behandeld tijdens een zitting op 20 februari 2012, waarbij de voormalige bewindvoerder de gelegenheid kreeg om zijn dossier in te zien en zijn verzekeraar te raadplegen. Ondanks een verzoek om uitstel heeft de voormalige bewindvoerder geen verdere communicatie of verweer geleverd.

De huidige bewindvoerder heeft gesteld dat de voormalige bewindvoerder niet alleen zijn taken niet naar behoren heeft uitgevoerd, maar ook verzuimd heeft om bijzondere bijstand aan te vragen voor de bewindvoerderskosten. Dit heeft geleid tot een schadevergoeding die de rechthebbende heeft moeten missen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voormalige bewindvoerder in zijn zorg als bewindvoerder tekort is geschoten, met name door het niet indienen van belastingaangiften en het niet tijdig aanvragen van bijzondere bijstand.

De kantonrechter heeft de schade die de rechthebbende heeft geleden vastgesteld op een totaalbedrag van € 2.562,40, bestaande uit onterecht geïncasseerde bewindvoerderskosten, verzuimboetes en kosten voor belastingaangiften. De voormalige bewindvoerder is veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de rechthebbende, via zijn huidige bewindvoerder. De uitspraak is gedaan door mr. L. van der Heijden op 7 juni 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/repnr.: 371578 \ BM VERZ 11-371 (H.K.)
BM 1368
Uitspraakdatum: 7 juni 2012
Beschikking op klacht in meerderjarigenbewind
in de procedure tussen:
[rechthebbende], geboren te [plaats] op [datum], wonende te [adres],
hierna ook te noemen: rechthebbende,
vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam], [adres],
tegen
[naam], (destijds) hande[voormalig bewindvoerder]de onder de naam [naam], [adres],
hierna ook te noemen: [voormalig bewindvoerder].
1. Het procesverloop
Bij beschikking van 30 mei 2011 is benoemd tot bewindvoerder over de goederen van rechthebben[naam] onder gelijktijdig ontslag v[voormalig bewindvoerder][naam], h.o.d.n. [naam].
Namens rechthebbende heeft de huidige bewindvoerder een aantal klachten aan de kantonrechter kenbaar gemaakt. Deze klachten zien op het gevoerde bewind door [voormalig bewindvoerder]. Volgens rechthebbende heeft hij door slechte bewindvoering schade geleden.
De klachten zijn, na een schriftelijke ronde, behandeld ter zitting van 20 februari 2012.
Na de zitting is [voormalig bewindvoerder] in de gelegenheid gesteld het dossier bij de huidige bewindvoerder in te zien en zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar in te schakelen.
Bij brief van 5 maart 2012 vraagt [voormalig bewindvoerder] nog een uitstel waarin door de huidige bewindvoerder is bewilligd tot 21 maart 2012.
[voormalig bewindvoerder] heeft vervolgens geen berichten van zijn verzekeraar doorgegeven en ook overigens geen reactie meer gegeven.
2. Het geschil en de beoordeling
2.1Namens rechthebbende heeft zijn huidige bewindvoerder gesteld dat [voormalig bewindvoerder] in zijn taak als bewindvoerder is tekortgeschoten. Daarom wordt verzocht hem (op grond van de
artikelen. 1:444 en 1:445 juncto 1:362 van het Burgerlijk Wetboek) te veroordelen in de schade die hij heeft veroorzaakt aan het vermogen van rechthebbende.
2.2Volgens rechthebbende en zijn huidige bewindvoerder is over de periode dat [voormalig bewindvoerder] bewindvoerder was - 23 december 2008 tot 30 mei 2011 - een bedrag van € 1.700,- ingehouden aan bewindvoerderskosten. Dit bedrag is te hoog zeker gelet op de werkzaamheden die zijn verricht, maar primair stelt rechthebbende zich op het standpunt dat voor deze kosten bijzondere bijstand had kunnen worden verkregen. [voormalig bewindvoerder] heeft verzuimd deze aan te vragen.
2.3[voormalig bewindvoerder] heeft becijferd dat hij op grond van de geldende LOVCK aanbevelingen in totaal een bedrag van € 2.116,80 aan bewindvoerderskosten had mogen incasseren. Nu hij slechts € 1.700,- heeft ingehouden, kan er geen sprake zijn van teveel berekende kosten. Omdat rechthebbende van 3 juli 2009 tot en met 6 mei 2010 gedetineerd was in het buitenland, waardoor er geen inkomen op de rekening binnen kwam, heeft [voormalig bewindvoerder] de bewindvoerderskosten pas later van de rekening gehaald.
2.4Met [voormalig bewindvoerder] is de kantonrechter van oordeel dat de becijfering van de totaal te incasseren bewindvoerderskosten juist is. [voormalig bewindvoerder] verliest echter twee belangrijke zaken uit het oog. Ten eerste dient de bewindvoerder voor het loon dat hij in rekening mag brengen bepaalde werkzaamheden te verrichten. Nu de huidige bewindvoerder onbetwist heeft betoogd dat [voormalig bewindvoerder] in 2010 is gestopt met het ordenen van stukken en het bijhouden van het dossier, kan niet worden volgehouden dat alle werkzaamheden ook zijn verricht. Daarnaast, zo blijkt hieronder, heeft [voormalig bewindvoerder] verzuimd belastingaangifte te doen over de jaren 2008 en 2009. Verder heeft een bewindvoerder doorgaans in tijden waarin zijn cliënt gedetineerd is weinig tot geen werkzaamheden te verrichten. In overleg met de kantonrechter wordt in een dergelijke situatie het bewind ook wel eens tijdelijk "geschorst". In het onderhavige geval is volgens rechthebbende met hem afgesproken dat ook niet het volle tarief zou worden berekend. [voormalig bewindvoerder] ontkent dit. Wat er ook van zij, op grond van het voorgaande komt de bewindvoerder over die periode niet het volle loon toe, behoudens bij onderbouwing daarvan; die ontbreekt echter.
Ten tweede is inderdaad nimmer bijzondere bijstand verkregen voor de bewindvoerderskosten en vermoedelijk ook niet aangevraagd. In een dergelijk geval
- indien achteraf zou blijken dat dit wel verkregen had kunnen worden, maar de bewindvoerder heeft verzuimd dit te regelen - kan een bewindvoerder worden veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag dat hierdoor door rechthebbende is misgelopen. In deze zaak kan er in ieder geval van worden uitgegaan dat rechthebbende in de periode van detentie in het buitenland geen bijzondere bijstand zou hebben verkregen. De huidige bewindvoerder heeft met succes bijzondere bijstand weten aan te vragen, zodat - zeker nu hiertegen geen verweer is gevoerd - het ervoor moet worden gehouden dat rechthebbende deze bijstand in ieder geval zou hebben kunnen krijgen over de periode van 6 mei 2010 tot 30 mei 2011 (overgang naar huidige bewindvoerder), derhalve een ruim jaar. De over deze periode
geïncasseerde bewindvoerderskosten dienen aan rechthebbende te worden terugbetaald. De door de bewindvoerder voor het overige geïncasseerde kosten komen eveneens voor terugbetaling in aanmerking. Uit het dossier blijkt dat rechthebbende ten tijde van de overstap naar [voormalig bewindvoerder] bijzondere bijstand ontving voor de bewindvoerderskosten. Gelet hierop en gezien het ontbreken van een verklaring waarom rechthebbende voor de bewindvoerderskosten bij [voormalig bewindvoerder] geen bijzondere bijstand heeft ontvangen, moeten alle geïncasseerde bewindvoerderskosten worden terugbetaald.
2.5Volgens de huidige bewindvoerder is voorts door nalaten van [voormalig bewindvoerder] een bedrag van € 74,07 (factuur Nedasco) door rechthebbende verschuldigd geworden in verband met niet
tijdige betaling. [voormalig bewindvoerder] heeft hiertegen geen verweer gevoerd zodat dit bedrag zal worden aangemerkt als schade aan de boedel.
2.6Voldoende is komen vast te staan dat [voormalig bewindvoerder] over de jaren 2008 en 2009 geen belastingaangifte heeft gedaan. Dit heeft ertoe geleid dat er verzuimboetes zijn opgelegd van € 226,-. De huidige bewindvoerder becijfert de kosten die hij heeft moeten maken om deze aangiften alsnog te doen op € 149,99 en voor het doen van bezwaar € 74,97, en begroot voor de correspondentie en het analyseren van het dossier (dat niet geordend was) in totaal 4,5 uren werk zijnde € 337,37. Deze bedragen zijn niet betwist en komen de kantonrechter ook niet onredelijk voor.
2.7De kantonrechter concludeert, gezien het vorenoverwogene, dat [voormalig bewindvoerder] in de zorg van een goed bewindvoerder ernstig tekort is geschoten en zal hem daarom veroordelen tot vergoeding van de schade, tot op heden vast te stellen op:
- € 1.700,00 aan ten onrechte geïncasseerde bewindvoerderskosten
- € 74,07 Nedasco incassokosten
- € 149,99 Belastingaangiften 2008/2009
- € 226,00 Verzuimboetes
- € 74,97 Kosten huidige bewindvoerder voor bezwaar belastingdienst
- € 337,37 extra werkzaamheden,
derhalve in totaal € 2.562,40. Gelet op het vorenoverwogene, zal dit laatste bedrag als schadebedrag aan rechthebbende worden toegewezen.
3. De beslissing
De kantonrechter:
Stelt vast dat [voormalig bewindvoerder] in de zorg van een goed bewindvoerder is tekortgeschoten.
Stelt de schade die rechthebbende door de tekortkomingen in de bewindvoering heeft geleden, over de periode dat [voormalig bewindvoerder] bewindvoerder is geweest, vast op een bedrag van € 2.562,40.
Veroordeelt [naam], (destijds) hande[voormalig bewindvoerder]de onder de naam [naam], mitsdien om aan rechthebbende [rechthebbende] te betalen – via zijn huidige bewindvoerder P.J.M. Effting, h.o.d.n. De Bewindvoerder Alkmaar e.o. – voormeld bedrag van € 2.562,40.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 7 juni 2012 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter